Demonstratie in Baghdad

Wordt Irak het strijdtoneel van een oorlog tussen de Verenigde Staten en Iran?

De huidige protesten die sinds 1 oktober Irak overspoelen komen op een kritiek moment van toenemende spanningen tussen Iran en de Verenigde Staten - beide bondgenoten van de Iraakse regering. Irak herbergt duizenden Amerikaanse troepen en is ook de thuisbasis van machtige door Iran gesteunde milities. De vrees is dat Irak het slagveld zal worden van een oorlog tussen de Verenigde Staten en Iran. Voorlopige balans van de onlusten: meer dan 100 doden, duizenden gewonden.

zondag 13 oktober 2019 16:17
Spread the love

De opstand van de Iraakse millenials

Sinds 1 oktober is de wereld getuige van protesten van jonge geweldloze demonstranten in Irak. Zij ijveren voor een ééngemaakt, niet sektarisch Irak dat voor zijn bevolking zorgt en de rechten respecteert die zijn vastgelegd in de grondwet. Ze verzamelen zich online rond een Arabische hashtag ‘Ik protesteer voor mijn rechten’. Op straat dragen ze Iraakse vlaggen. De protesten begonnen in Bagdad, Nasiriyah en Diwaniyah. Het nieuws van de demonstraties verspreidde zich echter snel en inspireerde de jongeren in nog 4 zuidelijke gouvernementen om in hun eigen steden te demonstreren.

De huidige opstand wordt gedomineerd door jongeren tussen de 17 en 23 jaar, van wie de meesten afkomstig zijn uit arbeidersbuurten in de arme zuidelijke gebieden en in Bagdad. De protesten vinden plaats in overwegend sjiitische provincies. Velen van hen kennen het Irak van vóór 2003 niet, ze kennen enkel een land dat geregeerd wordt door een heersende politieke klasse die vasthoudt aan sektarische quota en haar macht blijft gebruiken om zichzelf te verrijken en zich niet bekommert om het algemeen belang van het Iraakse volk.

De jongeren groeiden op in de sektarische oorlog en in een land zonder basisinfrastructuur en -diensten, een land waarin de staatsinstellingen geïnfecteerd zijn door corruptie en nepotisme. Op islamisme en identiteit gebaseerde politieke partijen worden afgewezen. Door het begrip madaniyya, dat zou kunnen worden vertaald als ‘burgerschap’, verwerpen demonstranten de islamisering en de sektarisering van het sociale en politieke leven en eisen zij een functionerende welvaartsstaat die de Iraakse rijkdom herverdeelt onder zijn burgers. Voor Iraakse jongeren kunnen de eisen voor sociale rechtvaardigheid en economische herverdeling niet los worden gezien van de eis voor gelijkheid van alle burgers en religieuze vrijheid. Ze stellen de machthebbers in de Groene Zone verantwoordelijk voor de wijdverbreide corruptie die het land honderden miljarden dollar heeft gekost. De staat is zwak en corrupt. Services die de staat moet leveren, worden niet geleverd. Elektriciteits- en watervoorziening zijn vaak schaars. Naast endemische corruptie betreffen hun grieven ook de hoge werkloosheid en het gebrek aan kansen. Irak staat op de 11e plaats in de World Corruption Index 2017. De Wereldbank zegt dat de jeugdwerkloosheid in Irak meer dan 20 procent bedraagt.

Naarmate de beweging breder werd, namen ervaren activisten en demonstranten geleidelijk deel, en hun steun heeft bijgedragen aan het voortzetten van de demonstraties. Ze hebben protestnieuws verspreid en de wereldwijde publieke opinie gemobiliseerd via hun internationale netwerken. Ervaren mensen spelen nu een belangrijke rol door praktische instructies te geven over hoe effectief en geweldloos om te gaan met reacties van autoriteiten die sociale netwerksites proberen te blokkeren, traangas gebruiken en internetverbindingen onderbreken om de verspreiding van de beweging te stoppen. Ook honderden universitaire afgestudeerden, zowel mannen als vrouwen, die geen baan kunnen vinden, hebben zich nadien bij de demonstraties aangesloten, evenals leraren, oudere mannen en vrouwen en activisten uit het maatschappelijk middenveld.

Afwezig in de huidige protesten zijn officiële vertegenwoordigers van gevestigde politieke partijen. Die hebben deze jeugdprotesten helemaal niet zien aankomen en hebben er zich zelfs van gedistantieerd. De invloed van bekende geestelijken op het verloop van de protesten, zoals Groot-Ayatollah al Sistani en Moqtada al Sadr, is aanzienlijk afgenomen. De positie van de demonstranten veranderde niet veel na de toespraak van al Sistani op vrijdag 4 oktober, waarin hij zijn steun aan de demonstranten gaf, maar tegelijkertijd zijn steun aan de huidige regering uitsprak, die zelf de oorzaak is van de demonstraties!

De poging van Moqtada al Sadr om de demonstranten te kalmeren door aan te kondigen dat zijn volgelingen in solidariteit met de demonstranten uit het parlement zouden stappen, veranderde niet veel aan de situatie. Demonstranten laakten het gebrek aan solidariteit door de twee belangrijkste religieuze instellingen in Irak. Ze vroegen: ‘waar is jullie plicht tegenover de Iraakse mensen, jullie toewijding aan vroomheid en geloof? Is het volkslied gespeeld door een dame op de viool erger dan het doden van honderden Irakezen?” Ze verwezen naar een evenement enkele maanden geleden waarbij zowel soennitische als sjiitische instellingen protesteerden tegen een vrouw die viool speelde tijdens de opening van een sportevenement in Najaf, omdat ze van mening waren dat dit tegen het ‘ware geloof’ inging.

Wie organiseerde de slachtpartij?

Het protest escaleerde binnen enkele dagen tot schietpartijen met meer dan honderd doden en duizenden gewonden. Recente bronnen spreken over 311 doden, 9.334 gewonden en 4.211 arrestaties. In verschillende steden werden partij- en regeringskantoren in brand gestoken.

Jawad al-Khalisi, een Shia, is de imam van de Al-Khadhimiya-moskee in het noorden van Bagdad. Hij is de leider van het Iraqi National Foundation Congress (INFC), een beweging van het maatschappelijk middenveld in Irak. Het werd opgericht na de invasie van Irak in 2003 als vreedzaam protest tegen de bezetting van het land en voor een verenigd Irak.

In zijn vrijdagsermoen van 4 oktober beweerde hij het volgende:

  • De troepen die op de demonstranten schoten, zijn geen Iraakse strijdkrachten, maar anti-oproer troepen die tot de VS behoren en zij willen elke nationale volkswil in Irak elimineren.
  • Leger en politie schoten niet op demonstranten, ze confronteerden in sommige gebieden zelfs deze anti-riot troepen
  • De schutters zijn door Amerika getrainde troepen, die nog steeds direct onder hun controle staan, en niet ingebed zijn binnen de militaire structuur. Bovendien zijn sommige veiligheidsdiensten nog steeds verbonden met de Amerikanen, en staan niet onder toezicht van een Iraakse partij of de premier
  • Deze troepen mishandelen, onderdrukken en vermoorden burgers zonder rechtvaardiging of reden. Dit is verder bewijs dat de bezetting en de gevolgen ervan uiteindelijk mensen doden en onderdrukken.
  • De Amerikaanse ambassade is verantwoordelijk voor deze misdaad, en veroordeling en spijt voor het doden van slachtoffers is een “truc” om de aandacht af te leiden en om de VS vrij te pleiten van deze misdaden.

Maar het leger van Irak gaf maandag 7 oktober toe het op demonstranten had geschoten in Bagdad. “Er werd buitensporig geweld gebruikt en we zijn begonnen de bevelvoerende officieren die deze wandaden hebben begaan, verantwoordelijk te stellen,” aldus de verklaring. Het was de eerste keer sinds het uitbreken van protesten dat veiligheidstroepen erkenden dat ze overdreven geweld hadden gebruikt.

Leden van veiligheidstroepen bemoeiden zich eveneens met de berichtgeving in de media over de protesten, vernietigden media-apparatuur bij invallen in diverse radio- en TV-stations en de autoriteiten blokkeerden het internet en telecommunicatie. Nadat de gouverneur van Bagdad op 6 oktober zijn ontslag had ingediend, als reactie op de klachten over het geweld, richtte premier Adil Abd Al-Mahdi een commissie op om die beschuldigingen te onderzoeken, verwijderde hij sommige legereenheden uit specifieke Bagdad-buurten en verklaarde dat een onderzoek naar bepaalde officieren was begonnen.

Protesten van 2011 tot 2019

De opstand van 1 oktober, die begon op het Tahrir-plein in Bagdad, is een voortzetting van de Iraakse geweldloze protestbeweging die begon in 2011, na de terugtrekking van de Amerikaanse troepen, tegen het “tweede gezicht van de bezetting”. Immers, de VS bezettingsmacht heeft de staatsgeoriënterde economie veranderd in een vrijemarktparadijs voor de elite en heeft sektarische politieke structuren voor het land uitgetekend.

Irak kreunt onder het kapitalistisch privatiseringsproces dat pro-consul Bremer invoerde na 2003 en dat niet werd teruggeschroefd door de opeenvolgende Iraakse regeringen. De betogers eisen – misschien zonder het te weten – een terugkeer naar de verzorgingsstaat gecreëerd door het Ba’ath-regime, waar de Iraakse bevolking een veel hogere levensstandaard had dan nu.

De polarisatie tussen de elite en het volk vindt zijn oorzaak in de neoliberale economische politiek (privatisering, banencrisis, enz.) en de militarisering van de economie. Demonstranten verwierpen de hele religieuze politieke elite, en veroordeelden geïnstitutionaliseerde en gegeneraliseerde corruptie, het ontbreken van basisdiensten zoals elektriciteit, water, het ontbreken van functionerende gezondheids- en onderwijsinfrastructuren en endemische werkloosheid. Protesten verspreidden zich over het hele land en duurden meer dan vijf maanden met acties zoals sit-ins bij de ingang van de Groene Zone van Bagdad en bestorming van het Iraakse parlement.

De protesten in 2011 vonden plaats in het kader van de Arabische lente, en de Iraakse protesten van juli 2015 gingen elke vrijdag door tot bijna een miljoen deelnemers. Onder slogans zoals Bis mil-din baguna al-haramiya – “in de naam van religie werden we beroofd door plunderaars” – werd geprotesteerd tegen het etnisch-sektarische politieke systeem dat werd opgelegd door de VS na 2003.

De vreedzame protesten van 2013 in de soennitische provincies werden met militair geweld onderdrukt en vormden de directe aanleiding voor de opkomst van ISIS. Er zijn de afgelopen jaren meer periodieke protesten geweest, met name in de hete zomermaanden, wanneer er een schrijnend tekort aan elektriciteit en water is. De zuidelijke stad Basra was in de zomer van 2018 het toneel van gewelddadige protesten en rellen nadat duizenden mensen ziek werden door vervuild water en de staatsdiensten nauwelijks functioneerden.

Soennitische provincies protesteren niet mee

Er zijn geen soortgelijke protesten in de soennitische provincies in Midden- en Noord-Irak, ondanks het feit dat de levensomstandigheden er niet beter zijn en in sommige gevallen zelfs erger. Waarom protesteert daar dan niemand?

De soennieten, hetzij in de vluchtelingenkampen, hetzij in slechte levensomstandigheden, vrezen voor de stigmatisering van verbondenheid met ‘terrorisme’ en represailles van de ordestrijdkrachten. “Wij groeten u vanuit Mosoel”, schreef Imam al-Qaysi. “Onze harten zijn bij jullie en we weten hoe het is om in deze tragische omstandigheden te leven. We hebben ook geen functionerende staatsdiensten. Maar we hopen dat God je beschermt en we wensen je veel zegeningen in het leven. ”

“Jullie, het volk van Mosoel, werkte samen met de Islamitische Staat,” luidde een van de commentaren. “Dus het is jullie niet toegestaan om te demonstreren.” Ik heb hier uitvoerig over bericht in een artikel van 30 juli 2018.

Rivaliteit tussen de VS en Iran neemt toe

Op 29 augustus publiceerde de International Crisis Group een rapport waarin wordt opgeroepen om het conflict tussen de VS en Iran niet in Irak te beslechten. “In juni werden verschillende raketten afgevuurd op Amerikaanse installaties in Irak, en in juli-augustus vernietigden explosies de opslagplaatsen voor wapens en een konvooi van Iraakse paramilitaire groepen verbonden met Iran. Deze incidenten hielpen de VS-Iraanse spanningen naar de rand van de confrontatie te duwen en onderstreepten het gevaar van de situatie in Irak en de Golf.

Hoewel de VS en Iran tot dusverre niet rechtstreeks met elkaar in botsing zijn gekomen, dwingen zij de Iraakse regering om partij te kiezen. Iraakse leiders werken hard om de neutraliteit van het land te handhaven. Maar toenemende externe druk en interne polarisatie bedreigen het voortbestaan ​​van de regering.

Wat moet er gedaan worden? De VS en Iran moeten afzien van het betrekken van Irak in hun rivaliteit, omdat dit de zwakke stabiliteit van Irak na de strijd tegen ISIS zou ondermijnen. Met de hulp van internationale actoren zou Irak zijn diplomatieke en binnenlandse politieke inspanningen moeten volhouden om neutraal te blijven.”

Om geografische en historische redenen bevindt Irak zich in het oog van de storm. De “maximale druk” -campagne van Washington op Iran en de reactie van Teheran zetten de Iraakse regering, een partner voor beide, zwaar onder druk. De VS verwacht dat Bagdad zich tegen Iran zal verzetten, en Iran verwacht dat Bagdad zich tegen de VS zal verzetten. Een bijna onmogelijke spreidstand.

In Irak hebben de betrekkingen tussen de VS en Iran altijd al een dubbel karakter gehad. Er is samenwerking tussen de twee landen sinds de invasie van 2003 om Irak te pacificeren en tegelijkertijd zijn de relaties zeer conflictueus. De twee landen bestrijden elkaar om invloed in het Midden-Oosten. De terugtrekking van de regering Trump in mei 2018 uit de nucleaire deal en de herinvoering van de Amerikaanse economische sancties tegen Iran in november 2018 hebben een explosieve toestand gecreëerd. Halverwege 2019, na het besluit van Washington om de sancties nog te verstrengen, heeft een reeks incidenten de deur geopend voor een nieuwe oorlog die het gehele Midden-Oosten zou kunnen overspoelen.

In de nasleep van de Amerikaanse invasie van 2003 en de daaropvolgende strijd tegen ISIS, heeft Bagdad de grootste Amerikaanse ambassade in het Midden-Oosten en het grootste aantal Amerikaanse troepen (meer dan 5.000). Iran heeft van het machtsvacuüm na 2003 gebruikt gemaakt om zwaar te investeren in het politieke systeem, de economie en het veiligheidsapparaat van Irak. Verschillende Sjiitische milities en notoire doodseskaders, gelieerd aan Iran, zoals de Badr Brigades, werden geïntegreerd in de door de VS opgerichte brutale en sektarische Nationale Politie. Samen met de VS bestreden die de soennitische verzetsbewegingen, terwijl ze ook verzet pleegden tegen de aanwezigheid van de VS. Tijdens de vierjarige strijd om ISIS te verslaan (2014-2018) werkten de VS en Iran ook nauw samen. De aan Iran gelieerde Iraakse sjiitische milities vormden de kern van de Hashd al-Shaabi (popular mobilisation forces – PMF), een amalgaam van paramilitaire troepen – waaronder ook sjiitische en niet-sjiitische strijders zonder directe banden met Iran – die de oproep van Groot-Ayatollah Ali al-Sistani beantwoordden om te vechten tegen ISIS.

Danst de Iraakse premier naar de pijpen van de VS?

De nederlaag van ISIS en de inauguratie van president Donald Trump hebben echter een einde gemaakt aan die stilzwijgende Amerikaans-Iraanse détente in Irak en dit heeft geleid tot een periode van escalerende rivaliteit. In de nasleep van de Iraakse parlementsverkiezingen van mei 2018 werd die rivaliteit heel duidelijk. Zowel Washington en Teheran probeerden invloed uit te oefenen via hun favoriete actoren. Hun geschillen over de vorming van de regering duurde dertien maanden en leverde een lijst op van door beide partijen aanvaardbare, maar zwakke figuren, die zelfs binnen de politieke partijen waartoe zij behoren, sterke steun missen. Zo werden premier Adel Abdul-Mahdi en president Barham Salih, twee ietwat geïsoleerde politici, in oktober 2018 benoemd.

De posten van de ministers van Binnenlandse Zaken, Defensie en Justitie bleven nog acht maanden open, grotendeels als gevolg van voortdurend getouwtrek tussen Iran en VS. Dat getouwtrek tussen beide landen is al bezig sinds 2003, want zowel de VS als Iran moeten in de beveiligde Groene Zone hun goedkeuring geven aan de samenstelling van een regering na iedere verkiezing. Dit toont aan dat het begrip soevereiniteit voor Irak nog steeds een verre droom is.

Het Amerikaanse beleid ten aanzien van Iran zet een sterke druk op de Abdul-Mahdi-regering. Op het moment dat Washington de sancties tegen Iran in november 2018 opnieuw activeerde, riep de VS de Iraakse regering op om de betalingen aan Teheran voor aardgas en elektriciteit stop te zetten en zijn energie-import te diversifiëren, onder meer via contracten met Amerikaanse bedrijven. Bagdad vroeg Washington om tijd om alternatieven na te streven, uit angst voor represailles van Iran en elektriciteitstekorten. Dankzij tijdelijk respijt van de Trump-regering kon Bagdad gas en elektriciteit uit Iran blijven importeren, maar de VS bleef bij Bagdad aandringen om energie-infrastructuurcontracten met Amerikaanse bedrijven te ondertekenen.

Abdel Mahdi sloot echter een elektriciteitsdeal van $ 284 miljoen met een Duits in plaats van een Amerikaans bedrijf. De Iraakse premier weigert zich te houden aan Amerikaanse sancties en koopt nog steeds elektriciteit van Iran en staat de handel toe tussen beide landen. Die handel levert grote hoeveelheden vreemde valuta op die de Iraanse economie stimuleert. Abdel Mahdi is bereid om de S-400 en andere militaire hardware uit Rusland te kopen. Hij heeft een overeenkomst gesloten met China om essentiële infrastructuur herop te bouwen in ruil voor olie. En ten slotte probeert hij te bemiddelen tussen Iran en Saoedi-Arabië en toont zijn intentie om afstand te nemen van het beleid van de VS in het Midden-Oosten. Al die beslissingen maken Abdul Mahdi buitengewoon onpopulair bij de VS.

Ook Israël mengt zich nu openlijk in Irak. Het land gebruikte zijn F-35i stealth straaljagers om aanvallen uit te voeren op Iraanse doelen in Irak in juli en augustus, waarbij vier Iraakse bases werden vernield die door Iraanse troepen en proxy’s werden gebruikt als opslagplaats van Iraanse ballistische raketten. De Iraakse regering minimaliseerde deze kwestie, probeerde ze eerst te negeren en poogde zelfs om Israël vrij te pleiten. Het duurde weken voordat Abdul Mahdi in een televisie-interview aankondigde dat er “verwijzingen” waren naar de verantwoordelijkheid van Israël.

Deze terughoudende positie van het regime in Irak is bewijs van de loyaliteit aan de VS. Er was zelfs geen spoor van verontwaardiging toen Netanyahu tijdens zijn verkiezingscampagne opschepte over het bombarderen van Irak. De VS ontkende elke betrokkenheid bij deze aanslagen, maar het is zeer twijfelachtig dat Israël Iraakse doelen zou raken zonder op zijn minst de instemming van Washington. Het gevolg is wel dat Amerikaanse militairen en coalitietroepen in Irak nu officiële goedkeuring moeten vragen voordat ze luchtoperaties starten, ook in de campagne tegen ISIS.

Een andere eis van de Trump administratie is dat de Iraakse regering de aan Iran gelieerde milities (PMF) ontbindt. Sinds de nederlaag van ISIS hebben deze milities de controle overgenomen in verschillende regio’s in Irak en namen ze ook deel aan de recente verkiezingen. Geen enkele eenheid van de volksmilities werd ontbonden, wel integendeel: In 2016 heeft de regering de PMF formeel geïntegreerd in de veiligheidstroepen, maar heeft geen effectieve controle over hun reilen en zeilen. Het Fatah front, een verzameling van diverse milities van de PMF, werd de tweede grootste formatie na de recente verkiezingen.

Veel volk over de vloer bij de Iraakse premier

Donald Trump verklaarde in februari dat Amerikaanse soldaten in Irak moeten blijven “om Iran te bewaken”. Twee maanden later, op 7 april, riep de opperleider van Iran, Ali Khamenei, de Iraakse leiders op om ervoor te zorgen dat het Amerikaanse leger ‘zo snel mogelijk’ vertrekt. Ondertussen kwam een ​​stoet van Amerikaanse en Iraanse functionarissen naar Irak om hun respectieve belangen te verdedigen, waaronder Trump zelf tijdens een onaangekondigd bezoek in december 2018 en, vier maanden later, president Hassan Rouhani van Iran.

NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg ontmoette op 17 september de Iraakse premier voor gesprekken over een nieuwe militaire trainingsmissie in Irak. Te midden van de huidige onlusten arriveerde ook de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergey Lavrov op 8 oktober in Bagdad om de escalerende spanningen tussen de Verenigde Staten en Iran in de Golfregio te bespreken.

En alsof er nog niet genoeg problemen zijn, moet de Iraakse regering ook een antwoord bieden op rapporten die sombere economische vooruitzichten en een financiële crisis in 2020 voorspellen. De militaire strijd tegen ISIS was duur en heeft de staatskas uitgeput. De wederopbouw in getroffen gebieden zoals Mosul, Anbar en Salahaddin en de huisvesting van honderdduizenden Irakezen die door de gevechten ontheemd blijven, zal nog duurder zijn.

Iran, de grote vijand van de jeugdprotesten?

De sjiitische jonge demonstranten wijzen Iran aan als de grote schuldige van de impasse waarin het land verzeild is geraakt en eisen een verandering van regime, terwijl bij de vorige protesten de VS, Israël en Iran kop van jut waren. Dit is begrijpelijk. In het Sjiitische Zuiden van Irak heersen de religieuze leiders en sjiitische milities met ijzeren hand.

Nu IS verslagen is, merken de sjiieten dat hun beloning een land is waar de bevolking nog dieper in de armoede is verzeild geraakt, terwijl de politieke en religieuze elites zichzelf verwennen met oogverblindende mansions en riante buitenverblijven in het buitenland, een land waar sommige milities betrokken zijn bij lucratieve smokkel van olie, drugs en mensenhandel, waar kledingvoorschriften en religieuze fatwa’s hardhandig worden afgedwongen, een bevolking in armoede terwijl het land drijft op een zee van olie.

De jongeren zien dus de onmiddellijke en nefaste gevolgen van de Iraanse invloed in hun land, maar niet de onzichtbare vuist van de VS, die de grondoorzaak is van de huidige situatie. Een voorbeeld: de Iraakse jongeren zien grote affiches met de gezichten van de Iraanse hoge geestelijken Khomeini en Khamenei overal in het straatbeeld, affiches die ze tijdens de protesten verscheuren. Uiteraard hangen er geen affiches met de tronie van Trump en aldus kan de VS buiten beeld blijven. De brutale ordehandhaving gebeurt door Iraakse strijdkrachten, Nationale Politie en Special Forces. Die zijn echter allemaal getraind door de VS en de NAVO.

Het veiligheidsbeleid wordt mee uitgetekend door de VS, maar de bevolking ziet natuurlijk die onzichtbare hand achter de schermen niet. Vele jongeren roepen zelfs om een terugkeer van Saddam, ook al hebben ze nooit onder zijn dictatuur moeten leven. In ieder geval zijn de vele Iraanse religieuze symbolen in het straatbeeld een doorn in het oog van de demonstranten, die ijveren voor een seculier Irak, een eerlijke herverdeling van beschikbare middelen en eisen respect voor hun Iraakse nationaliteit.

Het Iraanse discours weerspiegelt onwetendheid over de realiteit van de Arabische nationale identiteit. Die is voor de Iraakse sjiieten belangrijker dan hun religieuze identiteit. Zo dacht Khomeini in 1980 onterecht dat de sjiieten in het Iraakse leger niet tegen Iran zouden vechten en dat zij omwille van hun religieuze affiliatie de zijde van Iran zouden kiezen.

Maar dit gebeurde niet. Iran lijkt zich niet te realiseren dat de sociaal-religieuze regels in Iran onverenigbaar zijn met het minder strikte religieuze gedrag van Arabische sjiieten. Dit is een element van vervreemding voor sjiitische Arabieren. Ook diverse Iraanse verklaringen hebben kwaad bloed gezet bij de Sjiieten. Zo betitelde Ali Younesi, een topadviseur van de Iraanse president van Iran Hassan Rouhani, de hele regio in het Midden-Oosten als “Iraans”. Hij voegde eraan toe dat “Bagdad de hoofdstad is geworden van een nieuw Perzisch rijk”.

Op 8 oktober kondigde een hoge Iraanse politiecommandant aan dat 24 “bataljons” bestaande uit 7.500 speciale politie-eenheden meer dan 3 miljoen Iraniërs zullen vergezellen die aankomen in de provincie Karbala in Irak om deel te nemen aan de bedevaart Arbaeen. Ook dat valt in slechte aarde bij de Iraakse sjiieten.

Maar het Saoedische alternatief kan de Iraakse sjiieten evenmin bekoren. De uitdrukking van Arabische identiteit of Iraakse identiteit is tegengesteld aan de reactionaire definitie van Saoedi-Arabisch Wahhabisme.

De inwoners van de sjiitische provincies hebben ook weinig geleden onder het Anglo/Amerikaans militair geweld dat de soennitische provincies te beurt is gevallen. Geen enkele sjiitische stad heeft de vernietiging ondergaan van Falluja, Ramadi, Mosoel en andere steden. Vele sjiieten denken dat de VS hen kan redden van Iran, net zoals velen dachten voor de invasie in 2003 dat de VS hen kon bevrijden van Saddam en dat Bush democratie zou brengen. En we weten hoe dat is uitgedraaid.

Zit de VS achter de huidige opstanden?

Het protest van de jongeren tegen de Iraanse aanwezigheid in Irak heeft aanleiding gegeven tot echte of vermeende speculaties dat de VS en Saoedi-Arabië de aanstokers zouden zijn van de protesten.

Zowel de Midden-Oosten kenner Elijah Magnier als de website Moon of Alabama menen deze speculaties te kunnen staven.

E.Magnier: “Bronnen binnen de kringen van de Iraakse premier zeiden dat “de recente demonstraties al een paar maanden geleden gepland waren. Bagdad was bezig om te proberen de situatie in het land te verlichten, vooral omdat de eisen van de bevolking legitiem zijn. De premier heeft het corrupte systeem geërfd dat zich sinds 2003 heeft ontwikkeld; honderden miljarden dollars zijn verdwenen in de zakken van corrupte politici. Bovendien heeft de oorlog tegen het terrorisme niet alleen alle middelen van het land opgebruikt, maar Irak gedwongen om miljarden dollars te lenen voor de heropbouw van de veiligheidsdiensten en andere basisvoorzieningen.

“De recente demonstraties werden verondersteld vreedzaam en legitiem te zijn omdat mensen het recht hebben om hun ontevredenheid, bezorgdheid en frustratie te uiten. De gang van zaken liet echter een ander doel zien: 8 leden van de veiligheidstroepen werden gedood (1241 gewonden) samen met 96 burgers (5000 gewonden) en veel regerings- en partijgebouwen werden in brand gestoken en volledig verwoest. Dit soort gedrag heeft de echte grieven van de bevolking op een desastreuze manier de verkeerde kant opgeleid: het creëren van chaos in het land. Wie profiteert er van de chaos in Irak?”.

De onrust in Iraakse steden valt samen met een moordaanslag op Soleimani in Iran. Bronnen geloven dat de moordaanslag op de commandant van de Iraanse IRGC-Quds Brigade Qassem Soleimani geen puur toeval is, maar gerelateerd aan de gebeurtenissen in Irak”.

Moon of Alabama: “Luitenant-generaal Abdul Wahab al-Saadi was de grote Iraakse militaire held van de oorlog tegen Isis en leidde de aanval op Mosul die de Isis-hoofdstad heroverde na een belegering van negen maanden in 2017.

Maar in het weekend werd hij plotseling verwijderd als commandant van de CTS-schoktroepen, het elitekorps van de Iraakse strijdkrachten, door premier Adel Abdel Mahdi. In plaats daarvan kreeg hij een job bij het ministerie van Defensie. Saadi heeft geweigerd deze beslissing te accepteren en beschreef zijn nieuwe plaatsing als een “belediging” en een “straf”. Zijn effectieve degradatie heeft geleid tot een golf van steun van de bevolking voor de meest gewaardeerde generaal van Irak, zowel op straat als op sociale media.

De CTS is een strijdkracht die vaak samenwerkt met het Amerikaanse leger. Abdul Wahab al-Saadi is een in de VS opgeleide officier. Hij werd ervan verdacht het hoofd te zijn van een nakende omverwerping van de regering.

Maandenlang zijn er geruchten geweest van een door de VS geïnitieerde staatsgreep in Irak. Ruim twee maanden geleden zei Qays Khaz’ali, leider van Asaib Ahl al-Haq (AAH), een door Iran gesponsorde sjiitische militie en politieke partij die in Irak actief is: “Er zijn plannen om de regering van Bagdad in november te veranderen, met protesten die zullen uitbreken in oktober. Protesten zullen niet spontaan zijn, maar georganiseerd door facties in Irak. Let op mijn woorden”

Sharmine Narwani op 5 oktober 2019: “Al Akhbar-krant zegt dat de regering van Irak 3 maanden geleden hoorde van een geplande, door de VS gesteunde staatsgreep door militaire officieren, gevolgd door acties op straat. Tijd om sceptisch te zijn over gebeurtenissen in Irak?”

Demonstranten bevestigen het gebruik van sluipschutters van gebouwen, gericht op demonstranten die het Tahrir-plein naderen. Tijdens de Amerikaanse staatsgreep in Oekraïne in 2014 werd dezelfde methode gebruikt om regime change te bewerkstelligen.”

Evaluatie van deze claims

De VS en Saoedi-Arabië zullen uiteraard gebruik willen maken van de huidige oproer om hun eigen agenda proberen door te drukken en aan te dringen op regime change. Amerika en Israël zijn verwikkeld in een totale oorlog in de regio tegen alle gebieden onder Iraanse invloed. Amerika heeft niet echt controle over de duizenden demonstranten, maar het exploiteert elk evenement en elke politieke ontwikkeling wanneer het zijn belangen dient. De slogans tegen Iran zijn waarschijnlijk het werk van buitenlandse inlichtingendiensten. Wat we echter niet in de pers lezen is dat de protesten ook gericht zijn tegen de Amerikaanse aanwezigheid en ook tegen de inmenging van Saoedi-Arabië en Israël.

Zo verschenen bijvoorbeeld in de Iraakse hoofdstad Bagdad midden september reclameborden met de slogans ‘Dood aan Amerika – Dood aan Israël’. Er zijn minstens vijf van die grote borden in het centrum van Bagdad, op ongeveer 1,5 km van de Amerikaanse ambassade, het Iraakse presidentiële paleis en het parlementsgebouw.

De verwijdering van generaal Abdul Wahab al-Saadi is een van de aanleidingen geweest voor de huidige protesten. Hij was geliefd van Mosoel tot Basra wegens zijn niet-sektarische behandeling van de mensen. De protesten in Irak zijn een poging om de ​​Iraakse nationale identiteit te herstellen, maar de overdreven nadruk op de persoon van generaal Saadi als alternatief en het maximaliseren van zijn rol in de strijd tegen ISIS is onderdeel van de Amerikaanse propagandaslag. Amerika wil de rol van Saadi maximaliseren om de grotere inspanningen van de PMF volksmilities te minimaliseren. Saadi werd geportretteerd als een symbool tegen sektarisme door zijn Amerikaanse opdrachtgevers en zij zijn daarin geslaagd. Maar dit is niet voldoende om de demonstranten te stigmatiseren als Baathistische of pro-Amerikaanse samenzweerders.

Het is heel waarschijnlijk dat VS-getrouwe snipers vanop daken van gebouwen op de demonstranten hebben geschoten om de regering in diskrediet te brengen, naar analogie met Maidan. Evenwel hebben ook schutters van aan Iran gelieerde milities en legereenheden hun geweren gericht tegen de demonstranten in diverse Iraakse steden.

Er worden vele fake news-berichten en valse beelden verspreid door beide partijen in dit conflict, vooral in de vele Facebookgroepen en Twitter. Dit was te verwachten. Beide partijen gebruiken alle mogelijke middelen, inclusief alternative facts, om mensen te overtuigen van hun gelijk. De bewering bijvoorbeeld dat Iraanse soldaten op demonstranten hebben geschoten is waarschijnlijk vals. Daar is geen enkel bewijs voor.

De bewering dat enkele Iraakse officieren een staatsgreep planden is niet bewezen. Evenzo zijn er beweringen dat Iran via zijn milities een machtsovername plannen. Ook die claim kan niet hard gemaakt worden.

Besluit

Het Iraakse volk, in arme sjiitische gebieden, staat op tegen de Iraakse regering. Een opstand tegen de overheid vereist geen externe samenzwering: alle binnenlandse factoren voor protest, opstand en revolutie zijn aanwezig. Het Iraakse volk heeft duizend redenen om in opstand te komen tegen het bestaande regime. De stigmatisering van de opstanden in Irak als een zionistisch-Amerikaanse samenzwering of een Baathistische opstand, is oneerlijk tegenover de duizenden die spontaan de straat opgaan.

De huidige explosieve situatie eist terughoudendheid. De terechte jongerenprotesten zouden moeten worden ondersteund en de repressie gelaakt. Dit is geen nieuwe color revolution, zoals sommige analisten beweren, net zoals de vorige protesten en het verzet tegen de bezetting geen color revolutions waren. Er is een continuïteit in het Iraaks volksverzet. Irak is niet Oekraïne, dit is niet HongKong.

Dit is de zoveelste opstand tegen de Groene zone, de versterkte burcht waar de VS, maar ook Iran, de regels van het spel bepalen via de door hen aangestelde marionettenregering. Iedere poging om van Irak de arena te maken van een VS oorlog tegen Iran moet worden bestreden. De bevolking van Irak kan geen nieuwe oorlog meer aan. “Let Iraq live”.

Voorzichtigheid is aangewezen om al te enthousiast alle eisen van de demonstranten te omhelzen, want vreemd genoeg eisen de verantwoordelijken van de huidige protestbeweging, noch de regering in Irak, het vertrek van de Amerikanen. Men moet goed beseffen dat het de Amerikaanse bezetter is die een politieke entiteit langs etnische en sektarische lijnen heeft gecreëerd. Het Iraakse politieke discours heeft etnie en religie centraal gesteld in plaats van burgerschap of identiteit. De verschillende componenten binnen Irak hebben grote autonomie en voeren een onafhankelijk buitenlands beleid. Er is bijvoorbeeld geen bezwaar tegen het beleid van de verklaarde alliantie tussen de leiders van de Barzani-stammen en Israël. Een Iraakse politicus, zoals Al-Alusi, kan bezet Palestina bezoeken – op uitnodiging van de bezettingsregering – en daar spreken en openlijk oproepen tot een alliantie met Israël. Al-Alusi was zelf één van de verantwoordelijken voor de-Baathificatie, een beslissing die de Iraakse staat opblies.

Een officiële verklaring van de demonstranten op vrijdag 11 oktober bevat een stevige veroordeling van de bezettingselite en eist “een nationale commissie om de grondwet te wijzigen, weg van de blokken en partijen die hebben deelgenomen aan het regeren van het land sinds 2003”. Maar het is opmerkelijk en ook ontgoochelend dat de verklaring niet vermeldt wat er in 2003 gebeurde. De verklaring beschrijft het regime van Saddam als “repressief” maar vergeet de Amerikaanse bezetting en zijn rol in de politieke structuren van het regime te vermelden. De verklaring geeft een overzicht van overeenkomsten die de Iraakse soevereiniteit hebben geschonden, maar zonder de grootste inbreuk op de Iraakse soevereiniteit te vermelden: de Anglo-Amerikaanse invasie. De verklaring: “Hussein Revolution for All” enkele dagen geleden riep op tot “onmiddellijke en dringende” interventie in Irak door de Verenigde Naties (wie dan in de Verenigde Naties? China?) en de Arabische Liga (wordt die niet beheerst door het Saoedische regime?). Het is onmogelijk dat de auteurs van deze verklaring dit niet zouden weten. Wat kunnen de Verenigde Naties of de Arabische Liga doen? Opnieuw Amerikaanse bezettingstroepen toelaten om Irak te “redden”, na de rampzalige invasie van Irak in 2003?

Er komt misschien een nieuw Irak, maar dat zal niet worden verwelkomd door de Amerikaanse bezetter, noch door Israël, Saoedi-Arabië, de Iraakse autoriteiten, het Westen en Iran. De bevolking van Irak zal zich immers blijven verzetten tegen elke vreemde bezetting en buitenlandse inmenging en ijveren voor een soeverein Irak. De eerste voorwaarde is dat alle vreemde troepen, huurlingen en buitenlandse raadgevers Irak verlaten.

De huidige economische oorlog en een mogelijk militair treffen tegen Iran vormen het grootste gevaar voor de onmiddellijke toekomst van het Midden-Oosten. De Amerikaanse achtereenvolgende administraties sinds 1990 hebben de hele regio in brand gestoken, in samenwerking met Israël. Iran mag niet het nieuwe slachtoffer worden van de oorlogszucht van het Pentagon en de Zionisten. “Let Iran live”.

Het Midden-Oosten en de wereld hebben dringend nood aan vrede. Stop dus de oorlogswaanzin, om de mensheid en de planeet te redden.

 

Dirk Adriaensens is Lid van het BRussells Tribunal Uitvoerend Comité

 

Bronnen voor dit artikel:

En vele gesprekken met Iraakse analisten.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!