Alles begon in 2000, toen enkele vrouwen die in de Kamer van Volksvertegenwoordigers waren gekomen, elkaar ervan overtuigden dat ze samen sterker stonden om genderthema’s te laten doorwegen. Zo werd de Bancada Femenina (de Vrouwelijke Banken) gevormd, die sinds 2005 de Bancada Bicameral Femenina (BBF) heet omdat toen ook enkele vrouwen in de Senaat terecht kwamen.
Onder impuls of met de hulp van de BBF werden al verschillende wetten goedgekeurd. Vrouwen kunnen nu bijvoorbeeld vroeger met pensioen doordat per kind twee jaar wordt bijgeteld bij de loopbaanberekening. Justitie heeft nu meer mogelijkheden om seksuele uitbuiting aan te pakken. Een moord als gevolg van huiselijk geweld wordt niet langer als “passiemoord” bestempeld. En vrouwen mogen kiezen wie hen bijstaat tijdens de bevalling.
Dankzij de BBF zijn er ook nieuwe normen over seksuele opvoeding op de lagere school, gelijke arbeidsrechten voor vrouwelijk huispersoneel en de bestraffing van ongewenst seksueel gedrag op het werk.
Uit de boot
Dat de vrouwen over de partijgrenzen heen kijken, wordt niet altijd aanvaard. Beatriz Argimón, van de Partido Nacional, en Glenda Rondán, van de Partido Colorado, beide rechtse oppositiepartijen, vielen uit de boot bij de samenstelling van de lijsten voor de verkiezingen. “Er zitten echte vrouwenhaters bij de parlementsleden”, zegt de linkse senator Mónica Xavier.
Op dit moment is slecht 14,6 procent van de parlementsleden een vrouw. Daarmee bengelt Uruguay achteraan in het Latijns-Amerikaanse peloton, waar het gemiddelde 23,3 procent bedraagt. Vanaf 2014 moet minstens een derde van de kieslijsten in Uruguay uit vrouwen bestaan. Die wet werd in 2009 goedgekeurd onder impuls van de BBF.
Silvana Silveira | IPS