Het stuur is stuk
Dag na dag kan je het horen of lezen: de crisis is vrijwel voorbij. Werklozen, slecht betaalde werknemers, overheden die platzak zijn en niet aflatende milieuproblemen vertellen een heel ander verhaal. Maar de vragen zitten nog dieper: de financiële crisis legde bloot hoe fundamenteel het neoliberale economische model tekortschiet. Gelooft er nog iemand dat de markt nooit faalt en dat het verhogen van de winst voor de aandeelhouder – de zogenaamde shareholder value of aandeelhouderswaarde – een goed kompas is om op te zeilen, een goed model is om het geld te krijgen waar de maatschappelijke noden liggen?
Kijk mama, zonder sturen
De crisis zou vrijwel voorbij zijn. Het is maar hoe je het bekijkt natuurlijk.
Kijk je naar de tientallen miljoenen mensen die hun job zijn kwijtgeraakt? En als er nu mondjesmaat opnieuw banen ontstaan, zie je dan de dikwijls slechtere voorwaarden die worden geboden? Verlies je ook de torenhoge schulden niet uit het oog die we allemaal samen hebben gemaakt om de banken te redden? Vergeet je niet dat zij dé reden vormen waarom we nu voor de grootste besparingsoperatie staan sinds de Tweede Wereldoorlog, zoals SP.A kopstuk Frank Vandenbroucke schreef. Verlies je niet uit het oog dat er daarom minder geld zal zijn voor onderwijs, wegenonderhoud, milieu-investeringen of fatsoenlijke pensioenen?
Of kijk je alleen maar naar de beurzen die opnieuw wat beter presteren? En naar de banken die weer winst maken en de bankiers die alweer bonussen binnen rijven? Dan moet je toch niet veel verder kijken om te beseffen dat die banken hun overleven danken aan de overheidssteun, en hun winst aan een monetair beleid dat hen goedkoop geld blijft toespelen. Geld dat ze vervolgens aan drie procent meer uitlenen aan diezelfde overheden. Tel uit je winst. Als bedankje nemen diezelfde financiers nu sommige overheden onder vuur. De Grieken moeten onderhand 7 procent betalen. Tel uit je dubbele winst.
Daarvoor in de handen klappen en eruit besluiten dat de crisis zowat voorbij is, vinden wij wel heel kortzichtig. Nog altijd immers zijn er geen maatregelen die kunnen voorkomen dat we over enkele jaren opnieuw hetzelfde meemaken. De bankiers aan wie wij onze geldzaken ‘toevertrouwen’, genieten nog steeds de vrijheid om met staatsgarantie te gokken, en speculatieve zeepbellen van vastgoed, dotcombedrijven of wat dan ook te creëren. Als die zeepbellen ontploffen, doen ze kwaad aan de echte economie en aan zovele mensen die hun inkomen kwijtspelen… en is het aan de samenleving om te scherven op te rapen.
De ideologie van de aandeelhouderswaarde
Maar de vragen zijn nog fundamenteler. Het geldsysteem is het zenuwstelsel van de economie: het bepaalt waarin wordt geïnvesteerd, welke activiteiten moeten worden uitgebouwd en welke niet. Sinds de jaren tachtig heette het dat die keuzes optimaal gebeuren zodra de aandeelhouderswaarde gemaximaliseerd wordt.
Managementsbeslissingen die aandelenkoersen en dividenden doen pieken, zijn de goede beslissingen. Al de rest is nonsens: de overheid moet vooral niet tussenkomen en dan komt het allemaal wel goed. Dat is de ideologie van de aandeelhouderswaarde zoals die gaandeweg vanuit de VS en het Verenigd Koninkrijk delen van de wereld veroverde.
Die opmars verklaart waarom de vergoeding van managers meer en meer werd uitgedrukt in aandelen, wat moest garanderen dat de manager zich vereenzelvigde met het aandeelhoudersbelang. Dat verklaart ook waarom in zoveel landen de beurs zo sterk in belang en uitstraling toenam.
Het is vanuit die visie dat politici wereldwijd al die tijd vrij baan hebben gegeven aan het financieel kapitaal.
Kijk mama, zonder hersenen
Gaandeweg en voor wie durfde door te denken, werd almaar duidelijker dat dit financiële kapitaal in feite gespecialiseerd was in het najagen van financiële winst op kap van de werkende mensen en op kap van de planeet. Ga toch produceren daar waar arbeid het minst beschermd en het laagst betaald is, want daar is de potentiële winstpremie het grootst. Kap toch meteen dat stuk tropisch oerwoud want zo is het financiële rendement maximaal. En vergeet dat het oerwoud vervolgens woestijn zal worden die nooit nog iets opbrengt.
Dat is de trieste kortzichtigheid van het financieel kapitalisme, en van markten zonder regels. Als de staat de juiste prijzen niet op een of andere manier weet op te leggen, dan verrekenen de geldmarkten de waarde van ons ontzaglijk grote milieukapitaal niet.
Ondertussen weten we dat deze aanpak de kiemen van de zelfdestructie in zich draagt. Het korte termijnperspectief is dusdanig dat de bankier betaald in aandelen desnoods zijn eigen bedrijf ten gronde richt om op korte termijn de waarde van de aandelen en dividenden op te krikken. Après nous le déluge. Zelfs de hogepriester van deze ideologie, Alan Greenspan, moest bekennen dat hij het verkeerd had ingeschat.
Het stuur is stuk
De zelfdestructie is breder. Het financieel kapitalisme heeft enkel oog voor groei, niet voor het verdelen van die welvaartskoek. Dat is niet alleen sociaal en moreel betreurenswaardig, het leidt nu ook tot economische problemen.
De extreem ongelijke verdeling van de koek in de VS heeft de laagst betaalden bewogen tot het aangaan van al te veel schulden – bijvoorbeeld om huizen te kopen – en dat ligt mee aan de basis van de financiële crash. Het gebrek aan sociale bescherming in China zorgt er dan weer voor dat de Chinezen enorm veel sparen, en weinig consumeren. En dat leidt op zijn beurt tot onhoudbare handelsonevenwichten tussen de VS en China die de roep om protectionisme doen toenemen.
Het gebrek aan sociaal beleid is erg op zich, maar het heeft mee de basis gelegd voor grote economische onevenwichten en problemen. Een globalisering zonder regels en zonder internationale coördinatie ondergraaft zichzelf.
Het model van de aandeelhouderswaarde staat uiteraard haaks op modellen van meer gedemocratiseerde economie waarin werknemers, consumenten en overheden rechtstreeks een vinger in de pap te brokken hebben. Met fijne ironie werden modellen zoals de Duitse Mitbestimmung in The Economist neergesabeld als niet meer van deze tijd. Maar het kan verkeren…
Vluchten kan niet meer
De zaken op hun beloop laten, is geen optie. Dan gaat onze economie de komende decennia ten onder aan de zware milieuschokken die op ons af komen, met op de kop de klimaatverandering. Dan blijft de helft van alle mensen te weinig verdienen om menselijk te leven, en creperen vele miljoenen van de honger. Dan zullen de handelsonevenwichten uitlopen op protectionistische schokgolven.
Opnieuw leren sturen
Er zit dus niets anders op: we moeten onze economie leren sturen in dienst van mens en samenleving. Dat vergt ook een andere sturing van de geldstromen. We moeten de economie herontdekken als middel om onze maatschappelijke doelen te realiseren: zinvol werk voor iedereen, een duurzame economie, een betere verdeling van het wereldinkomen zodat iedereen menswaardig kan leven.
Economie niet langer als deel van het probleem maar als deel van de oplossing.
Dirk Barrez & John Vandaele
Dit artikel is deel 1 in de reeks ‘Het stuur van de economie’
Lees alle artikels uit het dossier ‘Het stuur van de economie’
Lees het vervolg volgende week
Het klopt: anders dan in de jaren dertig van vorige eeuw, hebben overheden tijdens deze crash de banken niet failliet laten gaan. Maar dat is geen garantie dat nu wel de noodzakelijke maatregelen worden genomen om het systeem minder zelfdestructief te maken. Wel integendeel.
VOORDEELAANBOD BOEK
HET MONDIALE UITZENDKANTOOR
De campagne voor Waardig Werk wordt op dit ogenblik opnieuw intensiever gevoerd. We zijn blij de lezers van DeWereldMorgen.be een mooi voordeelaanbod te kunnen doen:
SLECHTS 15 i.p.v. 20 EURO VOOR HET BOEK
Het mondiale uitzendkantoor. Waardig werk in tijden van globalisering en crisis van Dirk Barrez en John Vandaele – klik voor dit voordeelaanbod