De bijzonder krachtige aardbeving die zaterdag Chili heeft getroffen, heeft al meer dan 700 dodelijke slachtoffer gemaakt. Dat heeft de Chileense presidente Michelle Bachelet zondag verklaard. Het epicentrum van de aardschok lag ruim 300 km ten Zuiden van de hoofdstad Santiago de Chile.
Internationale zakenkringen verwachten dat de koperprijs maandag met zo’n 3% zou kunnen stijgen, als gevolg van de aardbeving. Vrijdag sloot de internationale richtprijs van een ton koper (voor levering over 3 maanden) op de Londen Metal Exchange af op $7.195.

Chili is met nagenoeg een derde van de globale koperproductie ‘s werelds belangrijkste producent van het rode metaal. De grootste kopermijnen hebben geen schade ondervonden van de aardbeving. Ze liggen in het Noorden van het land. Maar de internationale markt verwacht dat de export vanuit Chili bemoeilijkt kan worden door schade aan wegen en havens. Grote verbruikers van koper zouden voor alle zekerheid ook extra-voorraden kunnen inslaan. Die verwachting zal waarschijnlijk de koperprijs omhoogduwen. Maandagochtend, bij de opening van de grondstoffenbeurzen in Azië en van de London Metal Exchange, zal blijken welke impact de natuurramp in Chili op de richtprijs voor koper heeft.

Chili was met een jaarproductie van 5,4 miljoen ton in 2008 veruit het belangrijkste koperproducerende land. Meteen na de aardbeving van zaterdag viel in vier kopermijnen in Centraal-Chili de productie stil. Dat was het geval in El Teniente en Andina, beide eigendom van de staatsmijnmaatschappij Codelco, en in Los Bronces en El Soldado, die eigendom zijn van de Britse maatschappij Anglo American. El Teniente is de grootste ondergrondse kopermijn ter wereld, ze bracht in 2009 ruim 400.000 ton koper voort. Codelco verwachtte de productie snel te kunnen hervatten. Anglo American zei geen stroom te hebben in zijn twee stilgevallen mijnen.

De grootste mijnen in Chili liggen honderden kilometers benoorden het epicentrum van de aardbeving. Deze mijnen zouden geen noemenswaardige schade hebben geleden. Escondida, de grootste kopermijn ter wereld, draaide zondag normaal. Escondida is voor 57,5% eigendom van BHP Billiton, een Brits-Australische onderneming en de Nummer-Eén in de internationale mijnbouw. De Nummer-Twee, Rio Tinto uit Groot-Brittannië, is met 30% mede-eigenaar van Escondida.

Het gros van het Chileense koper wordt door deze multinationals geëxporteerd tesamen met Anglo American, Freeport McMoran uit de VS en XStrata uit Zwitserland. Codelco, eigendom van de Chileense staat, neemt zo’n 11% van de wereldkoperproductie voor zijn rekening.

Twee kleinere Chileense havens, in San Antonio en Valparaiso, zijn door de aardbeving stilgevallen. Maar de voornaamste exporthaven in Antofagasta is blijven werken. Chili zegt ook over genoeg kopervoorraden te beschikken om de leveringen aan het buitenland te kunnen voortzetten. Bovendien zouden de wereldstocks sinds zes jaar niet meer zo hoog geweest zijn als nu, een gevolg van de globale economische crisis.

Hoewel de operaties in Chili bijzonder lucratief zijn voor de genoemde multinationale mijnbouwbedrijven, pakte geen van hen zondag op hun websites al met een verklaring over de katastrofe in Chili uit.

Op sociaal vlak, tenslotte, zijn de afgelopen maanden in de Chileense mijnsector nieuwe akkoorden tussen vakbonden en patroons afgesloten. Volgens de internationale federatie van mijnwerkersvakbonden, ICEM, hebben de mijnwerkers in veel bedrijven met stakingen hun eisen kracht bijgezet en hun slag thuisgehaald.

Zo zag BHP Billiton zich verplicht een loonsverhoging van 5% èn een bonus van $28.000 per arbeider toe te staan aan de mijnwerkers van Escondida. De 5600 mijnwerkers van Chuquicamata, eigendom van Codelco, dwongen een loonsverhoging van 4%, een bonus van $24.280 en de mogelijkheid om een renteloze lening aan te gaan af.