TEKEL was vroeger een staatsbedrijf, met een monopolie op de productie van alcohol en tabak in Turkije. Met de privatisering van het bedrijf riskeren heel wat werknemers hun werk te verliezen of tegen minder gunstige arbeidsvoorwaarden te moeten werken.
“Vijftien jaar geleden werd een deel van TEKEL aan een privébedrijf verkocht. De arbeiders die niet voor een privébedrijf wilden werken, kregen een job in de overgebleven publieke fabrieken”, vertelt voorzitter Beycan Taskiran van de Turkse vakbond Tekstil-Sen.
“Dat was een manier om hen in bedwang te houden en geen onrust op te wekken. In 2009 gingen echter alle publieke TEKEL-fabrieken dicht, en is er geen transfer meer mogelijk naar de publieke sector.“
De arbeiders kregen de keuze: werkloos worden of de zogenaamde 4C-regeling accepteren. Die regeling verwerpt alle huidige arbeidsvoorwaarden. Arbeiders zullen maximum tien maanden elders kunnen gaan werken, en verdienen in die periode slechts een derde tot de helft van hun voormalige loon.”
Traangas en waterkanonnen
De arbeiders weigerden en besloten zich te mobiliseren. In plaats van acties te voeren in de twintig steden waar TEKEL zich bevindt, werd de strijd gefocust op Ankara, omdat een gedecentraliseerde strijd mogelijk minder effect zou hebben. Uit alle delen van het land voegden bussen met werknemers zich bij de stakingsacties. Ondertussen onderhandelden de leiders van de vakbonden met de regering.
“De uitkomst was niet bevredigend”, zegt Beycan Taskiran. “De bazen wilden de actievoerders niet binnenlaten, hoewel het ijskoud was. Er werden bussen ingezet naar een sporthal in de buurt, maar de arbeiders weigerden en wilden op post blijven.”
“De politie dreigde met acties, en zette enkele dagen later traangas en waterkannonnen in. Stakende arbeiders kregen slaag en elektroshocks, en sommigen werden opgepakt. Maar de solidariteit groeide, ook in de maanden na die eerste staking. Zelfs werknemers van andere bedrijven kwamen hun steun betuigen, al verloren sommigen van hen hierdoor zelf hun werk.”
De stakingsacties werden gevolgd door sit-ins, bij temperaturen tot -13° C. “Hulporganisaties brachten verwarming en boden medische verzorging aan. We kregen steun van NGO’s, vakbonden, politieke partijen, maar ook van gewone mensen die ons eten kwamen brengen. Zonder die hulp, 78 dagen lang, hadden we de strijd niet overleefd. En hoe meer steun we kregen, hoe zekerder we werden en hoe groter de wil werd om te blijven.”
Ondertussen werkte de regering een alternatieve oplossing uit: De TEKEL-arbeiders mogen hun strijd nog acht maanden lang verder zetten, en hebben in die tijd recht op een schadevergoeding voor arbeidsverlies. “Daarmee hebben we alvast tijd gewonnen. Nu wachten we de beslissing van de regering af.“
Lid worden van vakbond = ontslag
De vrijheid van vereniging en de vakbondsvrijheid zijn in Turkije niet gegarandeerd, en dat is vele waarnemers een doorn in het oog. Een voorstel was in de maak, maar werd om onduidelijke redenen weer ingetrokken.
“In Turkije zijn er talloze inbreuken op de vakbondsvrijheden”, zegt ook Eddy Van Lancker. “Vroeger was dit een land met sterke vakbonden en een hoog aantal aangeslotenen, maar na de militaire staatsgreep van 1980 is het die vakbonden bijna onmogelijk gemaakt om hun werk nog te doen. De voorwaarden om een vakbond op te richten of lid te worden van een vakbond zijn onvoorstelbaar.”
In 1980 werden de vakbonden in Turkije afgeschaft, en acht of negen jaar later terug geïnstalleerd, maar onder strikte voorwaarden. Wie lid wil worden, moet nu naar de notaris, zich laten registreren en zo’n 30 dollar betalen.
Zodra de mensen geregistreerd zijn, kan hun werkgever hun lidmaatschap opsporen en hen ontslaan. Dat is ook gebeurt bij UPS. Tümtis, een van de Turkse transportbonden, begon zich te organiseren bij UPS, dat meer dan 5.000 werknemers heeft in Turkije.
Op 13 april ontdekte het management dat medewerkers zich aansloten, waarop het intussen al 130 man de deur heeft gewezen. Arbeiders en hun gezinnen werden bedreigd en lastig gevallen, en werknemers worden gedwongen hun lidmaatschap op te zeggen om hun werk te kunnen behouden.
Dat UPS vakbonden buitenshuis wil houden, is logisch: werknemers verdienen er 750 Turkse lire (375 euro) per maand, slechts 9 lire boven de armoedegrens. Werknemers in onderaanneming krijgen slechts het wettelijke minimumloon van 521 lire (of 260 euro).
Daarvoor werken ze zes dagen per week, tegen tien tot zestien uur per dag. Bovendien moeten werknemers na hun dagtaak soms ’s nachts nog voor leveringen naar Antalya (op 1.000 kilometer van Istanbul) of andere regio’s. Ze worden daarbij gevolgd per gps, en zelfs een stop om naar het toilet te gaan, wordt afgehouden van hun loon.
Onmogelijke voorwaarden
Turkije telt 22 miljoen werknemers, waarvan tien tot vijftien procent bij een vakbond is aangesloten. Minder dan één miljoen van hen is gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst.
Niet alleen bovenstaande obstakels, maar ook andere onmogelijke voorwaarden liggen hieraan ten grondslag. Enkel mensen met een arbeidscontract mogen lid worden, dus werklozen en mensen zonder arbeidscontract zijn uitgesloten.
De vakbonden zijn per sector georganiseerd, en alle functionarissen van openbare diensten bijvoorbeeld, kunnen zich niet aansluiten bij een gewone vakbond.
Vakbonden kunnen cao’s afsluiten, maar daarvoor moeten ze tien procent vertegenwoordigen van de mensen in de gehele sector. Daarvoor worden statistieken getrokken uit de registraties bij de notaris.
Willen ze in bedrijven cao’s afsluiten, dan moet vijftig procent van de werknemers plus één lid zijn. Er kunnen dus geen twee vakbonden zijn in een bedrijf. Bij een bedrijf met vele vestigingen, zoals een Carrefour bijvoorbeeld, moeten ze vijftig procent van alle werknemers in alle vestigingen vertegenwoordigen.
Wanneer een vakbond actie wil voeren, is een staking niet verboden, maar wel erg gelimiteerd. Er is een wachttijd van drie maand, waarin ze moeten bewijzen dat ze representatief zijn in de sector en in het bedrijf. Als de werkgever daar niet mee akkoord gaat, kan hij naar de rechtbank stappen, beroep aantekenen, enzovoort, zodat de zaak zes maanden kan aanslepen.
Niet overal zijn vakbonden toegelaten. In de openbare sector mogen de meer dan 450.000 ambtenaren zich niet aansluiten bij een vakbond. In de privésector moeten werknemers beschikken over een voltijds arbeidscontract. Werklozen, mensen zonder officieel contract (wat nog vaak voorkomt) en met tijdelijke contracten, zijn dus uitgesloten van lidmaatschap.
De kiem van het probleem ligt in het feit dat Turkije, een land met een heel autoritaire traditie en sterk staatsapparaat, zoveel mogelijk de controle wil houden over zijn burgers. Daardoor ziet de regering ook een sterke bedreiging in een vrije vakbond die niet onder haar controle valt en mogelijk politieke uitspraken gaat doen.
“Turkije probeert zich naar Europa te promoten als democratisch ontwikkeld land, maar dat is het niet”, zegt Beycan Taskiran nog. “De omgang van de Turkse regering met de TEKEL-arbeiders toont hoe democratisch ze is. Kwesties als deze zijn voor de regering een test om te tonen hoe goed ze het meent met de democratie.”