“De uitslag is uiteraard, ook voor mij, een grote verrassing. Een zeer aangename verrassing, dat wel. Kijk maar eens naar de uitslagen in ons eigen Gent. Daar halen we zo maar eventjes 22 procent. Voor Gent is dat wel een historisch goede uitslag voor onze partij. Ik zit nu, samen met een pak anderen van mijn partij, in de Kamer. Ik zal daar uiteraard mijn uiterste best doen.”

Wat vindt uw omgeving van het pas veroverde mandaat?

“Ik ben natuurlijk al lang actief in de N-VA, maar mijn vriendin, Lynn, zei vroeger ‘als je in de politiek gaat, ben ik weg’. Gelukkig heeft het zo’n vaart niet gelopen. Ze heeft mij zelfs zeer hard gesteund tijdens deze campagne. Ze was de voorbije weken zelfs zenuwachtiger dan ik.”

“Momenteel werk ik als assistent bij de vakgroep Informatica van de Hogeschool Gent en als onderzoeker in het kader van de associatieonderzoeksgroep Informatietechnologie.”

“Hoe het nu verder moet? Tja, ik had dit helemaal niet zien aankomen. Toen we aan de campagne begonnen, zei ik nog tegen mijn baas dat de kans veeleer klein was dat ik verkozen zou geraken. Nu is het toch zover.”

“Ik ga zeker mijn verantwoordelijkheid opnemen. En het werk en mijn doctoraat zal even in de ijskast moeten. Ik ben zeker realist genoeg om te weten dat dit niet voor het leven is, de volgende verkiezingen kunnen de kaarten er heel anders uitzien en dan kan het zijn dat ik er niet mee bij ben. Maar nu neem ik uiteraard mijn verantwoordelijkheid. Cumuleren is niet ons ding, nietwaar.”

Waarmee zal Peter Dedecker zich bezighouden in de Kamer de komende periode?

“In de Kamer zullen we zeker ons werk hebben. De komende weken moeten de commissies worden samengesteld. Ik zal mij moeten inwerken. Ik hou me al jaren bezig met mobiliteit en fietsveiligheid in de stad Gent. Met mijn plooifiets doorkruis ik de stad. Misschien ga ik nu met de fiets naar het parlement.”

“Ik denk dat ik mij in de Kamer sowieso zal richten op mijn interessegebieden, milieu en mobiliteit, maar zeker ook ICT en telecommunicatie. In die commissies zou ik willen zetelen. De komende dagen zullen we dat grondig bekijken binnen de partij.”

Hoe verklaart u het succes van de N-VA?

“De mensen zijn het gehakkentak van de traditionele partijen beu. De mensen kozen voor een alternatief. Niet voor een weggesmeten stem, zoals voor het Vlaams Belang of voor LDD, maar voor een degelijk programma en voor een degelijke partij.”

“Het is duidelijk dat de kiezers de communautaire standstill beu zijn. Iets als BHV is eigenlijk dikke zever. Het zou op een logische manier opgelost kunnen worden. Je kan dat oplossen, zoals het hoort, volledig wettelijk. De enige logische oplossing voor BHV is de splitsing, geheel in lijn met de indeling van ons land in gewesten en taalgebieden.”

“Het wordt tijd dat die anomalie opgelost geraakt. De voorbije jaren hebben echter uitgewezen dat het niet meteen via een simpele stemming zal gaan. Je ziet dat ook aan de uitslagen in BHV zelf. De mensen willen een duidelijke halt toeroepen aan de koehandel.”

“Er is duidelijk nood aan een partij die wel degelijk op de tafel durft te slaan. Zonder de ranzige kant van het Vlaams Belang. Wij willen prioriteit maken van een werkbare staat, dat is immers in ieders voordeel. Het is in die optiek dat we ook expliciet onze hand reiken naar de overkant van de taalgrens.”

Het grote succes houdt natuurlijk ook gevaren in. Heeft de N-VA wel voldoende capabel politiek personeel?

“Het overweldigende succes dat we nu hebben, heeft ons zeker verrast. We zijn zeker sneller gegroeid dan verwacht. Maar we hebben bij de N-VA zeer capabele mensen. Zoals Miranda Van Eetvelde (nvdr: nieuw verkozen N-VA-parlementslid uit Zele) die beschikt over een heel pak kennis en ervaring als het over werkgelegenheid en jongeren gaat.”

“Aan capabele parlementsleden hebben we vast en zeker geen gebrek. We zullen wel zien wie in aanmerking komt voor een eventuele ministerpost. Bij de N-VA gaan we steeds voor de juiste man/vrouw op de juiste plaats.”

“We hebben voor de Vlaamse regering ook gezocht naar de beste M/V. We hebben Philippe Muyters aangetrokken van VOKA als Vlaams minister van Financiën en Werk. Als het zover is, zien we wel. Maar we mogen uiteraard niet te voorbarig zijn. Hetzelfde geldt trouwens ook voor de medewerkers van de fracties.”