Bedeling van voedselpaketten (foto's: Ellen Van Campenhout)

 

Nieuws, Samenleving, België, Armoede, Voedselbedeling, EU, Voedselbanken, Voedseloverschotten, Dossier bankencrisis -

Crisis treft de Voedselbanken

De economische crisis treft de Voedselbanken. Sinds vorig jaar is het aantal aanvragen voor voedselhulp met meer dan vijf procent gestegen. De Voedselbanken bereiken dit jaar een recordaantal mensen in de strijd tegen honger en voedselverspilling. Opmerkelijk is dat de gesubsidieerde landbouwoverschotten van de Europese Unie de belangrijkste bron zijn van de Voedselbanken.

maandag 17 mei 2010 15:48
Spread the love

“De Voedselbanken stijden tegen honger en tegen voedselverspilling”, zegt Willy De Mesmaeker, bestuurder van de Belgische Federatie van Voedselbanken. “Tegelijk werken ze aan de integratie van minderbedeelden in de maatschappij.”

“Verschillende leveranciers schenken gratis voedseloverschotten aan ons”, zegt De Mesmaeker. “De belangrijkste bron is  de Europese Unie, maar we krijgen ook overschotten van de industrie, distributiebedrijven, veilingen en inzamelingen bij supermarkten. Het voedsel komt bij één van de negen Voedselbanken in ons land terecht. Zij verdelen het over 635 caritatieve verenigingen die het onder de vorm van voedselpaketten aan minderbedeelden schenken.”

“De verenigingen waarmee we samenwerken, dienen maandelijks een aanvraag in”, zegt De Mesmaeker. “Daarin staat wat ze nodig hebben, bijvoorbeeld 20 kilogram suiker of tien kilogram bloem. De Voedselbanken beslissen over hun aanvraag naargelang de beschikbare hoeveelheid voedsel en naargelang het aantal mensen die hulp vragen aan de vereniging.”

Vraagt om voedselhulp stijgt

“Maar sinds de economische crisis neemt het aantal mensen dat voedselhulp aanvraagt met meer dan vijf procent toe”, zegt De Mesmaeker. “Dat cijfer gaat sinds het ontstaan van de Voedselbanken in 1985 in stijgende lijn, maar dit jaar is de stijging opmerkelijk hoger. Momenteel helpen we in België 114.900 mensen, in 1995 waren er dat slechts 70.000.”

“We merken dat de overschotten van onze leveranciers kleiner zijn”, zegt De Mesmaeker. “Dat wijst op een rationeler beheer van hun voorraad in stock, maar ik denk niet dat het een crisismaatregel is. Wat de producenten wel meer proberen, is om producten die nog bruikbaar zijn te verkopen tegen een verminderde prijs. Maar wij kopen of verkopen niets, alles is gratis.”

Geen overheidsfinanciering

“We financieren onze werking met giften van het grote publiek”, zegt De Mesmaeker. “Gelukkig ondervinden we tot nu toe zo goed als geen invloed van de crisis. Vanaf het ontstaan hebben de Voedselbanken beslist om geen beroep te doen op overheidssubsidies zodat we autonoom kunnen werken. Aangezien we met vrijwilligers werken, kunnen we overleven met een klein budget.”

Europese landbouwoverschotten

“Onze grootste leverancier is zonder twijfel de Europese Unie”, zegt De Mesmaeker. “In 1987 zette Europa een voedselhulpprogramma op. Dat stelde oorspronkelijk de landbouwoverschotten, de befaamde boterbergen en melkplassen van de Europese landbouwers ter beschikking van de lidstaten.

Die overschotten waren ontstaan door subsidies die de landbouwers aanmoedigden om meer te produceren dan nodig was. Het was een ondersteuningsmaatregel voor de Europese boeren. Europa kocht deze overschotten op onder de vorm van interventievoorraden om een daling van de marktprijzen tegen te gaan.”

“Maar sinds het ontstaan van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van de Europese Unie werden de productiequota ingevoerd die de fameuze overschotten zeer sterk deden slinken. Daarom stelt Europa sinds enkele jaren een budget ter beschikking aan de landen die deelnemen aan het voedselprogramma. Met dat geld kunnen ze producten aankopen op de markt om de interventievoorraden aan te vullen.”

Meer voedingswaarde

“We krijgen van Europa goedkope basisproducten”, zegt De Mesmaeker. “Maar ons land kan momenteel beroep doen op een groter deel van het budget. Dat deel wordt berekend op basis van de armoedegraad in een land. Wij hebben in de loop der jaren door beperkte stockerings- en verdelingsmogelijkheden steeds een kleiner deel gebruikt dan waar we recht op hadden. Daarom kunnen we daar nu nog een beroep op doen en kunnen we producten vragen met meer voedingswaarde.”

“Eigenlijk willen we overbodig worden”, zegt De Mesmaeker. “Maar dat is wishful thinking. Als de overheid zich beter zou inzetten voor degelijke pensioenen en sociale opvang dan wordt onze rol automatisch minder belangrijk.”

Tabita verdeelt voedselpaketten

Tabita vzw in Anderlecht is een van de verenigingen die voedselpaketten uitdeelt aan minderbedeelden. “Wij beslissen welke personen hiervoor in aanmerking komen”, zegt Jeannine Wijkmans die bij de vzw werkt. “Maar niet iedereen heeft recht op de Europese voedselhulp. Daarvoor gaan we hun levenomstandigheden na. Mensen zonder papieren, werklozen of gepensioneerden met een klein pensioentje krijgen een kaart waarmee ze de EU-producten kunnen verkrijgen. De voedingsmiddelen van Europa bestaan onder meer uit melk, spaghetti, suiker, rijstpap, confituur en appelmoes.”

400 minderbedeelden

“Wekelijks bereiken we ongeveer 400 mensen”, zegt Norbert Hovelaque, secretaris van Tabita vzw. “Elke dinsdag en donderdag komen in totaal 200 mensen langs voor voedselpaketten. Maar sinds vorig jaar merken we een duidelijke stijging van het aantal aanvragen door de crisis. We zien trouwens heel weinig verbetering in de situatie van de mensen die hier komen.”

“Elke week verdelen we vier tot vijf ton voedsel”, zegt Wijkmans. “Dat is veel, omdat er in Brussel heel veel minderbedeelden zijn die we zoveel mogelijk proberen te bereiken. We zamelen zelf voedingswaren in bij bakkers of supermarkten. Het deel dat we van de Voedselbanken krijgen, is immers lang niet meer voldoende.”

Niet enkel voedselhulp

“In onze vereniging draait het niet alleen om voedselhulp”, zegt Hovelaque. “We bieden ook kleding aan, evenals juridische en sociale bijstand. En op zaterdag gaan we naar het Zuidstation in Brussel om boterhammen, koffie en kleding uit te delen aan daklozen. Zij kunnen namelijk niets aanvangen met het eten dat we hier verdelen, omdat ze onmogelijk rijst of verse groenten kunnen bereiden.”

Alleenstaand en gepensioneerd

Henriette Van Eesbeek woont als alleenstaande in Anderlecht en ze is gepensioneerd. “Ik ben hier terecht gekomen via het OCMW. De eerste keer dat ik hier kwam, kon ik dat moeilijk aanvaarden, zoals iedereen die hier voor het eerst komt. Nu kom ik hier al één jaar elke week en dat is een grote hulp voor mij. Ik krijg hier niet alleen eten, maar ook kleding en het is goed voor mijn sociale contacten.”

take down
the paywall
steun ons nu!