Chief More’s Funeral, GaMogopa, 1989 ?Courtesy Lunetta Bartz, MAKER, Johannesburg © Santu Mofokeng
Nieuws, Afrika, Cultuur, Recensie, Fotografie, Tentoonstelling, Zuid-Afrika, Antwerpen, Apartheid, Holocaust, Auschwitz, Townships, Concentratiekampen, Santu Mofokeng, Extra City Antwerpen, Corinne Diserens, Theresienstadt, Sachsenhausen, Zinnowitz, Ravensbrück, Kerkelijke gemeenschappen, Motuleng-grotten - Gawan Fagard

Zoektocht naar nieuwe spiritualiteit: ‘Chasing Shadows’ van Santu Mofokeng in Extra City

ANTWERPEN - Extra City presenteert deze zomer een uitzonderlijk uitgepuurde tentoonstelling van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Santu Mofokeng. Curator Corinne Diserens selecteerde zes reeksen van foto’s, een relatief kleine en overzichtelijke hoeveelheid, die weliswaar een samenvatting biedt van dertig jaar ononderbroken activiteit van de fotograaf.

woensdag 20 juni 2012 15:35
Spread the love

Extra City, Antwerpens meest conceptuele en proces-georiënteerde kunsthal, presenteert deze zomer een uitzonderlijk uitgepuurde tentoonstelling van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Santu Mofokeng, geproduceerd door de Kunsthalle Bern, Jeu de Paume Parijs en Bergen Kunsthall.

Curator Corinne Diserens selecteerde zes reeksen van foto’s; een relatief kleine en overzichtelijke hoeveelheid die weliswaar een samenvatting moeten bieden van dertig jaar ononderbroken activiteit van de fotograaf. Verspreid over enkele ruimtes die eenvoudig en stijlvol het pakhuis van Extra City indelen, krijgen we een beeld van een fotograaf die niet terugschrikt om zijn eigen zoektocht naar zingeving centraal te stellen, zowel vanuit individueel als een maatschappelijk perspectief.

Soms doet het wel eens goed dat een huis als Extra City zich inzet voor een radicaal essayistische en visueel sterke aanpak. Geschoeid op een postkoloniale leest komt Santu Mofokeng met een nieuwe beeldsacraliteit aandragen die de zoektocht naar een esthetische balans en een spirituele diepgang weet te herenigen in één groot en consequent gebaar.

Sinds het einde van het apartheidsregime in 1994 dook er in Zuid Afrika een generatie van kosmopolitische fotojournalisten en kunstfotografen op die dankzij de nieuw verworven persvrijheid in staat was om een oeuvre op te bouwen en relatief snel internationaal door te breken.

Aangezwengeld door het blad DRUM, dat zich hoofdzakelijk richtte op een zwart-Afrikaans publiek, ontstond er een militant, politiek geladen beeldnarratief dat de onrechtvaardigheden van de apartheid verbeeldde en de wereld in stuurde. Fotografen als Peter Magubane en David Goldblatt vertolkten het onmenselijke leven in de townships dat er ondanks de politieke veranderingen nog steeds even erbarmelijk aan toe ging.

In deze generatie van jonge, gedreven reporters bevonden zich echter ook voorstanders van een positievere aanpak, waarbij de zwart-Afrikaanse bevolking werd verbeeld in haar (gelijk)waardigheid en optimisme – zo werd bijvoorbeeld de fotograaf Zwelethu Mthethwa algauw bekend voor zijn kleurrijke portretten waarin hij mensen toonde in hun zelfgemaakte, uiterst inventieve interieurs of op hun geïmproviseerde werkvloer.

Het overheersende debat op dat moment was er een tussen enerzijds een documentaire aanpak, die op een eerder factuele en soms militante wijze de vaak harde realiteit in beeld bracht, of anderzijds een esthetische, gepoëtiseerde fotografie die hoofdzakelijk hoop op een nieuwe toekomst voorafspiegelde.

Ten overstaan van dit debat verhoudt het werk van Santu Mofokeng zich op uiterst ambigue wijze. Met zijn verfijnde zwart-wit fotografie dringt hij door in de dramatische stratigrafie van de Zuid-Afrikaanse sociale geschiedenis, maar dat alles gezien door de ogen van een estheet die zich hoofdzakelijk lijkt te interesseren voor de epifanie van het fotografische medium zelf, waarbij een spel van licht en duisternis duizenden gradaties van grijs op de gevoelige plaat weet te toveren.

Deze spanning tussen enerzijds tragische onderwerpen uit een nog steeds traumatiserend recent verleden en de heldere, esthetische kracht van traditionele analoge zwart-wit fotografie, creëert een complex beeld van het leven in de townships, maar dringt tegelijkertijd door tot meer algemeen-menselijke vraagstukken.

Santu Mofokeng portretteert niet zomaar de voortdurende strijd om het overleven, maar zoomt in op juist die relatief onzichtbare momenten van intimiteit waarop de gemeenschap zich in zijn soevereiniteit herstelt.

In de zes fotoreeksen die Extra City deze zomer presenteert, komt deze zoektocht naar verheffing tot uiting in een indrukwekkende documentatie van individuele alsook collectieve rituelen. Als gevolg van de extreme discriminatie van zwarte congregaties tijdens de apartheid, hebben religieuze gemeenschappen niet-architecturale tempels van gebed opgericht in de natuur, maar ook op publieke plaatsen in de stad.

In de reeks ‘Appropriated Spaces’ gaat Mofokeng op zoek naar het problematische begrip van ‘thuis’ (de Engelse term home is in deze context slecht vertaalbaar), dat in deze context zowel een geopolitiek als spiritueel karakter krijgt. Zo documenteert hij bijvoorbeeld een zionistisch-apostolische kerkdienst die plaatsvindt in een verpauperde uithoek van het centrum van Doornfontein.

Ondanks de donkere schaduw van een overhangend pand dat als een zwarte dreiging boven de hoofden van de gelovigen hangt en de verticale verbinding dreigt te verstoren, lijkt Santu Mofokeng toch een uitweg te suggereren. Met discretie en begrip tracht hij de bovenzinnelijke kracht die uitgaat van deze samengeschoolde groep de ademruimte te geven die het postapartheidsbeleid hen nog steeds blijkt te ontzeggen.

Ook in de reeks ‘Train Church’ uit 1986 komt deze empathische verbeelding van rituele activiteiten tot uiting. Drummend in een stoptrein tussen Soweto en Johannesburg fotografeert Santu Mofokeng een spontane mobiele gebedstonde. De lawaaierige sfeer in de piekuurtrein wordt gedempt en gekaderd in Mofekengs zwart-wit fotografie die inzoomt op de verschillende vormen van religieuze trance waaraan de gelovigen zich wijden.

Mofokengs eigen betrokkenheid bij dit gebeuren, dat, zoals hij zelf aangeeft, aanvankelijk zijn ochtendlijke zielenrust verstoorde, wordt nu een gedeelde ervaring met transformatieve kracht die ook de toeschouwer niet onberoerd kan laten.

Santu Mofokeng’s toenemende interesse in de publieke rituelen van zwarte gemeenschappen documenteert niet zomaar een cultureel fait-divers van de Zuid-Afrikaanse maatschappij. Op kritische, doch relatief militante wijze pleit de fotograaf inderdaad voor een eerherstel van de verschillende kerkelijke gemeenschappen en benadrukt hun positieve rol in de strijd tegen de apartheid, die maar al te vaak over het hoofd gezien wordt.

De kerkgemeenschappen droegen niet alleen bij tot een sociale cohesie, maar ook tot een proces van zingeving bij de massale volksverhuizingen en bij de constructie van de townships buiten de centrumsteden. Noodgedwongen ontstond er een mystieke natuurbeleving die gekoppeld werd aan een christelijk transformatiebegrip, waardoor het nieuwe landschap als het ware een mythologische herbestemming onderging. Deze vorm van geestelijke toe-eigening van het landschap, zo lijkt Santu Mofokeng te suggereren, speelt nog steeds een essentiële rol in de overlevingsstrategie van zwarte gelovigen in Zuid-Afrika.

In de reeks foto’s die ook de titel aan de tentoonstelling gegeven hebben, ‘Chasing Shadows’, onderzoekt en thematiseert Santu Mofokeng expliciet de vraag die ons reeds vanaf het begin van deze tentoonstelling intrigeerde, maar nog onbeantwoord bleef: wat is Mofokengs eigen relatie tot religie en hoe staat dit in verband met zijn eerder journalistieke reportages die zich vooral concentreren op de geopolitieke aspecten van de apartheid begin jaren negentig?

Mofokengs reeksen van de laatste vijftien jaar onderscheiden zich op subtiele wijze van het werk van voorheen in die mate dat hij op een zelfreflexieve wijze zijn eigen subjectieve standpunten gaat onderzoeken en in beeld brengen. Deze essayistische werkwijze brengt een intensivering van de esthetiek met zich mee die hem de afgelopen decennia dichter en dichter bij de kunstfotografie heeft doen aanleunen.

Als begunstigde van een Ernest Cole Scholarship in New York (1991) en een DAAD-beurs in Berlijn (2001), kreeg Santu Mofokeng steeds meer gelegenheid zijn werk internationaal tentoon te stellen in het circuit van de kunstfotografie, totdat hij deze overzichtstentoonstelling aangeboden kreeg in het kader van een samenwerking tussen de Kunsthalle Bern, Bergen Kunsthall, Jeu de Paume in Parijs en Extra City in Antwerpen.

De reeks ‘Chasing Shadows’, die vooral bestaat uit opnamen van verschillende rituelen die uitgevoerd worden in de Moutuleng-grotten in de provincie Vrijstaat, presenteert hij aldus als een ‘metaforische biografie’, waarin hij op zoek gaat naar de betekenis van zijn eigen spiritualiteit.

Op aandoenlijke wijze beschrijft hij zijn probleem als deel van een generatie, opgegroeid ‘op de dorsvloer van het geloof’, die het om verschillende redenen niet heeft aangedurfd om zich van zijn eigen spiritualiteit bewust te worden en die te ontwikkelen: dubbelzinnigheid, schaamte, angst voor het politieke, en ja misschien zelfs de angst om zijn scherpe fotografische blik te verliezen, spelen hier een rol.

Maar ondanks dat alles ondernam Santu Mofokeng een in mijn ogen een even moedig als introspectief project: het onderzoek naar de eigen spiritualiteit aan de hand van artistieke productie. Chasing Shadows is inderdaad een zelfverklaarde zoektocht naar zingeving doorheen de lens van een analoge spiegelreflexcamera.

De reeks behelst een veelgelaagde poging om het spirituele bewustzijn zelf vast te leggen: dat gedeelte van het bewuste leven dat zich op het immateriële, het onzichtbare en het eeuwige concentreert. Deze eigenschappen van het geloof staan in schril contrast met de basisprincipes van de fotografie zelf, die zich als medium beperkt tot het materieel zichtbare en het momentane.

Chasing Shadows’ suggereert echter aspecten van het bovenzinnelijke door een doorgedreven aandacht voor de natuurelementen die de Motuleng-grotten en hun omgeving kenmerken: de rotsachtige structuren van de grotten zelf nodigen het licht uit tot een complexe dramaturgie en geven de beelden een fysieke textuur. Ook rituele dampen en stralen van overbelichtend kaarslicht dragen bij tot de mystieke verstoring van sommige beelden.

Te midden van deze wondere wereld navigeren eenvoudig geklede, tijdloos aandoende gelovigen die zich ongestoord met de natuurelementen in het grottencomplex verbinden. Mofokeng toont zich geboeid niet zozeer door het anekdotische karakter van de rituelen zelf, maar door de dieperliggende ontologie van de rituele handeling die een hele reeks aan overtuigingen, verbeeldingen en bovenzinnelijke krachten omvat en tot uiting brengt.

Mofokengs zoektocht naar het wezen van spiritualiteit sterft weliswaar af bij het maken van een reeks foto’s die de spirituele activiteiten in de grotten van Motouleng documenteren, maar komt dan weer tot leven bij het ontwikkelen van een fotografische atmosfeer die de toeschouwer toegang verschaft tot Mofokengs eigen intieme zoektocht naar spiritualiteit.

De kracht van ‘Chasing Shadows’ ligt niet zozeer in het feit dat het een beeld geeft van bepaalde rituele praktijken in Zuid-Afrika, maar wel in het feit dat de reeks de veelzijdige mogelijkheden van de werkelijkheidservaring suggereert die zich binnen een fotografisch beeld kunnen accumuleren.

Mofokengs fotografie verstaat de kunst om de wereld tegelijk met open én met gesloten ogen te bekijken, zowel van binnen als van buiten af te tasten – zoals de beroemde foto met de titel ‘Eyes Wide Shut’ aangeeft, die in met haar grote formaat deze sectie van de tentoonstelling domineert. Zowel heroïsch als intiem, claustrofobisch als epifanisch, zelfbewust en voorzichtig ontwikkelt Santu Mofokeng hiermee een absoluut hoogtepunt van de essayfotografie.

In de laatste reeks foto’s die Extra City presenteert, worden verschillende recente ontwikkelingen in het werk van Santu Mofokeng belicht. Hier krijgen we uittreksels uit de reeks ‘Climate Change’ te zien, die ditmaal op een ander, meer exoterisch aspect van transformatieve geografie wijzen.

Opnieuw stelt Santu Mofokeng zich de uitdaging om de bijna onzichtbare, langzame processen van klimaatverandering in het snelle medium fotografie om te zetten. Ook hier weer beelden van tragische landonteigening en privatisering, voortgekomen uit de geest van het kolonialisme, die aanleiding gaf tot ontginning en ten slotte vervuiling van het land.

Mofokengs esthetiserende aanpak werkt echter op het eerste zicht verwarrend: hier geen verschrompelde karkassen van vergiftigde dieren, uitgedroogde waterbekkens en vertroebelde rivieren. De foto’s reconstrueren veeleer een paradijselijk Zuid-Afrika, dat voor velen (en hieronder zeker ook de westerse kolonisten) als het beloofde land werd aanzien. Onderhuids loert de tragische wetenschap dat dit utopische land van goede hoop en vrijheid niet alleen voor de zwarte, maar ook voor de blanke bevolking verloren gaat en ongrijpbaar wordt.

Enkel de fotografie weet nog het verlossende karakter van het Zuid-Afrikaanse landschap in ere te herstellen, als een zoetzure herinnering en een tevergeefse poging om de territoria in kwestie, die aan asbest- en pyrietvervuiling ten prooi vallen, weer te bezetten en geestelijk te cultiveren. De wrange nasmaak van een dergelijke twijfelachtige onderneming komt in de ongemakkelijke en artificiële esthetiek van deze reeks tot uiting.

Een merkwaardige dynamiek ziet echter het licht wanneer Santu Mofokeng tussen 1997 en 2004 aan de slag gaat met een heel ander landschap: de geografie van de Holocaust op het grensgebied tussen Polen, Bohemen en Duitsland. Mofokeng lijkt goed te beseffen dat hij, door hier expliciet te duiken in één van de meest gemediatiseerde traumatische landschappen, zich op zeer glibberig terrein begeeft. Toch ondergaan zijn anders zo krachtige foto’s een merkwaardig proces van banalisering als hij zijn camera opstelt op het terrein van Auschwitz, Theresienstadt, Sachsenhausen, Zinnowitz en Ravensbrück.

Zijn het deze massaal gefotografeerde barakken van KZ1 en KZ2 in Auschwitz, de netjes gerestaureerde interieurs, de valse stilte van de natuuromgeving rond de kampen, die samen met de topos van de zwart-witfotografie een gebrek aan zelfreflectie en een overdosis aan historiserende protserigheid genereren? Of vindt dit alles plaats in mijn eigen, Europese geest, die de beelden van in onbruik geraakte spoorlijnen, afgeknapte prikkeldraden, mistige landschappen en stille watertjes associeert met een post-Holocaust kitsch die een oneigenlijke en penetrante plaats heeft veroverd in het Europese collectieve geheugen?

Mofokengs erg letterlijke poging om zichzelf te fotograferen in het halfspiegelende venster van het KZ1, vervalt in hopeloze beeldretoriek gekeerd tegen het behoud van de kampen als Holocaust-monument, en mist elke subtiele zelfreflexiviteit die Mofokeng in de reeks ‘Chasing Shadows’ weet te evoceren. De combinatie van esthetiek en horror is een tweesnijdend zwaard, waarop de subjectieve ervaring van de toeschouwer hachelijk balanceert. 

De tentoonstelling presenteert een uitstekende uitsnede uit het magistrale werk van Santu Mofokeng. Mofokengs foto’s zijn zowel een reis doorheen een land als een reis in het diepst van zijn wezen als mens, als reporter, en als kunstenaar. De  constante zwart-witfotografie (hoewel Mofokeng enkele reeksen in kleur maakte, zijn er hiervan geen opgenomen in de tentoonstelling) creëert een vormelijke, maar ook inhoudelijke samenhang die ongezien lijkt voor een plek als Extra City.

Hier geen deconstructie van de kracht van beelden, maar een stevig geconcipieerde samenhang van zes fotoreeksen, die Mofokengs gestadige uitdieping van grote, narratieve thema’s als landschap, geheugen, trauma en spiritualiteit op een esthetische wijze samenvatten en toegankelijk maken.

Een kleine vitrine in de Project Room, met extra leesvoer, achtergrond, en ook een video-interview, bieden insteken voor een uitdieping en beter begrip van Mofokengs oeuvre. Ook de catalogus, die naar aanleiding van de tentoonstelling werd gemaakt onder redactie Corinne Diserens zelf en uitgegeven werd door Prestel, biedt tevens een uitstekend werkoverzicht, alsmede een uitgebreid interview met de kunstenaar en enkele essays die de complexe gelaagdheid van Santu Mofokengs werk belichten.

take down
the paywall
steun ons nu!