De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Zweeppartijen en democratie
Democratie, De Wereld Morgen, Nationalisme, NV-A, Formatie, Zweeppartij, Vlaams -

Zweeppartijen en democratie

woensdag 19 januari 2011 21:36
Spread the love

Deze bijdrage is de neerslag van een poging om te begrijpen wat er allemaal gebeurt in mijn land dat geclaimd wordt door de Vlamingen. Ik ben blij dat in de opinies over de formatie ook democratische stemmen zich meer en meer laten horen.

Democratisch wijst hier op een voortdurend geloof in een politiek systeem gegrondvest op de zoektocht naar de consensus of minstens het compromis tussen verschillende ideologieën. Het geloof in consensus en compromis staat ontegensprekelijk in contrast met de historisch lang aanslepende formatiegesprekken. Met het oog op dit contrast en op de toenemende druk op de grootste Belgische partij zou ik willen betogen dat de NV-A in wezen een zweeppartij is. Zo’n partij mag niet verwacht worden opgewassen te zijn tegen de hoofdrol die ze nu toebedeeld krijgt in het proces van de democratische besluit- en regeringsvorming. De mogelijkheden van de NV-A om deze rol op te nemen worden ook om een andere reden beperkt. Dat valt op wanneer we van dichtbij onderzoeken welk inhoudelijk politiek punt de NV-A nu eigenlijk naar voren heeft willen schuiven.

Zweeppartij ofte ‘one-issue’-partij
Vooreerst klinkt de benaming ‘zweeppartij’ of ‘one-issue-partij’ minder goed dan hun belang in een democratie zou doen vermoeden. Zweeppartijen hebben hun sporen verdient als het erop aankomt bepaalde maatschappelijk controversiële of gevoelige punten op de agenda te plaatsen. Zo zijn er de partijen als het Vlaams Belang die ons verplicht hebben doen nadenken over hoe we omgaan met vreemdelingen en economische migratie. Er zijn partijen als Groen! die het belang van ons leefmilieu als volwaardig politiek thema ingang hebben doen vinden. Er zijn partijen als de PvdA die een voortdurend oog houden op de zwakste economische actoren. Zo’n punt op de politieke agenda plaatsen lukt als vanzelfsprekend beter al naargelang het electoraal gewicht dat de zweeppartij in de schaal kan leggen toeneemt.

Maar! Een zweeppartij kent een inherent dubbelzinnig bestaan. Eens zij haar agendapunt heeft gekregen waar het staan moet maakt zij zichzelf immers overbodig.

Deze stelling is centraal aan dit betoog. Het lijkt nu zo dat de NV-A haar missie voltooid heeft: al maanden ligt niets anders dan voorstellen tot institutionele hervormingen met een Vlaamse stempel op tafel en daarenboven zijn alle Vlaamse partijen wel wat Vlaamser geworden. Tijd dus, strikt genomen, voor de NV-A om plaats te ruimen voor andere partijen. Partijen die wel gedragen worden door een ideologie en die bovenal bereid en bekwaam zijn om compromissen te sluiten.

Welke ‘one-issue’? Wat is dat, ‘Vlaamser’ worden?
De vorige alinea eindigde provocerend met de implicatie dat de NV-A niet gedragen zou worden door een ideologie. Misschien is het niet onbelangrijk, voordat de NV-A de stap terug zet, na te gaan wat deze partij nu precies op de agenda heeft willen zetten?

In welke zin beantwoordt het succes van de NV-A dan aan een (democratische) nood in onze samenleving?

Het Vlaams-nationalistisch discours van de NV-A en het succes ervan wijst, denk ik, in de eerste plaats op een duidelijke roep om een identiteitsvorming bij de burgers van dit landsdeel. Clichématig lijkt dat voort te komen uit een algemene en omzeggens postmoderne onzekerheid. Het is een gegeven dat het zeer moeilijk is om aan nationalistische identiteitsopbouw te doen zonder zichzelf in grote mate te definiëren tegenover en ten koste van iemand anders, het andere (dat wordt als eens met een hoofdletter geschreven), het vreemde. De mate waarin dit nu gebeurt, is niet meer van aard om de neutrale en rationele omgeving te scheppen die politiek gezien noodzakelijk is om tot een overeenkomst te komen tussen vertegenwoordigers van alle mensen van een samenleving – met andere woorden om te voldoen aan ons bovenvermelde democratisch uitgangspunt.

We doen er goed aan voor ogen te houden dat wanneer we ons afvragen wat ‘Vlaamser worden’ nu juist te betekenen heeft, we aan het zoeken naar een ‘issue’ en niet naar een ideologie. Nationalisme is immers geen ideologie maar een identiteitsvorming. ‘Vlaming-zijn’ heeft geen ideologische inhoud of normatieve betekenis. Het staat niet voor een of andere waarde of een overtuiging. Net zo min als Europeaan-zijn, autochtoon-zijn (vgl. de ‘one-issue’ van het Vlaams Belang) of Ariër-zijn een ideologische of normatieve inhoud heeft. Deze laatste verwijzing is bewust en wijst naar de extreme maar gekende gevolgen van het toestaan dat normatieve inhoud gekoppeld wordt aan louter nationalistische identiteit.

Nog steeds op zoek naar wat de NV-A als zweeppartij op de agenda heeft gezet onder het motto van ‘alles moet Vlaamser’ kunnen we ons afvragen of er dan helemaal geen normatieve inhoud verbonden zijn aan deze Vlaams-nationalistische beweging? Ik denk nochtans van wel. In de mate dat er een normatief aspect verbonden is aan ‘alles moet Vlaamser’ betreft het enerzijds de politieke en institutionele aspiratie dat elk beleid op het daartoe gepaste niveau gevoerd moet worden en anderzijds het daarmee losjes verbonden principe van een rationele en efficiënte overheid. Sommige zaken regelen we best op Europees niveau. Sommige zaken regelen we gemeentelijk. Zo zullen zeker ook bepaalde beleidsdomeinen zich goed laten regelen op Vlaams niveau. In ogen van een Flamingant zal dat zo goed als alles zijn. Op dit punt past als vanzelfsprekend de politieke bescheidenheid om de eigen wil niet onverdeeld op te leggen aan alles en iedereen. In de mate dat een ruime meerderheid van de burgers niet gelooft in het uitgangspunt dat zowat alles best op Vlaams niveau geregeld wordt, is het vreemd dat het land gegijzeld wordt door deze ietwat extreme visie.

Belangrijk : Wat hoort niet bij de ‘one-isse’?
Daarnaast staat ‘alles moet Vlaamser’ in de zin van de NV-A voor een ethiek van de centen. Wie rijk is, heeft daarvoor gewerkt. Wie arm is, zal bijgevolg niet goed gewerkt hebben. Dit rechts-liberale idee wordt door de NV-A toegepast op de gepropageerde tegenstelling Vlaams-Waals. Maar even consequent wordt het ook ‘tegen’ de gevestigde principes van sociale zekerheid en belastingen gebruikt. In deze zin is er dus wel sprake van ideologie die de NV-A schraagt maar zulks is helemaal geen aspect meer van het ‘Vlaamse’.

Vlaams zijn heeft immers geen immers geen normatieve betekenis, waarom zou het dan opgeëist kunnen worden door een rechts-liberale ideologie?

Het zou de formatie aan beide zijden van taalgrens bijgevolg goed doen een duidelijk onderscheid te maken tussen de rechtse ideologie van deze partij en de non-ideologie van het ‘Vlaams-zijn’.

De vermenging van de non-ideologie met de ideologie
Het valt de NV-A allicht niet te verwijten dat zij niet in staat is het compromissen te sluiten met andere partijen op basis van een uitgewerkt programma dat deze partij zou moeten schragen. Hoe meer de NV-A immers van het ‘Vlaamse discours’ afwijkt, hoe meer enkel een doorsnee rechtse partij zou overblijven. Maar dan is zij niet meer de ‘one-issue-partij’ gebaseerd op de non-ideologie van het Vlaams-nationalisme. Dan verlaat ze de voor haar aantrekkelijke situatie waarbij evenveel aanhangers in haar ‘Vlaams standpunt’ evenveel verschillende dingen kunnen lezen.

Het komt er op aan de partij en haar leiders aan zichzelf toegeven verkozen te zijn op basis van haar karakter als zweeppartij. Bart de Wever, als man van het intellect en als historicus, moet ook inzien dat het Vlaams-nationalisme op zich geen normatieve eisen kan of mag stellen. De partij is in ieder geval niet verkozen op basis van één of ander rechts-liberaal (schier onuitgewerkt) partijprogramma dat een ideologische overtuiging zou incorporeren. Een overtuiging die dan nog eens sterk genoeg ontwikkeld zou moeten zijn om er vervolgens deels afstand van de te kunnen doen om er compromissen rond te sluiten.

De NV-A heeft in positieve termen uitgedrukt enerzijds een efficiëntieclaim geuit ten aanzien van de bestuurlijke niveaus en daarnaast duidelijk gemaakt dat onze samenleving nood heeft aan positieve identiteitsvorming. In de mate dat zij toch een rechts-liberale ideologie claimen moeten zij naar mijn mening bereid zijn afstand te doen van de claim die zij leggen op al wat ‘Vlaams’ is – en dat zie ik niet gebeuren. Deze partij, als zweeppartij, verdere kwaliteiten toedichten is de waarheid geweld aandoen en vooral de verdere politiek onmogelijk maken.

Het is belangrijk in te zien hoe ‘alles moet Vlaamser’ en ‘Vlaming-zijn’ bij gebrek aan normatieve inhoud geen richtingwijzers kunnen (en sinds 1945 ook niet meer mogen) zijn voor een normatief oordeel over hoe we best onze politieke samenleving inrichten.

Bijvoorbeeld: een sociale zekerheid valt ideologisch gezien niet op ‘Vlaamse’ leest te schoeien. Technisch gezien wel, we bekijken ‘Vlaams’ dan als een geografische omschrijving. Binnen deze hypothetische Vlaamse sociale zekerheid zullen vervolgens de echte ideologische discussies de kop weer op steken.

Er anders over oordelen is oordelen dat mensen op basis van taal of huidskleur aparte categorieën uitmaken die meer impliceren dan enkel het vermelde verschil in taal of huidskleur. Hoewel ik zelf geen geschiedenis heb gestudeerd, lijkt het mij verstandig zulke veronderstelling niet aan te hangen.

En dan nu tijd voor politiek?
Maar hoe moeilijk blijkt het, tenslotte, om eens men in zo’n machtspositie zit, toe te geven dat men zijn rol volbracht heeft? De Vlaamse kwestie staat, in haar onuitgesplitste vorm weliswaar, ondertussen al maanden op de agenda. Maar, jammer genoeg, het enige wat de burgers in die maanden te zien kregen is een poging om met die behaalde 30% van de stemmen een zo ‘historisch’ mogelijk zweepslag te laten weerklinken. Een in het wezen van de NV-A ingebakken houding zorgt voor een blokkering van de onderhandelingen en zo voor een bijkomstig en kunstmatig geënsceneerd besluitvormingsdeficit dat handig ten tonele wordt gevoerd om het failliet van België nogmaals in de verf te zetten. Dat klopt natuurlijk niet. Deze partij is per definitie geen partij om compromissen te maken, ze is niet gebouwd noch verkozen op basis van een voldragen ideologie.

Het probleem samengevat : nu de Vlaamse zaak, in de vorm van de bovenvermelde bestuurlijke aspiraties, bovenaan op de agenda staat zou een akkoord sluiten evenveel betekend als zichzelf overbodig maken. Identiteitsvorming is helaas nog geen politieke opdracht. Het valt ook niet in te zien waarom het deelgebied dat de politiek uitmaakt zou moeten zorgen voor identiteitsvorming. De vermeende rechts-liberale onderbouw kan in geen geval Vlaams genoemd worden – al was het maar omdat er nog altijd heel veel Vlamingen kritisch zijn tegenover deze mens- en maatschappijvisie. Hier ligt dan ook de moeilijkheid. De partij is immers verkozen als zweeppartij met een even vage als welgesmaakte ‘Vlaamse’ claim. Nu zij die claim met verve heeft gelegd heeft zij zichzelf in deze fase van het democratisch besluitvormingsproces overbodig gemaakt.

Het is alsof de uitgeputte mierenkoningin die geen eitjes meer legt als een schoonmoeder over haar kolonie zou blijven waken.

Voor de volledigheid nog zeggen dat de hypothese dat 100% van NV-A stemmers slechts tevreden zou kunnen zijn met een onafhankelijk Vlaanderen (de extreme invulling van de Vlaamse bestuurlijke aspiraties die wel normatief geïmpliceerd liggen in de ‘alles moet Vlaamser’) stuit nog steeds op enerzijds een politieke realiteit en anderzijds een democratische basisveronderstelling die willen dat een minderheid niet zomaar zijn wil niet kan opleggen aan een meerderheid.

Ten eerste male heb ik sympathie voor alle politieke partijen die België rijk is en voor het democratisch systeem dat gedragen worden door verschillende ideologieën. Verschillende mensen worden door het volk om verschillende redenen afgevaardigd. Toch zijn we terecht trots dat de democratie de intellectuele kracht om consensus en compromissen tot stand te brengen aanmoedigt. Het is het systeem dat ervoor heeft gezorgd dat het na zovele jaren nog altijd niet zo slecht wonen is in België. We vergeten bij zoveel politiek optimisme niet alle zweeppartijen te bedanken voor bewezen diensten allerhande. We sluiten mekaar weer in de armen en leven nog lang en gelukkig, zonder de – helaas diepmenselijke – eigenschap tot demoniseren van alles wat anders en vreemd is al te zeer toe te laten in onze hoofden.

take down
the paywall
steun ons nu!