Bron: Pixabay
Economie, Samenleving, Politiek, België - Gustaaf

Zes jaar geleden werd mijn vrouw schooldirecteur. Waar is mijn vrouw?

Simonne is schooldirecteur van een school met secundair onderwijs in een Vlaamse centrumstad. Haar man Gustaaf getuigt hoe zwaar de job is en wat deze met zijn vrouw doet.

vrijdag 22 maart 2019 15:47
Spread the love

Simonne studeerde af als ingenieur. Na 10 jaar werken als projectleider in de sector van de waterzuivering zette zij de stap naar het onderwijs. Ze had destijds haar bekwaamheidsbewijs gehaald. De overstap was dus niet zo vreemd. Mijn vrouw Simonne kon aan de slag als lerares ICT in het volwassenenonderwijs. 

Een mooie uitdaging, in de beginperiode. Toen had nog lang niet iedereen thuis of op het werk een PC of laptop. In die periode was capaciteitsopbouw belangrijk. Na verloop van tijd verminderde de belangstelling voor dit soort richtingen. Het aantal cursisten voor een opleiding op hoog niveau daalde, de vraag naar een basisopleiding voor sommige doelgroepen bleef.

Na iets meer dan 15 jaar werd het lesgeven routine. Onze kinderen begonnen het huis te verlaten. Bij wijze van boutade zei mijn vrouw toen soms: “Mijn leven is saai.” Ik spoorde haar aan om uit te kijken naar een loopbaanswitch. Een van de opties die ik naar voor schoof: “Waarom volg je de opleiding ‘schooldirecteur’ niet?”

‘Bezint eer je begint’ dacht mijn vrouw … maar een jaar later diende ze toch haar dossier in en mocht ze aan de opleiding beginnen. Ze slaagde en onmiddellijk werd ze gebeld met de vraag een directeursfunctie op te nemen in een school met secundair onderwijs (BSO, TSO, ASO), ergens in een Vlaamse centrumstad, een uurtje met het openbaar vervoer van onze woonplaats, een andere centrumstad. Vanaf de eerste dag bleek hoe heftig de opdracht was. En hoe weinig de opleiding ‘schooldirecteur’ aansloot bij de functie. ‘Training on the job’ noemen ze dat.

Na twee jaar kwam er een plaats vrij als schooldirecteur op 10 minuten fietsen van onze woonplaats. Het was ook daar waar onze kinderen hadden school gelopen. Even wikken en wegen, zich kandidaat stellen, opnieuw een assessment afleggen, geïnterviewd worden … en hup … zij kon beginnen in deze middelbare school (ASO, TSO, BSO). We zijn nu bijna nog eens vier jaar verder. De heftigheid van de eerste dag heeft zich dag na dag, week naar week, maand naar maand, jaar na jaar verder gezet.

Voorbeelden van die heftigheid zijn legio. Mijn vrouw zegt vaak: “Ik had een dagboek moeten bijhouden om die nadien in x volumes te publiceren. Het probleem zou de reactie van de lezers zijn: ‘Ze overdrijft.’”

Quod non. Ik Kan hierover getuigen. Een van de elementen, slechts een van de vele elementen, die zwaar doorwegen is de volgende. Op de campus waar zij nu werkt, is er een lagere school, een middenschool en een middelbare school. Er wordt heel nauw samengewerkt tussen de directeurs. Welnu, in die vier jaar zijn twee wissels van directie geweest in de lagere school en drie wissels van directie in de middenschool. Minstens twee wissels hebben te maken met een burn-out. Telkens is het aan de directeur met de langste staat van dienst om de nieuwkomer wegwijs te maken … u weet wel … te helpen met ‘training on the job’.

Dit alles weegt ook op onze relatie. Simonne werkt minstens 60 uur per werkweek. En dan worden de uren nog niet geteld wanneer – gepland of niet gepland (extra-activiteit, stormschade, verhuur lokalen, alarm dat afgaat …) – ’s avonds of in het weekend iets gebeurt op school. Om daarenboven nog niet te spreken van – na een dagtaak van meer dan 10 uur op school (waarna thuis nog 1 à 2 uur schoolwerk volgen) – zij nog binnen- en buitendeuren op de campus moet gaan sluiten, lichten doven of beamers uitzetten, enz.

’s Middags worden de boterhammen opgegeten ‘op de bureau’ al werkend. Als wij vroeger – voor zij schooldirecteur werd – gingen slapen, dan telde ik tot 15 en mijn vrouw lag in slaap en sliep tot ’s morgensvroeg. Het is nu bijna zes jaar – behalve als we buitenshuis op verlof zijn of heel soms een nacht in het weekend – dat zij bijna elke nacht meermaals wakker wordt, al dan niet wakker ligt, woelt in bed, ligt te zuchten, hartkloppingen, piekeren, het licht aansteekt om te lezen, te werken of iets op te schrijven … We slapen al zes jaar bijna niet meer samen … u kunt zich inbeelden dat het ook op andere aspecten van de relatie inwerkt …

Voor een goed begrip. Ik steun haar. Ik ga soms vrijwillig wat klusjes doen op school. Het is voor haar/voor ons een engagement. Ik wil ook dat het goed gaat met de school. Onderwijs – en de waarden die daarbij worden uitgedragen – is zo belangrijk voor kinderen. Daarenboven ‘Someone needs to do the job’.

En als Simonne, die sterke, intelligente, empathische, doorzettende vrouw, het al zo moeilijk heeft, wie zal het dan wel (kunnen) doen? Ik hoor immers gelijkaardige verhalen van heel wat schooldirecteurs. Vaak zeggen wij thuis onder elkaar, wanneer we alweer zo’n verhaal horen: “Hoe speelt iemand met jonge kinderen het klaar om de job van directeur te doen?” Ik mag niet veralgemenen, maar bij velen is het na een paar jaar op.

Het doet me dan vaak denken aan de periode dat ik school liep. Ik vraag me dan af: ‘Is er een verschil met vroeger?’ Ik heb geen wetenschappelijke onderzoek gedaan, maar er zijn een aantal elementen die volgens mij het verschil maken.

Het komt mij voor dat er vroeger veel meer personele ondersteuning was: een conciërge, twee studiemeesters, een uitgebreide ploeg voor het onderhoud, … Het eten werd zelf bereid met een eigen kok en keukenpersoneel: om besparingsredenen wordt nu beroep gedaan op ‘kant en klaar’-maaltijden uit de industrie met bijna geen personeel om de leerlingen te bedienen.

Vandaag lijkt me de administratie torenhoog, de bureaucratie niet te harden. De digitalisering van de job die er vroeger niet was is nog zo’n element. Nu zijn er elke dag, gemiddeld genomen, +/- 100 e-mails en +/- 50 smartberichten. Iedereen verwacht dat binnen het uur, of toch minsten binnen de halve dag wordt gereageerd: leraars, ouders, leerlingen, hiërarchie van de scholengroep, externen, … En als je dat niet doet, dan volgt wel een bericht via sms, WhatsApp of Messenger … of word je in de gang – onderweg naar de volgende afspraak – aangesproken met “Euh, heb je mijn bericht nog niet gelezen?”. Ik zou graag eens zien hoe het budget voor onderwijs is geëvolueerd de laatste 50 jaar, rekening houdend met de bevolkingsgroei, en waar het budget vroeger en nu aan werd besteed.

Ondertussen wordt reeds 10-20 jaar het debat gevoerd: de minister laat een studie doen, de resultaten worden verspreid via een persbericht en stellige beterschap wordt beloofd. Laatst nog, in 2017, verscheen de studie: ‘Stress en welbevinden bij schoolleiders: een analyse van bepalende factoren en van vereiste randvoorwaarden.’ De vertaling van de beloofde beterschap is echter in de praktijk niet voelbaar.

Trouwens, een van de punten van beterschap die dan wordt beloofd is ‘een betere verloning’. Ik kan niet voor iedereen spreken, maar dat is het laatste van de zorgen van Simonne. Wat zijn dan wel haar zorgen? Het manifest tekort aan ondersteuning en de torenhoge administratie/bureaucratie, én – op persoonlijk vlak – dat ze moet doorgaan tot aan 67 jaar. Een cadeautje van deze regering: contractbreuk noemt ze dit.

* * * * *

Simonne zegt niet meer: “Mijn leven is saai.” Het heeft haar een rijkdom gegeven aan inzichten, in mensen en in de samenleving. In de eerste plaats ten koste van haar eigen welzijn. Het straalt echter ook af op familie en vrienden. Vraag het hen maar. En ik vraag me soms af: “Waar is mijn vrouw van weleer?”

Oh ja, nog dit. Simonne heeft niet gestaakt op woensdag 20 maart. Als kapitein moet je immers als laatste man op je schip blijven om te beredderen wat er ook die dag nog moest worden beredderd.

Een Vlaamse centrumstad, maart 2019,

Gustaaf, echtgenoot van Simonne

De namen zijn fictief. De echte namen zijn bij de redactie bekend. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!