Manko'o Shop is niet alleen een winkel met producten uit Kameroen. Er huist ook een vzw die de levensstandaard in het dorp Manko'o in Kameroen wilt verbeteren. Bezieler achter de winkel en de vzw is Béatrice. Zij werkte intensief mee aan het verzamelen van Schaarbeekse woorden en uitdrukkingen.

Woordenboek toont Schaarbeekse multiculturaliteit

Als je tussen de Berenkuil en het Liedtsplein vertoeft, dan zijn Nederlands en Frans niet toereikend genoeg. De diversiteit aan culturen heeft er een nieuwe woordenschat in dit deel van Brussel achtergelaten. Woorden als 'hayar', 'flamand flamand' en 'maroxellois' hebben er een eigen betekenis. De voorbije jaren werden zulke uitdrukkingen verzameld met en door de bewoners. Het eindresultaat is het boek 'Woorden uit de Berenkuil'.

donderdag 1 november 2012 09:01
Spread the love

Van zo’n linguiïstisch artistiek project op een steenworp afstand van ons kantoor moesten we natuurlijk meer weten. We spraken af met Peter Westenberg vanConstant vzw aan de Berenkuil. Aan een rauw en intrigerend stukje stad waar de hele wereld samen lijkt te komen. Officieel heet deze plek het Eugene Verboekhovenplein. Berenkuil in gewoon Nederlands, Cage aux Ours in het Frans.

Hoe is dit project tot stand gekomen?

Peter Westenberg: “Het boek komt voort uit een artistiek buurtproject met de naam ‘De Schaarbeekse Taal’. Dat vormde een onderdeel van het wijkcontract Navez-Portaels.  Een wijkcontract is een constructie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij stadsvernieuwing centraal staat. Ons project was sociaal-artistiek en had als thema de verbetering van het imago van de buurt. Het boek verscheen als afsluiting van het project.”

“We gingen gecamoufleerd te werk. We wilden niet opvallend aanwezig zijn. Tussen 2009 en 2012 hebben wij talloze kleine projectjes in de buurt gedaan om woorden en uitdrukkingen te verzamelen.”

“Schaarbeek is ook een gemeente waar veel meningen over bestaan. Dit koppelden we bijvoorbeeld naar de wijk terug door de bewoners te vragen hoe ze zelf over hun eigen buurt dachten. We hadden ook thematische ontmoetingen over de geschiedenis van de migratie of over de hoofddoek.”

En daar kwamen verrassende dingen uit?

Westenberg: “Inderdaad. Zo zijn de buurtbewoners van mening dat het beeld dat men elders over de gemeente heeft niet klopt. Er is ook over discriminatie en economie gesproken. Maar ook over de verschillende connotaties van het woord ‘flamand’. Dat kan zowel een scheldwoord als een omschrijving zijn van een echte, eerlijke gast die heel erg hard werkt. Ja, mensen in hokjes plaatsen. We doen het allemaal wel eens.”

Hoe bouwden jullie een netwerk in deze buurt op?

Westenberg: “Het netwerk hebben we langzaam opgebouwd. We nodigden mensen uit voor een thematische ontmoeting en zij brachten dan vaak vrienden, familie of bekenden mee. Zo breidde het netwerk zich stukje bij beetje uit.”

Hoe zagen deze thematische ontmoetingen er eigenlijk uit?

Westenberg: “We kregen veel mensen bij onze thematische ontmoetingen. Maar sommige mensen waren moeilijk bereikbaar. De bakkers bijvoorbeeld. Zij zijn praktisch altijd aan het werk waardoor wij ons tussen hen verplaatsten. Wij wilden hen graag bij dit project betrekken omdat er in Schaarbeek veel bakkers van verschillende origine zijn. Belgische bakkers zijn er bijna niet meer.”

“Wij stelden hen dan de vraag ‘Welk woord wil je graag aan een andere bakker laten proeven?’ Dan gaf de bakker ons bijvoorbeeld een gebakje mee wat we andere bakkers uit de buurt lieten proeven.”

Hoe konden jullie de jongeren uit de wijk bereiken?

Westenberg: “Hier deden we onder andere een schrijfsessie mee. We vonden jonge nieuwkomers die enorm van rap hielden. En naar aanleiding van onze woordenlijst van de Schaarbeekse taal hebben we hen slams laten maken.”

“In de wijk hebben enkele jongeren ook een uitzending gemaakt over het woord ‘flamand’. Eerst deden zij straatinterviews voor Radio Kif. Daarna is dit ook uitgezonden tijdens één van de regelmatige radioprogramma’s die we voor de lokale radiozender Radio Panik maakten.”

Wat is uiteindelijk het eindresultaat geworden?

Westenberg: “‘Woorden uit de Berenkuil’ is een soort van woordenboek geworden. Bij ieder woord horen ook verschillende opnames. Deze staan op onze website.”

“Tijdens het project hebben we een grote hoeveelheid audio-opnames gemaakt. We vroegen mensen om de woorden die ze ons gaven uit te spreken. We vroegen naar hun betekenis. Naar hun oorsprong en hoe ze in het dagelijks leven gebruikt worden. Op de website www.deschaarbeeksetaal.be kun je zo’n 1000 opnames beluisteren van de 450 woorden die in de databank zijn opgenomen.”

“Het boek is zeker geen antropologische studie. Het is eerder een reisgids voor de buurt rond de Berenkuil. Je kan het bijvoorbeeld gebruiken als je in deze buurt wilt komen wonen of werken.”

“Vorige week stelden we ons boek voor in boekhandel Passaporta in Brussel. Veel van de deelnemers van dit project kwamen hier op af. We hebben toen taxi’s ingelegd om mensen van de Berenkuil naar de Dansaertstraat te brengen.”

Een doelstellling van dit project was het imago van de buurt te verbeteren. Is dat nu gelukt met het project ‘De Schaarbeekse Taal’?

Westenberg: “Hierin moeten we niet naïef, maar vooral kritisch, zijn. Het imago van de eigen buurt wordt rond de Berenkuil niet gemakkelijk besproken. We zijn er toch een beetje in geslaagd door de rijkdom aan talen te etaleren.”

Was een andere doelstelling van dit project de sociale cohesie bevorderen? En zoja, is dit gelukt?

Westenberg: “Je bevordert sociale cohesie niet door een artistiek project alleen. We schiepen met het project in de loop van de vier jaar, dat we hier werkten, een aantal situaties waarin mensen op bijzondere manieren kennis konden maken met elkaar. Door te luisteren naar de verhalen over landen van herkomst. Over hoe het vroeger in de buurt was. En ook door het te hebben over de taal die toen, nu, hier en elders, gebruikt wordt.”

“Ik denk dat we erin geslaagd zijn om af en toe mensen uit onverwachte horizonten rondom de tafel te organiseren. Zo ontmoetten software-geeks van de Hackerspace-Brussels de Turkse vrouwen van de vzw Feza. Dan spreek je over ‘vrije software‘ en ‘anachid‘-muziek en dan begrijp je wel dat iedere groep mensen haar eigen set van specialistische termen hanteert die niet direct voor iedereen te begrijpen zijn.”

“Dat levert zeer aangename en interessante momenten op. Ik denk dat we met ‘De Schaarbeekse Taal’ hebben bijgedragen aan een verbeterd begrip tussen de diverse bevolkingsgroepen die in de buurt wonen. Maar dat is toch nog niet hetzelfde als sociale cohesie.”

“Om mensen op een lange termijn bijeen te brengen en om een samenhangend sociaal weefsel te organiseren moet je met een goed beleid investeren in mensen, in een sociale lokale infrastructuur. Dat kunnen wij als kunstenaars in een kortlopend project niet doen. Dat is een taak voor de politiek. Wij hebben enkel een voorzet gegeven door te wijzen op de leuke, leerzame, interessante en intrigerende aspecten van de multiculturele Schaarbeekse gemeenschap.”

Uiteindelijk neemt Peter Westenberg ons nog mee op stap tussen de Berenkuil en het Liedtsplein. Hij stelt ons voor aan Béatrice van de Manko’o Shop (zie foto boven) die ons toont wat je allemaal met maniok kan maken. Als we buiten gaan, zegt ze: “Vergeet niet dat Manko’o ‘Grote Liefde’ betekent in onze taal.”

Een eindje verder laat hij ons kennismaken met de mannen van Foyer Voltaire. We drinken er Café Maroccain, een lichte koffie met veel melk en vooral veel suiker.

De mensen lijken er erg open te zijn. En hartelijk. Op straat is er wat lawaai door het verkeer. Maar ons beeld over de Berenkuil is alvast positief. Hopelijk draagt het boek ‘Woorden uit de Berenkuil’ er toe bij dat meer mensen er zo over gaan denken.

‘Woorden uit de Berenkuil’ is het resultaat van een samenwerking tussen Constant vzw, een vereniging voor kunst en media’, en het wijkcontract Navez-Portaels.

Heb je interesse in het boek? Klik dan hier

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!