De vakbonden in Zuid-Afrika zijn relatief jong. Voor 1990 waren politieke partijen voor zwarten verboden onder het apartheidsregime. Vakbonden waren wel toegelaten, maar waren gebonden door erg strikte regels.
“Vakbonden hadden vroeger geen uitgesproken stem over politieke thema’s, en mochten zich enkel uitspreken over zaken die werkers op fabrieksniveau aanbelangden”, vertelt Xolile Chubana. “Hun efficiëntie was miniem, doordat ze eerder een politieke agenda hadden dan echt op te komen voor de mensen die ze vertegenwoordigden.”
Toen Zuid-Afrika in 1994 het apartheidsjuk van zich af kon gooien, betekende dat een ommekeer in de syndicale wereld. Vakbonden konden vrijuit handelen en gingen zich echt toeleggen op de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. Ze bundelden hun krachten in confederaties, met als grootste confederatie de Congress of South African Trade Unions, waar Sawatu deel van uitmaakt.
“Onze vakbond Sawatu, de South African Transport And Allied Workers Union, is voornamelijk actief in de transportsector, maar strijdt ook voor de rechten van veiligheidsmensen en schoonmaakpersoneel”, legt Xolile Chubana uit.
Actieve jongeren gezocht
Sawatu heeft een groot aantal jonge leden. Zo’n 66 procent is jonger dan 35 jaar. “Jongeren vormen een bijzondere doelgroep voor ons. 52 procent van de Zuid-Afrikanen is jonger dan 35, en 13 procent van hen werkt. Voor oudere vakbondsleden is het niet altijd makkelijk om hun positie aan jongeren af te staan, maar een organisatie heeft nood aan nieuwe en frisse ideeën.”
Binnen de vakbond blijken jongeren echter moeilijk te mobiliseren. “Vaak zien ze de vakbond als een organisatie van ongeletterde, oudere mensen, en vrezen geen promotie meer te kunnen maken als ze zich aansluiten. Wie wel lid wordt, doet dat als een vorm van verzekering voor als ze in de problemen geraken. Maar het gaat dan vaak om een leeg lidmaatschap, zonder betrokkenheid bij de acties die we doen.”
“De oorzaak hiervan is dat jongeren geen besef hebben van hun politieke en sociale status. Ze kennen wel alles over de geschiedenis van Zuid-Afrika, maar begrijpen de sociaaleconomische dimensie niet. We willen hen dus zoveel mogelijk informeren en begeleiden, maar hebben hier weinig ervaring mee.”
“Daarbij voelen we ook een verwantschap met de strijd die de Koerden nu voeren, omdat die sterke parallellen vertoont met de situatie van de zwarten ten tijde van de Apartheid. We hopen op het Europees Sociaal Forum dan ook wederzijdsen ideeën uit te wisselen met andere werknemersorganisaties.