120 miljoen euro voor vroege uitreiking kranten
Verslag, Nieuws, België -

120 miljoen euro voor vroege uitreiking kranten

De overheid legt elk jaar 120 miljoen euro op tafel om er voor te zorgen dat uw krant op een deftig uur in uw brievenbus belandt. En dat is geen verdoken subsidie voor De Post, zoals vertegenwoordigers van de mediaconcerns wel eens durven opperen.

vrijdag 25 juni 2010 15:33
Spread the love


doc

Elke morgen om half zes stopt een rode wagen voor de voordeur. Een postbode stapt uit en duwt de krant netjes in twee gevouwen in de brievenbus. Soms, als we onrustig slapen, worden we wel eens een paar seconden wakker van de klepperende brievenbus of van de auto die optrekt naar de volgende slapende krantenlezer.

Zo gaat het in het hele land. In Poperinge of in Gent, overal krijgen de abonnees ten laatste om half acht hun krant in de bus. Dat is – voor de meeste mensen dan toch – vroeg genoeg om ze mee te pikken naar het werk of te lezen bij het ontbijt.

Die dienstverlening is natuurlijk niet gratis. Tasten de krantenuitgevers diep in de buidel om hun lezers te plezieren? Nee, die dienstverlening is enkel mogelijk dankzij de rijkelijke steun van de overheid. De Post krijgt elk jaar een overheidsdotatie van 304 miljoen euro. Daarvan gaat 224 miljoen euro naar de uitreiking van kranten en weekbladen. Volgens Piet Van Speybrouck, de woordvoerder van De Post is 100 miljoen euro bestemd voor de vroege uitreiking van de kranten.

“Maar het gaat hier om een commercieel bedrag. Ik mag daar dus geen details over geven”, aldus Van Speybrouck. In maart 2009 zei toenmalig minister van Overheidsbedrijven Steven Vanackere in de commissie voor Overheidsbedrijven dat De Post voor de uitreiking van de kranten jaarlijks 120 miljoen euro krijgt.

Minister van Overheidsbedrijven Inge Vervotte verdedigt die dotatie. “Dit is één van de belangrijkste dienstverleningen van de openbare diensten, met name ervoor zorgen dat kranten en tijdschriften op tijd bij de mensen geraken waardoor er een gelijke informatieverstrekking is aan de mensen in het hele land”, aldus Vervotte.

Privébedrijven kunnen het niet

Ook voorgangers van Vervotte stonden pal achter die vorm van steun. “De bedeling van kranten is een fundamenteel onderdeel van het recht op informatie in een democratie”, zei minister Renaat Landuyt in naam van zijn partijgenoot en minister van Overheidsbedrijven Johan Vande Lanotte begin 2004 in de kamer.

Hij voegde er nog een interessante bedenking aan toe. “Bovendien is vandaag geen enkel ander bedrijf in staat om een krantenbedeling te organiseren over heel België in alle bussen omwille van rentabiliteitsredenen.” Minister van Overheidsbedrijven Johan Vande Lanotte zei in diezelfde periode: “De privésector trekt zich steeds meer terug van die markt omdat die sector niet rendabel is.”

De uitgevers hebben het in de jaren ’80 en ’90 nochtans wel geprobeerd om het zelf te doen. In die middens groeide toen de onvrede over de vaak late levering en de kostprijs. Het was de VUM (zoals Corelio vroeger heette) die aan de kar trok. In 1981 werd het bedrijf Districom opgericht in de schoot van de VUM. Districom moest er voor zorgen dat de kranten vroeger en liefst ook goedkoper in de brievenbus werden gestopt.

In augustus 1983 ging een proefproject van start met zelfstandige dragers. Eind 1983 werd beslist om de activiteiten van Districom uit te breiden. Voortaan zou de helft van de VUM-abonnees hun krant via Districom krijgen.

Hoewel Districom voor de goedkoopste formule ging – zelfstandige bezorgers die per krant betaald werden – kon het bedrijf toch niet opboksen tegen De Post. Postabonnementen bleven goedkoper omdat ze gedeeltelijk door de overheid werden gesubsidieerd. Onder meer daardoor kon de VUM de andere uitgevers nooit overtuigen om ook een beroep te doen op de diensten van Districom. Alleen de De Financieel-Economische Tijd (FET) deed mee. De FET werd in die tijd nog gedrukt op de persen van de VUM.

In 1997 verzuchtte Bart Ocket, de algemeen directeur van Districom, in het weekblad Trends dat zijn bedrijf in die eerste jaren inderdaad geen spectaculaire groei kon laten optekenen: “Omdat onze tarieven een stuk hoger uitvielen dan die van De Post, die bovendien haar service verbeterde”, zo gaf hij ootmoedig toe. 

Twee jaar later kwam er een eind aan de poging om De Post van haar troon te stoten. De VUM verkocht Districom aan De Post en tijdschriften distributeur AMP. Begin 2001 trok AMP zich terug. Het voormalige Districom werd 100 procent dochter van De Post en ging voortaan door het leven als DeltaMedia.

De concurrentiedruk van de VUM had wel effect. Op 31 juli 1992 sloten de Belgische Verneiging van Dagbladuitgevers (BVDU), De Post en de overheid een overeenkomst over de uitreiking van kranten. In dit zogenaamde ‘postcontract’ beloofde De Post in de stedelijke gebieden 80 procent van de kranten voor halfacht te bezorgen. De andere 20 procent moest de krant voor acht uur krijgen. In landelijke gebieden lag de deadline op één uur ‘s middags.

In de jaren daarna werd de dienstverlening door De Post almaar beter. Op 13 april 2005 werd een nieuw contract afgesloten. In dat contract staat: “100 procent van de betreffende dagbladen zal worden uitgereikt in vervroegde rondes die onder normale omstandigheden eindigen om 7u30.”

Voortaan krijgen alle krantenabonnees – of ze nu in Zwevezele wonen of in Antwerpen – hun krant op tijd. De Belgische overheid draagt één derde van de kosten verbonden aan de uitvoering van het contract. Om de kranten zo vroeg bij alle abonnees in de bus te krijgen, moet De Post immers extra personeel aanwerven (167 voltijdse werknemers) en extra wagens aankopen (457 wagens). Dat zou de overheid 7 à 8 miljoen euro per jaar kosten, beweren concurrenten van De Post. Het exacte cijfer werd nooit meegedeeld door de betrokken partijen. Het bedrag komt bovenop de steun die de overheid al gaf voor de uitreiking van de kranten.

Geen commentaar

Minister van Overheidsbedrijven Inge Vervotte wil geen details geven over het contract. “Voor de uitvoering van deze taak van openbaar nut ontvangt De Post een vergoeding die betrekking heeft op het verschil tussen de reële kostprijs van De Post, gebaseerd op de analytische boekhouding onder toezicht van het BIPT) en het aan de uitgevers gefactureerd bedrag”, aldus minister Vervotte.

Het is nochtans de overheid zelf die de tarieven bepaalt, zo blijkt uit de communicatie van minister Vervotte. “De uitvoeringsmodaliteiten en tariefbepalingen worden door de staat bepaald in een bijzondere overeenkomst gesloten met de dagbladuitgevers en De Post”, aldus Vervotte. Ook het BIPT (Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie) gaf niet thuis.

Alleen via De Post en een uitlating van een bevoegde minister in het parlement weten we dus dat de totale uitvoering van het contract (alle kranten overal in het land in de bus vóór half acht op weekdagen en vóór tien uur op zaterdag) de overheid in totaal 100 tot 120 miljoen euro per jaar kost.

De concurrentie mort

De overheidssteun is een doorn in het oog van de Vlaamse Federatie van Persverkopers (VFP), AMP en Belgische Distributie (BD). Deze concurrenten van De Post dienden een klacht in bij de Europese Commissie. “De steunmaatregel vervalst op ernstige wijze de concurrentie”, aldus de drie klagers. In hun klacht schrijven ze dat de tarieven die De Post aanrekent aan de uitgevers zo laag zijn dat geen enkel ander bedrijf nog een kans maakt. Zij vinden dat de overheid de uitgevers beter rechtstreeks zouden steunen. De uitgevers kunnen dan kiezen door welk bedrijf ze hun kranten laten bezorgen.

De klacht werd aanvankelijk verworpen, maar in mei 2009 vroegen VFP en BD aan de Europese Commissie om het onderzoek verder te zetten. In september 2009 zei toenmalig minister van Overheidsbedrijven Steven Vanackere dat de Europese Commissie het onderzoek in de lente van 2010 zou afronden. Eind juni is dat echter nog altijd niet gebeurd. Er werd geen nieuwe datum naar voor geschoven.

“Subsidie voor De Post en niet voor de uitgevers”

De uitgevers zien de subsidie voor uitreiking van kranten niet als steun, reageert Patrick Lacroix, directeur van de Vlaamse Dagbladpers, de koepel van de Vlaamse dagbladuitgevers. “Ok, het is de kranten tot nut, maar het is ook De Post tot nut. Het is dus ook steun aan De Post”, aldus Lacroix. Het is een argument dat je wel eens vaker hoort bij kopstukken uit de krantensector.

Uit de historische schets van de pogingen om De Post op dat terrein concurrentie aan te doen en uit verschillende beweringen van politici hierboven blijkt duidelijk dat de uitgevers dit zelf niet kunnen zonder een stevige subsidie.

De voorganger van Patrick Lacroix bij de Vlaamse Dagbladpers, Alex Fordyn, geeft dat ook ootmoedig toe als hij een beeld schetst van een wereld zonder postsubsidie. “Het alternatief is dat wie vlakbij Brussel X woont één euro zal betalen voor zijn krant. Wie in Nieuwpoort woont, zal vier euro betalen. Als men wil afstappen van die universele dienstverlening zal dat zware consequenties hebben. Zeker in Wallonië kunnen ze dan alle kranten dicht doen.”  

Totaal: 120 miljoen euro


Dit dossier kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos:

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!