De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Zijn Freud en psychoanalyse nog relevant?

Zijn Freud en psychoanalyse nog relevant?

donderdag 9 februari 2023 11:39
Spread the love

In de commotie rond omstreden Professor psychologie Mattias Desmet (UGent) wordt al snel door positivistisch filosofen en vooruitgangsgelovigen het volledige verhaal van Freud en psychoanalyse mee de grond in geboord. Maar is dat wel volledig terecht?

 Met nuance in gedachten stellen we ons de vraag: “Zijn Freud en psychoanalyse nog relevant?”.

Freud als een verouderd fossiel

Het is belangrijk te onthouden dat psychoanalyse gaat over het onthullen van diepere inzichten in de psyché van een persoon, en dit verschilt hoe we de moderne methodologie en het gebruik van psychoanalyse en psychotherapie zien. Vooral voor degenen die in het veld werken en betrokken zijn bij het proces zelf, ja het idee van fundamentele id/ego/superego-analyse en droomanalyse zijn zeer simplistische ideeën die weinig zullen bijdragen aan het aanpakken van de problemen die de moderne geestelijke gezondheidszorg kennen.

Veel van Freuds methoden, technieken en conclusies zijn in twijfel getrokken, zelfs tot het punt waarop sommige van zijn theorieën zelfs als schadelijk worden beschouwd voor bepaalde delen van de bevolking, zoals zijn opvattingen over homoseksualiteit en vrouwen.  Het probleem met Freud is dat, hoewel zijn ideeën intrigerend lijken en zelfs ons gezond verstand aanspreken, er heel weinig wetenschappelijk bewijs is om ze te ondersteunen. De moderne psychologie heeft in de decennia sinds hun eerste presentatie weinig opgeleverd om veel van zijn beweringen te staven. Er is bijvoorbeeld geen wetenschappelijk bewijs voor het idee dat jongens hun moeder begeren en hun vader haten. Er is ook geen bewijs van de id, het ego of het superego en hun respectieve aspecten van controle over de menselijke psyché, hoe graag we die terminologieën tegenwoordig ook nog steeds gebruiken. En dit is slechts een kleine greep uit zijn theorieën en ideeën die in de decennia sinds hun presentatie zijn ontkracht.

Freud is nog steeds relevant, maar alleen als referentiepunt

Freuds nalatenschap overstijgt de wetenschap en zijn ideeën dringen diep door in de westerse cultuur. Zoals psycholoog en Freud-criticus John Kihlstrom zelf toegeeft: “Meer dan Einstein of Watson en Crick, meer dan Hitler of Lenin, Roosevelt of Kennedy, meer dan Picasso, Eliot of Stravinsky, meer dan de Beatles of Bob Dylan, Freuds invloed op de moderne cultuur is diepgaand en langdurig geweest.” Maar Freud is grotendeels uit de gratie geraakt bij academici, niemand die psychologie serieus neemt, zou hem als een geloofwaardige bron gebruiken. In 1996 kwam Psychological Science tot de conclusie: “Er valt letterlijk niets te zeggen, wetenschappelijk of therapeutisch, in het voordeel van het hele freudiaanse systeem of een van zijn samenstellende dogma’s.” Als onderzoek paradigma is het dood.

Maar wacht, hoe betekent dat dat hij nog steeds relevant is? Goed…

Freud had absoluut gelijk met zijn bewering dat we geen meesters zijn over onze eigen geest. Hij toonde aan dat menselijke ervaringen, gedachten en daden niet uitsluitend worden aangestuurd door onze bewuste geest, maar door krachten buiten ons bewuste besef en controle – die we uiteindelijk zouden kunnen begrijpen door het therapeutische proces dat hij ‘psychoanalyse’ noemde. Vandaag de dag zullen zeer weinigen het idee van de onbewuste geest tegenspreken, en Freuds bewering over de centrale rol van de onbewuste geest in menselijk handelen is net zo relevant voor de psychologie van vandaag als toen (zie de volgende verzameling essays genaamd Frontiers of Consciousness)[1].

Freud pleitte ook voor het idee dat de hersenen kunnen worden opgedeeld in compartimenten, dat de hersenfunctie kan worden opgesplitst in afzonderlijke delen. Zijn kijk hierop was natuurlijk ongelooflijk primitief (kunnen we ook ook Descrates zeggen), aangezien Freud meestal sprak over het ego, id en superego – ideeën die we niet echt meer accepteren, zoals hierboven vermeld. Maar zijn grotere stelling van psychische compartimentering heeft invloed gehad op denkers als de cognitieve wetenschapper Marvin Minsky,[2] die spreekt over de samenleving van de geest.

Bovendien is Freuds kijk op verdedigingsmechanismen nog steeds relevant. Weinig mensen, inclusief psychologen, zullen ontkennen dat we maar al te vaak afweermechanismen gebruiken als ontkenning, onderdrukking, projectie, intellectualisering en rationalisatie. Hetzelfde kan gezegd worden van zijn ideeën over overdracht en catharsis. En hoewel we de freudiaanse droominterpretatie niet langer onderschrijven, worden sommige van onze dromen zo overduidelijk gedreven door onze bewuste en onderbewuste verlangens en angsten dat het duidelijk is dat Freud ook iets met dat idee op het spoor was. Zie ook het artikel: ‘Psychoanalysis and Neuroscience: The Bridge Between Mind and Brain’.[3]

Uiteindelijk zijn de moderne bijdragen van Freud meer van toepassing op attitudes dan op daadwerkelijke therapeutische methoden, hoewel dit geen slechte zaak is. Hij heeft de fundamenten gelegd waarop de moderne geestelijke gezondheidszorg is gebouwd, en de moderne houding van degenen die zich bezighouden met het proces van geestelijke gezondheidszorg lijkt zeker voort te komen uit zijn belangrijkste scriptieverklaring over wat patiënten uit therapie zouden moeten halen, wat simpel gezegd, is: “Ken uzelf.” Zoals Plato ook al stelde. Vraag is was Plato dan ook ene pseudowetenschapper? Nee, want theorie behoren toe aan context. Sommige blijven sommige vergaan.

Conclusie

Freud wordt door veel vakgenoten en lokale vooruitgangsoptimisten zoals M. Bourdy en krantenschrijver Joël De Ceulaer, die het weten redeneren tot meten, en hierdoor de blinde vlek in hun eigen denken niet zien, (zie ook artikel ‘METEN IS WETEN, MAAR NIET WETEN IS NIET (GOED) ­METEN)[4], als het schoolvoorbeeld van een pseudowetenschapper gezien. Toch heeft hij een erg belangrijke bijdrage geleverd. Niet alleen heeft hij de menselijke psyché als onderzoeksgebied op de agenda gezet, ofwel de psychologie (met dank ook aan Kierkegaard en Nietzsche).  Zijn ideeën geven ook veel inzicht in het onbewuste (of dit nu de geest aka brein is of niet) en verlangen. Deze ideeën inspireerden filosofische denkers, zoals Jung, Lacan en Deleuze, waardoor de psychoanalyse ook een filosofische stroming werd. Goed bovenvermeld vooruitgangsoptimisten moeten misschien pleiten om het volledige postmodernistische denken af te schaffen (gezien ze De waarheid kennen), of de theologiefaculteiten afschaffen zoals Bourdy eens schreef want religie zou is an sich enkel destructief zijn.  Het toont enkel een gebrek aan nuance en differentiëring die nodig is bij iedere erkenning of afbreuk van ideeën en zijn bedenkers.

[1] https://global.oup.com/academic/product/frontiers-of-consciousness-9780199233151;jsessionid=B85F84059B062F193240CE6E1D31423D?cc=ca&lang=en&

[2] https://web.media.mit.edu/~minsky/

[3] https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fpsyg.2019.01983/full

[4] https://www.deingenieur.nl/artikel/meten-is-weten-maar-niet-weten-is-niet-goed-meten

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!