Meer dan 4,8 miljoen Zuid-Soedanezen zullen in de komende maanden lijden onder ernstige voedseltekorten. Het risico op hongersnood bedreigt grote delen van het land, melden woordvoerders van de VN-Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), het Wereldvoedselprogramma (WFP) en het VN-kinderfonds UNICEF.

De verslechterende situatie valt samen met een ongebruikelijk lang tussenseizoen, waarin gezinnen door hun voedselvoorraad van het vorige oogstseizoenheen raken terwijl de nieuwe oogst nog op zich laat wachten.

In juli 2016 zullen 4,8 miljoen mensen voedselhulp nodig hebben. In april 2016 waren dat er al 4,3 miljoen. Dit is het hoogste aantal mensen sinds tweeënhalf jaar geleden een etnisch conflict uitbrak in Zuid-Soedan. Dat aantal houdt geen rekening met de 350.000 inwoners van de door de VN beschermde gebieden of andere opvangplaatsen voor ontheemden (interne vluchtelingen binnen hun eigen land).

Interne vluchtelingen

“We maken ons grote zorgen over het feit dat de voedselonzekerheid zich uitbreidt naar gebieden waar geen conflicten zijn, terwijl de prijzen stijgen, wegen niet begaanbaar zijn en markten niet functioneren. Daardoor kunnen veel gezinnen, zelfs in steden, niet aan voedsel komen”, zegt Serge Tissot van de FAO.

Door de honger vluchten veel gezinnen vanuit Zuid-Soedan naar buurlanden. Alleen al in de afgelopen paar maanden trokken naar schatting honderdduizend Zuid-Soedanezen de grens over naar Soedan, Kenia, de Democratische Republiek Congo en Oeganda.

“De ondervoeding bij kinderen is nog steeds alarmerend”, zegt Mahimbo Mdoe, UNICEF-vertegenwoordiger in Zuid-Soedan. “Sinds het begin van 2016zijn meer dan honderdduizend kinderen behandeld voor ernstige ondervoeding. Dat is een toename van 40 procent vergeleken met dezelfde periode in 2015 en een toename van 150 procent sinds 2014.”