Sommige boeren vinden ggo's geen goed idee.
Opinie, Nieuws, Milieu, Politiek, België, Landbouw, Voedsel en landbouw, Ggo - Renaat Devreese

“Wij moeten uw genetisch gewijzigde organismen (ggo’s) niet”

Over enkele dagen moeten onze federale ministers van Milieu en Gezondheid en Vlaams minister van Leefmilieu Schauvliege (CD&V) hun advies geven over het al dan niet toelaten van veldproeven met ggo-aardappelen van BASF en de Universiteit Gent. Een aantal boeren waarschuwt voor ggo-teelten in Vlaanderen.

dinsdag 22 februari 2011 12:25
Spread the love

Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) trekt de kaart van gen-tech voor de Vlaamse landbouw. Overheidsonderzoek treft momenteel voorbereidingen voor een proefveld van genetisch gemanipuleerde aardappelen in Wetteren. Waar zijn de boer en de consument gebleven?

Wetenschappers en beleidsmakers, we kunnen uw keuze niet aanvaarden. Wij moeten uw ggo’s niet.
Wij als boeren …

Een heer kan nooit een boer worden

Wij als boeren zijn keikoppen, doorzetters en dwarsliggers. Dat ligt in de aard van ons beroep. We staan van ’s morgens vroeg buiten in de wind. De mogelijkheden en onmogelijkheden van ons werk van de dag worden daar afgetoetst. We werken met levende natuur en die is iedere minuut anders en in voortdurende ontwikkeling. We hebben geleerd om dagelijks in te spelen op honderden onvoorspelbaarheden.

We zien en voelen en weten wat kan en niet kan. Soms gaat het eens mis en verliezen we onze oogst door tegenslag. Maar ook dan beginnen we opnieuw. Dat is onze trots, de essentie van onze vrijheid.

Het merendeel van de wetenschappers en beleidsmakers begrijpt ons niet. Wij vatten dat graag samen in de spreuk: “van een boer kan je een heer maken, maar een heer kan nooit een boer worden”. De realiteit van onze levens liggen mijlenver uit elkaar.

Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, ware het niet dat wij als boeren ons dagelijks in een keurslijf gewrongen weten van bemoeienissen, reglementeringen en bepalingen, die de essentie van ons werk aantasten. We voelen ons vaak op de ziel getrapt. Dat neemt zelfs zulke proporties aan, dat in de nabije toekomst ons voortbestaan bedreigd wordt, onder meer door de wetenschap en het kortzichtige beleid inzake genetisch gemanipuleerde organismen (ggo’s).

Manipulatie

We hebben geen probleem met wetenschap op zich. Er is veel goede wetenschap die ons al veel aangename dingen geschonken heeft. En er is gelukkig veel goede wetenschap die degelijk onderzoek combineert met gezond verstand. Maar we staan achterdochtig tegenover een wetenschap die zich in haar paradigma’s verengt tot het uiteenrafelen van de materie en daardoor alle levende verbanden uit het oog verliest. Ze sluit zich op die manier op in een ivoren toren en houdt zichzelf in stand met macht en geld.

We weten het: het woord ‘manipulatie’ heeft een negatieve bijklank. Om dit te verdoezelen praat de wetenschap liever over “genetisch gemodificeerde gewassen”. Dat klinkt zachter, maar wij noemen de dingen liever bij naam. Het gaat om manipulatie, punt uit. Het gaat hier om de zoveelste manipulatie op rij, van onze grond, onze planten, onze dieren, onze bedrijfssystemen, onze vruchtbaarheid, ons leven, onze vrijheid. Het is nu genoeg geweest. Sta ons toe om dat kort te verduidelijken.

Wat is landbouw? Wat zou landbouw kunnen zijn? Het is de primaire maatschappelijke bedrijvigheid die de aarde beheert als bron van vruchtbaarheid, en zodoende voor ieder mens gezond en veilig voedsel, drinkbaar water en zuivere lucht garandeert. Landbouw levert geen standaardproducten, omdat de wetmatigheden waarmee ze werkt, ingebed zijn in leven, ritme, diversiteit en constante verandering. Wij gaan om met het wonder van de natuur, en ieder van ons beleeft dat op zijn eigen manier.

De visie van de wetenschap

Honderd jaar geleden wilde de wetenschap ons doen geloven dat onze rijkdom niet gelegen was in onze grond, in de vruchtbaarheid van onze bodem, maar in de kunstmest. Dat is tot op de dag van vandaag de heersende opvatting. Planten worden gevoed met dode minerale zouten, en opgeblazen en opgefokt met stikstof, fosfor, kali en andere elementen die door de industrie aangeleverd worden.

Deze industrie is erg olieverslindend, en inmiddels zo machtig dat ze de mestwetgeving, waar iedere boer momenteel aan gebonden is, mee in haar voordeel bepaald heeft. Veel van onze akkers zijn daarom verschraald tot dode geïndustrialiseerde plekken.

Wij als boeren hebben geleerd dat bodemvruchtbaarheid in wezen geen behoefte heeft aan kunstmest, maar wel aan echte bemesting.  Dat bodemvruchtbaarheid bestaat uit bodemstructuur, humus en bodemleven. Deze drie zijn van een rijkdom waar je van achterover valt, als je eenmaal een klein beetje inzicht hebt in de complexiteit van de aanwezige micro-organismen en de ongelimiteerde mogelijkheden die een gezonde bodem kan opleveren aan productie.

Het gros van de wetenschappers wil ons doen aannemen dat onze planten en dieren maakbaar zijn. Dat ze kunnen gereduceerd worden tot cellen, moleculen, atomen en DNA structuren. Dat onze gewassen en verschillende rassen van huisdieren geen onlosmakelijk onderdeel zijn van onze boerderijen, maar dat ze bij voorkeur moeten ‘veredeld’ worden in een labo, in steriele omstandigheden, door mensen met een witte jas aan en een doekje voor de mond.

De wetenschap wil ons doen geloven dat de structuur onze planten uiteengerafeld kan worden. Het lijkt ons dat de wetenschap zich onafhankelijk ten dienste moet stellen van het leven. En dat het beleid zich op de eerste plaats belangeloos ten dienste moet stellen van de burgers van de maatschappij.

Wij boeren willen graag geloven dat de wetenschap tot zeer veel in staat is, maar we zijn geweldig argwanend geworden als dat allemaal als een zegening aan ons opgedrongen wordt. Want waar is het zaaigoed gebleven?

Wij als boeren hebben geleerd dat het zaad van onze gewassen en huisdierrassen de essentie van het leven is. En dat zaad de continuïteit van het leven, de creativiteit van de evolutie en de mogelijkheid tot aanpassing in zich draagt. Diversiteit is het uitingsvermogen van de natuur, in vrijheid.

Wereldwijd werd voedsel als een geschenk gezien, iets dat de mens kon voeden. Die voeding kwam voort uit het oneindige genetisch erfgoed dat bewaard en gekoesterd werd door generaties boeren. Dat wordt ons nu afgepakt.

Wetenschap en beleid hebben onze autonomie vervangen door afhankelijkheid. Het sleutelen aan ons genetisch erfgoed, over de langzame weg van kruisingen, hybridisatie, ongeslachtelijke vermeerdering tot de genetische manipulatie van vandaag, is weinig anders dan een verplaatsing van het werkveld van de boerderij naar de chemische industrie.

Die chemische industrie is de sponsor en opdrachtgever geworden van de wetenschap, en heeft eigendomsrechten over de DNA-structuren van ons genetisch erfgoed verworven.

Planten en dieren horen thuis in een ecosysteem. Hun robuustheid en weerstandsvermogen is het resultaat van een eeuwenlang zorgvuldig opgebouwde interactie met de natuurlijke rijkdom van hun omgeving.  Het wonder van levende organismen zit in de sublieme ordening, harmonie en vitaliteit, als gevolg van levendige uitwisseling in biodiversiteit. Wij boeren voelen dat in iedere vezel van ons bestaan.

Sommige wetenschappers lijken vaak te denken, met een soort misplaatste arrogantie, dat ze “veredelde” planten kunnen maken, die kunnen groeien in de woestijn. Dat ze door enkele genen toe te voegen nieuwe planten kunnen scheppen, onder de loze belofte van verhoogde productiviteit en met specifieke weerstanden, meestal tegen door hen zelf gecreëerde chemische “hulpmiddelen”.

Beleid

Straks staan onze Vlaamse akkers misschien vol met genetisch gemanipuleerde maïs, aardappelen en suikerbieten. De grote chemische multinationals wrijven zich in de handen. De overheid heeft hard gewerkt aan de nieuwe co-existentie-wetgeving (het naast elkaar bestaan van ggo-, conventionele en bio-teelt).

Maar terwijl het zand uit de verre Sahara tot in onze contreien waait, kibbelen de beleidsinstanties nog over de afstandsregels (wordt het 20 of 50 meter?) tussen ggo- en andere akkers, om kruisbestuiving (het overbrengen van stuifmeel door wind of insecten) en ggo-contaminatie tegen te gaan. De bekommernis van het overheidsbeleid betreft vooral de administratieve verplichtingen die hier aan gekoppeld kunnen worden.

Wie gaat de analyses uitvoeren – en betalen – en welke gerechtsdeurwaarders en advocaten gaan de geschillen beslechten? Dàt lijkt de primaire vraag. Waar is de boer gebleven?

Co-existentie van ggo- en andere gewassen is een waanidee, een hersenkronkel, bedacht door mensen die geen boeren zijn. Je kan de natuur niet in geïsoleerde vakken indelen. Het wezen van de natuur is interactie en de mate waarin wind, bijen en andere insecten stuifmeel overbrengen kan je niet vanuit regels vastleggen.

Ggo- vervuiling  en –dominantie wordt geen waarschijnlijkheid maar een feit. Hebben we dan niets geleerd vanuit de schrijnende berichten uit Amerika, of Canada, of Mexico?

Heren beleidsmakers, u kiest voor technologische vooruitgang, u spendeert uw budgetten aan geavanceerde onderzoeksinstituten die het leven reduceren tot macht en winst. U offert de boerenstand op door haar ziel te verkopen. U vergeet de essentie: gezond en veilig voedsel, voortgebracht door een boerenstand die aan de primaire behoeften van de mens tegemoetkomt. Een boerenstand die slechts kan ademen als ze zich ingebed weet in een natuurlijk gegeven.

Het lijkt ons dat de wetenschap zich onafhankelijk ten dienste moet stellen van het leven. En dat het beleid zich op de eerste plaats belangeloos ten dienste moet stellen van de burgers van de maatschappij.

In de kwestie van de ggo’s is er, onder het mom van de heilige wetenschap, beslist in het belang van de groot-industrie. Boeren en consumenten worden hier minder belangrijk geacht. Keuzevrijheid wordt zo een vals begrip. En dat aanvaarden we niet.

Medeondertekenaars

Johan D’hulster, groenteteelt
Walter Cambie, groenteteelt
Antoine De Paepe, groenteteelt
Lea Anthonissen, groenteteelt
Renaat Devreese, geitenhouderij
Rolle De Bruyne, groenteteelt
Johan en Frank Van Den Steen, melkveehouderij
Piet en Lucrèse Anrijs, permacultuur
Etienne Persijn, groenteteelt
Carlos en Sonia Noë, akkerbouw

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!