Met de regelmaat van de klok duiken alarmerende berichten op over de schadelijke invloed van elektromagnetische straling op onze gezondheid.
Een wetenschappelijk onderzoek pakt uit met schadelijke gezondheidseffecten en een ander onderzoek staat al klaar om de gemoederen te sussen.
Tijdens een hoorzitting in het Vlaams Parlement wonden Prof. Victor Moshchalkov van het departement Natuur- en Sterrenkunde van de KULeuven en professor Stefaan Van Gool van de dienst Kindergeneeskunde van het UZ Gasthuisberg te Leuven er echter geen doekjes om: “De permanente blootstelling aan elektromagnetische straling beukt als een pneumatische hamer op ons lichaam in. Over schadelijke effecten op moleculair en cellulair niveau bestaat nu geen discussie meer. Het BioInitiative Report van 2007 spreekt boekdelen.”
Danger in the hot spot?
Elektrosmog
Van zodra er sprake is van spanning en stroom, ontstaat er elektromagnetische straling. Een schemerlamp met de stekker in het stopcontact – en die dus onder spanning staat – leidt tot een elektrisch veld. Met een knip op de schakelaar jaag je stroom door de lamp en ontstaat er ook een magnetisch veld. In combinatie leiden deze twee velden tot een elektromagnetisch veld of elekromagnetische straling.
Zo geven eenvoudige keukentoestellen en huishoudapparaten al aanleiding tot elektromagnetische straling in huis. Voeg daaraan toe de gecontesteerde hoogspanningslijnen en mobiele telefonie en de groeiende digitalisering, informatie- en communicatietechnologie en de trendy wireless society.
En zo belanden we in een steeds dichtere maar onzichtbare stralingswolk van niet-ioniserende magnetische straling.
Moshchalkov visualiseert: “We worden bedolven onder een niet-aflatende stroom aan spam, zonder enige bescherming van een firewall.”
Professor Stefaan Van Gool verwijst naar een uitspraak van Leif Salford (diensthoofd neurochirurgie in de universiteit van Lund): “De beïnvloeding van biologische processen bij mensen door nietioniserende elektromagnetische straling is het ‘grootste biologisch experiment ooit’. De dag van vandaag is het niveau van elektromagnetische straling in onze omgeving 10 miljoen keer groter dan het ooit geweest is…”
To damage or not to damage?
De vraag luidt welke effecten dit alles heeft op de gezondheid en welk risico we lopen. Er zijn tal van studies die besluiten met – zoals dat heet – aantoonbare maar niet ‘bewezen’ effecten. Of in een epidemiologische studie wordt een effect aangetoond, maar zonder hierbij het oorzakelijke verband tussen oorzaak en effect te kunnen verklaren. Andere studies in vitro of op ratten tonen dan wel duidelijk schadelijke effecten aan, maar dan is de extrapoleerheid naar de mens of naar effecten op lange termijn een heikel punt.
En daarnaast is er een hele waslijst met studies die geen effect aantonen.
Als leek is het alvast een onbegonnen karwei om dit kluwen te ontwarren. Maar Stefaan Van Gool reageert, als medicus, verbolgen als hij vaststelt dat wetenschappers, milieudeskundigen en beleidsmensen zich nog altijd bedienen van de stelling dat het tot nu toe nog altijd niet bewezen is dat straling schadelijk voor de gezondheid is. Want dit noemt hij klassieke, oude en achterhaalde wetenschap….
De queeste naar het onomstotelijk bewijs
Steven Van Gool verklaart zijn ergernis: “De queeste naar het homogene en onomstotelijke bewijs is blijkbaar nog altijd aan de gang. En zoals dat nu eenmaal bij een queeste hoort: net dat éne bewijs ga je zeer waarschijnlijk nooit vinden. Ons biologisch systeem zit zo complex in elkaar dat het extreem moeilijk is om een homogene bewijsvoering voor te leggen. Mensen staan naast straling ook bloot aan fijn stof, pesticiden en noem maar op en dit in alle mogelijke gradiënten. Maar al deze bronnen cumuleren in het menselijke lichaam en vormen een risico op kanker. De ene mens is voor elk van deze polluenten al gevoeliger dan de ander. Verder verschilt het vermogen om deze schadelijke straling of stoffen onschadelijk te maken of om schadelijke effecten ongedaan te maken en ervan te herstellen van mens tot mens. Zoek in dit kluwen maar eens naar hét homogene bewijs…
Bovendien is in de geneeskunde een positief effect altijd veel krachtiger dan
een negatief effect. Negatieve resultaten in complexe biologische systemen zijn nu eenmaal minder krachtig in bewijsvoering dan positieve bevindingen.”
Voor Van Gool staat zijn conclusie dan ook als een paal boven water: “De schadelijke effecten van elektromagnetische straling zijn duidelijk meetbaar in eenvoudige systemen en in complexere systemen zijn er op zijn minst ernstige aanwijzingen. Dat er nog geen sluitende homogene bewijsvoering voor handen is, of dat bepaalde duidelijk, schadelijke effecten niet in een andere studie aangetoond zijn, kan niet langer een vrijgeleide zijn om te stellen dat er dus maar géén schadelijke effecten zijn. Daarvoor is de waslijst met degelijke en betrouwbare studies met duidelijk aantoonbare effecten ondertussen té lang en té uitgebreid. Er kan dus vandaag geen discussie meer zijn over de schadelijke effecten van niet-ioniserende straling op moleculair en cellulair niveau.”
Het BioInitiative Report 2007 spreekt boekdelen…
Zowel Moshchalkov als Van Gool verwijzen hierbij naar het BioInitiative Report, dat in augustus 2007 gepuliceerd werd. Dit lijvige rapport is het werk van de BioInitiative Working Group, bemand met gerenomeerde oncologen, neurowetenschappers en experten van het European Environment Agency Program, de European Biomagnetic Society, het Institute of Environmental Health,….
Dit rapport nam meer dan 2000 wetenschappelijke studies en reviews – en dit op alle niveaus: van moleculaire en cellulaire studies, over proeven op dieren (ratten, insecten,…) als bij mensen, tot casecontrol studies, epidemiologische onderzoeken en meta-analyses – onder de loep.
De rode draad is duidelijk en het rapport concludeert: “Er zijn substantiële bewijzen dat elektromagnetische straling leidt tot allergische en ontstekingsreacties, veranderingen in het immuunsysteem en beschadiging
van het DNA. Verder zijn er ernstige aanwijzingen dat dit op lange termijn kan resulteren in DNA-breuken en kankers, permanente celstress en vroegtijdige veroudering en wijzigingen in de hersenfuncties (geheugenverlies, vertraagd leren, tragere motoriek en andere stoornissen bij kinderen, hoofdpijn, oververmoeidheid, slaapstoornissen,…). Bovendien treden deze effecten al op ver beneden de huidige stralingsnormen en zijn de effecten van de verschillende soorten stralingen en bronnen cumulatief.”
Als een porseleinen kopje met gouden randjes in de microgolfoven …
Dat de elektromagnetische straling in de lucht interferereert met het menselijk lichaam op moleculair en cellulair niveau, is niet zo verwonderlijk.
Victor Moshchalkov legt uit: “In ons lichaam bevinden zich overal – in de hersenen, in het ruggemerg,… – hyperfijne zenuwcellen en membranen.
Er zitten pakweg honderd biljoen neuronen in onze hersenen en nog eens een biljoen in ons ruggemerg. Die talloze neuronen in ons lichaam vormen niet alleen een fijn maar ook een geleidend werk dat signalen van de ene cel naar de andere cel stuurt. Een fijn gouden netwerk van geleidende,
biologische draden dus. De rest van ons lichaam is veel minder geleidend en kan je beschouwen als een goeie isolator. Dat perfecte organisme werkt met zeer lage spanningen – de grootste spanning waaronder een zenuwcel staat is 30 millivolt – en zeer lage stroom, in een grootteorde van 10 tot 1000 picoampère.”
“Je kunt dus het menselijk lichaam,” zo vervolgt Moshchalkov zijn betoog, “vergelijken met een porseleinen kopje met gouden randjes. De gouden randjes bestaan uit fijne geleidende (metalen) draden en het porselein is de goede isolator. Iedereen kan zich het tafereel voorstellen, als je dit kopje in een microgolfoven steekt: “Met het porseleinen kopje zelf gebeurt er niks, het warmt zelfs geen sikkepit op, maar de gouden randjes geven vuurwerk.
Met de huidige niveaus van elektromagnische straling in onze omgeving is het precies alsof de mens permanent in een microgolfoven vertoeft.”
Of als… een homogene zak water?
Maar in de ogen van het ICNIRP (International Commission of Non-Ionizing Radiation Protection) is de mens geen porseleinen kopje met gouden randjes maar een homogene zak gevuld met ongeveer 80 liter water. Met dit mensbeeld ziet de commissie de fijne structuur van cellen, membranen en zenuwen in het menselijk lichaam volledig over het hoofd. Met deze hypothese houdt het ICNIRP dus enkel rekening met thermische effecten van elektromagnetische straling: het water in de homogene zak dat opwarmt. Interferentie van de straling op moleculair en cellulair niveau komen op deze manier zelfs niet eens ter sprake.
Victor Moshchalkov noemt deze aanpak dan ook pure onkunde en een grove fout: ”Hiermee slaan deze normen de bal minstens met een factor 100 tot 1000 mis. In het Oostenrijkse Salzburg heeft men dit al langer dan vandaag begrepen. Voor het frequentiegebied waarin zendmasten opereren, bedraagt de norm voor de uitgezonden elektrische veldsterkte 41 volt per meter (V/m). In België ligt de norm op 20,6 V/m. Salzburg legde in 1998 de lat al op 0,6 V/m. Technisch en economisch stelde dit weinig problemen en in 2002
werd de norm verscherpt tot 0,06 V/m. En je kunt er even goed perfect mobiel telefoneren.”
Gezonder in de elektrosmog
Een andere lacune in de normering en de wetgeving is dat ze nauwelijks rekening houden met de cumulatieve effecten van de verschillende soorten straling en verschillende bronnen. Uiteindelijk wordt onze leefomgeving volgestouwd met gsm en UMTS-masten, allerlei draadloze toestellen, hot spots en spenderen we alsmaar meer tijd aan de gsm of aan de draadloze telefoon. In deze elektrosmog zijn fors strengere normen dringend aan de orde, zodat ze integraal een gezonde leefomgeving garanderen, zonder hierbij kinderen, hypergevoelige personen en dragers van elektronische implantaten en pacemakers te discrimineren. Het BioInitiative Report 2007 stelt in open lucht een waarde van 0,6 volt per meter en voor indoor 0,06
volt per meter voorop. En voegt er in één adem aan toe dat een veilige en gezonde toekomst wellicht nog scherpere normen vergt…
Nu worden allerlei nieuwe toepassingen van de draadloze technologie – bluetooth, hotspots, UMTS, elektronische productbeveiliging in de winkels,… – op de markt gegooid zonder dat effect hiervan, laat staan het cumulatief effect van dit alles, ook maar in vraag gesteld wordt.
Moschchalkov: ”Je hebt één hot spot, dan nog één en nog één en op de duur leef je in één grote hot spot. Pas op, ik ben de idee van een hot spot op zich niet ongenegen, maar dan moet de industrie er eerst voor zorgen dat ze dit kan realiseren met stralingsniveaus die minstens een factor 100 lager liggen. Nu loopt een mens met een pacemaker – die zonder dat hij het weet – zit te eten in de buurt van een hot spot het risico om ter plekke dood te vallen.”
Bewust leven in de elektrosmog
Met de explosieve en zelfs wilde ontwikkeling van de draadloze technologie staan we voor een nieuwe beproeving. De consument haalt deze handige speeltjes als bluetooth, gsm, draadloze telefoon in huis…, maar staat nauwelijks stil bij de potentiële gezondheidsrisico’s. Hij wordt er trouwens ook nauwelijks op gewezen. Objectieve informatie over de risico’s is essentieel zodat hij op elk moment een bewuste keuze kan maken. Niet alleen of hij al het al dan niet in huis haalt, maar ook hoe hij er op een verstandige manier mee dient om te gaan.
Victor Moshchalkov verwijst hierbij naar een gangbare praktijk in Wenen: “Sinds 2005 krijgt iedereen er bij zijn bezoek aan de dokter een brochure met informatie. Dit document is opgesteld door de geneeskundige orde en geeft advies om veiliger en gezonder te bellen.”
Tijd om in te grijpen
Stefaan Van Gool stelt dat het hoog tijd is om in te grijpen: “Het is een pijnlijke vaststelling, maar de geschiedenis dreigt zich te herhalen. Vergelijk het met asbest, roken of alcohol. Er waren bij deze problematieken ook al lang schadelijke effecten duidelijk aangetoond. Maar toen liet men ook lang tijd begaan, omdat nog niet alles tot in de puntjes voor 100% wetenschappelijk bewezen was. Er is toen helaas te veel water naar zee gevloeid, vooraleer de overheid besliste om de productie van asbest te verbieden of om de bevolking intensief te sensibiliseren over de gevolgen van roken en alcohol. Nu is the wireless society – net als roken en alcohol toen – al flink ingeburgerd. Maar dit mag geen reden zijn om alles dan maar zijn gang te laten gaan en de elektromagnetische belasting ongebreideld en ongecontroleerd te laten toenemen. Het is hoog tijd om de bestaande en uiteraard ook de nieuwe technieken en toepassingen te kanaliseren in functie van de gezondheid voor de mens en, als dit zo blijkt, waar nodig ook terug te schroeven.”
De best beschikbare techniek
In de milieuwereld is BBT (Best Beschikbare Techniek) een ingeburgerd begrip. Nieuwe exploitaties of toepassingen kunnen pas als ze zich bedienen van de best beschikbare technologie op dit ogenblik.
En hier geeft Victor Moshchalkov de operatoren van de mobiele telefonie een veeg uit de pan: “Zij kiezen nu voor de gemakkelijkste en goedkoopste technologie: draadloos met goedkope masten. Dit systeem vergt een bos van antennes om zo de gesprekken, sms’en en – sinds de opkomt van de UMTS – ook foto’s en filmpjes van de ene antenne naar de andere antenne door te sturen, tot aan de dichtstbijzijnde antenne van de ontvanger. Dit omslachtig systeem van ‘rolling over’ veroorzaakt heel veel elektromagnetische straling. Ik pleit voor een samenwerking tussen de kabelmaatschappijen en de operatoren van mobiele telefonie.
Door de combinatie van de technologie van optische vezelkabels met de draadloze technologie kan je al deze vormen van communicatie veel sneller én met een pak minder zendmasten maar vooral met véél minder elektromagnetische straling in de leefomgeving aan de man brengen.
Ik ben geen tegenstander van draadloze communicatie, maar gebruik deze techniek op die manier, dat ze compatibel is met de gezondheidszorg.”
Patrick Verheye