Jane Regan, Fair.org,

Wie is het “Haïti” dat verzoekt om een interventie?

Het hangt weer in de lucht: een militaire interventie in Haïti. De gevestigde media van de Amerikaanse oostkust, die zich bij gelegenheid hebben herinnerd dat Haïti een naaste buur is, in zak en as gezet door anti-regeringsbetogingen, een falende economie en bendegeweld, lijken een zucht van verlichting te slaan.   

donderdag 17 november 2022 16:15
Spread the love

 

De Washington Post plaatste het opiniestuk: “Groen licht voor interventie in Haïti en de weg naar democratie” op 11 oktober. Dit volgde stapvoets op een artikel van de andere grote opiniemaker, de New York Times, onder de grote kop: “Haïti verzoekt militaire interventie en hulp om chaos in te dijken” op 7 oktober.

Zonder op het artikel in te gaan, is het nuttig om te vragen: “Wie of wat is Haïti?”

Is “Haïti” soms de huidige houder van de eersteministerportefeuille?

De verscheiden en soms geweldadige betogingen tegen de onrechtmatige en onverkozen politicus suggereren van niet: Ariel Henry is niet “Haïti”. Pierre Espérance, ‘law clinic’ advocaat van de universiteit van New York (1) en mensenrechtenadvocaat, noemde de steun van Bidens regering aan Henry, die aan de macht kwam na de moord op president Jovenel Moïse, wederom een “slechte keuze” (Just Security, 22 juli). Volgens Espérance hadden de VS beter een “transitieregering” gesteund, maar deze kans deed zich een jaar geleden voor en werd niet benut.

Een andere reden waarom Henry’ s verzoek tot interventie niet representatief is voor “Haïti”, is het feit dat de idee al elders vorm had gekregen. Het hoofd van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), Luis Amargo, verwoordde het zonder veel omwegen in een tweet op 6 oktober. “Ik heb Haïti opgeroepen om dringend steun te zoeken bij de internationale gemeenschap, dit om de veiligheidscrisis op te lossen en de eigenschappen van de internationale veiligheidstroepen vast te leggen.

Henry sprak zijn verzoek uit op 7 oktober.

Was de suggestie misschien al gemaakt?

Net een dag voor het advies van Luis Amargo had een aantal wetgevers in de VS bovendien aan de regering Biden gevraagd om haar steun aan Henry stop te zetten en een overgangsfase te ondersteunen die rekening houdt met “de stem van de Haïtianen, onder andere via groeperingen zoals het Montana-akkoord”.

“De geschiedenis leert ons dat een buitenlandse macht nog nooit de problemen van welk volk ter wereld ook heeft weten verhelpen”

Vertegenwoordigt het “Montana-akkoord” Haïti? Tot op zekere hoogte wel.

Het akkoord is het best te omschrijven als de benoeming van een brede coalitie van politieke partijen, vakbonden, vrouwen –en boerenorganisaties, kamers van koophandel en organisaties uit de protestantse en katholieke kerk (2). Op dezelfde dag dat Henry vroeg om een “ gespecialiseerde militaire macht”, uitte de organisatie haar standpunt tegen eender welke buitenlandse interventie en noemde ze Henry een “verrader”.

“De geschiedenis leert ons dat een buitenlandse macht nog nooit de problemen van welk volk ter wereld ook heeft weten verhelpen”, aldus hun persbericht.

Een maand geleden was een lid van de anti-corruptiebeweging Nou Pap Dòmi, dat deel uitmaakt van het akkoord, in Washington. In haar getuigenis voor de House Foreign Affairs Committee (29/9/22) verwierp Velina E. Charlier een buitenlandse interventie. (3)

Volgens haar hebben de VS altijd een paternalistische en interventionistische aanpak gehanteerd, die er meer dan eens in heeft gefaald de belangen van het Haïtiaanse volk te dienen. Via hun ambassade in Port-au-Prince hebben de VS altijd leiders gesteund die zijn voortgekomen uit fraudulente verkiezingen of uit corrupte regeringen die alle legitimiteit aan de basis hebben verloren.

Via hun ambassade in Port-au-Prince hebben de VS altijd leiders gesteund die zijn voortgekomen uit fraudulente verkiezingen of uit corrupte regeringen

Ze stelde dat internationale interventies van eender welke aard “er sterk toe hebben bijgedragen om Haïti aan de rand van de afgrond te brengen”.

Omdat niet alle Haïtianen en Haïtiaanse organisaties door het akkoord worden vertegenwoordigd, is “Haïti” dan misschien het Haïtiaanse volk dat de straat optrekt om te betogen? Zij die moedig genoeg zijn om repressie te riskeren indien ze praten met lokale en buitenlandse reporters? Zij die proberen hun leven voort te zetten ondanks de verdere aftakeling van de economische, politieke en sociale omstandigheden?

Al lang voordat de huidige onverkozen en onrechtmatige regering van eerste minister Ariel Henry aan de macht kwam, hebben mensen betoogd tegen de regering  en tegen de VS-steun voor zowel Henry als Moïse. Meer recentelijk zijn deze optochten en brandende barricades er in toenemende mate op gericht om elke vorm van buitenlandse interventie aan de kaak te stellen.

Op 17 oktober, de herdenkingsdag van de moord op stichter generaal Jean-Jacques Dessalines 216 jaar geleden, kwamen vele duizenden de straat op in steden en dorpen over het hele land om een interventie af te wijzen. De menigtes eisten ook het ontslag van Henry en legden de vinger op de hoge brandstofprijzen en het alomtegenwoordige, toenemende bendegeweld.

Reyneld Sanon van de Haïtiaanse Radio Resistance en de Haitian Popular Press Agency legde de woede uit in een verklaring geciteerd door het Real News Network (17 oktober). Hij verwierp de beslissing van de heersende partij “om internationale, imperialistische troepen voor een derde keer het land te laten bezetten”. De beslissing is volgens hem een belediging voor “onze voorouders, die vochten om de ketens van de slavernij te verbreken” en hij verzekerde dat “als er een buitenlandse militaire bezettingsmacht komt in Haïti, alle Haïtianen, progressieve groepen, basisbewegingen en linkse politieke partijen de strijd zullen aangaan”.

“Als er een buitenlandse militaire bezettingsmacht komt in Haïti, (zullen) alle Haïtianen, progressieve groepen, basisbewegingen en linkse politieke partijen de strijd aangaan”

In het artikel van de New York Times (7 oktober) noteerden de journalisten Nathalie Kitroeff en Maria Abi-Habi droogweg dat “de VN-veiligheidstroepen die tussen 2004 en 2017 in het land waren, seksueel misbruik hebben gepleegd en cholera in het land hebben geïntroduceerd, wat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een verspreiding ervan heeft veroorzaakt die het leven heeft gekost aan 10.000 mensen”. Ze haalden dit feit aan ter ondersteuning van hun suggestie dat het “niet duidelijk is hoe de Haïtianen internationale veiligheidstroepen zullen onthalen, ze zouden het kunnen zien als bemoeienis in hun zaken”.

De redactieraad van the Post (11 oktober) ging zover om zonder ondersteunend bewijs aan te kondigen dat “gezien de desastreuze voortuitzichten van een gefaalde staat wiens belangrijkste exportproduct asielzoekers zijn, veel Haïtianen de mogelijkheid zouden ondersteunen – zij het met twijfel over de uitkomst ervan – om terug te keren naar een ietwat normaal leven”. (De raad heeft verschillende keren aangegeven dat de rechten en belangen van de Haïtianen van minder belang zijn dan stabiliteit aan de grens met de VS) Voortbouwend op deze publicatie een week later (18 oktober), argumenteerde de raad dat een militaire interventie “gerechtvaardigd is op humanitaire gronden en strookt met de eigen belangen van de VS”, zonder daarbij enig gewag te maken van de perspectieven voor de Haïtianen.

Voor iedereen die Haïtiaanse nieuwsbronnen zoals Radio Rezistans en Alterpresse volgt, die uitzoekt wat buitenlandse academici en denktanks zeggen of zelfs maar bladert door mainstream berichten van bijvoorbeeld PBS en NPR, is het in feite zonneklaar dat elke buitenlandse militaire interventie zowel ongewenst is als veel kans maakt om enkel negatieve gevolgen te hebben. Een aantal recente artikels dragen titels zoals “Nog eens, een interventie in Haïti” (Foreign Policy, 21 oktober), “Het laatste wat Haïti nodig heeft is nog een buitenlandse interventie” (Tricontinental, 20 oktober) en “De facto Haïtiaanse overheid roept op tot (nogmaals) buitenlandse militaire interventie” (CEPR.net, 14 oktober). Geen enkel artikel spoort aan om soldatenlaarzen aan land te brengen.

Als toppunt heeft Bidens voormalige gezant naar Haïti, die ontslag nam vanwege het volgens hem “onmenselijke, contraproductieve” deportatiebeleid, het plan voor interventie afgeschoten met de voorspelling dat het tot een gewapende opstand kan leiden.

“Het is bijna onvatbaar dat alle Haïtianen vragen voor een andere oplossing, terwijl de VS, de UNO en de internationale instellingen blindelings voortstommelen met Ariel Henry”, aldus de man in een interview met The Intercept (19/10/22).

Zodus, lezers en kijkers van de New York Times en de Washington Post, heeft Haïti verzocht om een interventie?

Notes

(1) ‘law clinic’: een programma voor rechtenstudenten dat hen de mogelijkheid biedt praktijkkennis op te doen, in hoofdzaak binnen het domein van de mensenrechten en ten gunste van de minderbedeelden. Deze praktijk wordt ook pro bono (“voor de gemeenschap”) genoemd en stemt in zekere mate overeen met onze pro deo. De studenten kunnen echter geen zaak verdedigen voor de rechtbank, ze houden zich hoofdzakelijk bezig met de voorbereiding van het dossier. (Wikipedia)

(2) Het Montana-akkoord stelde een tweejarige interimregering voor, geleid door een president en een eerste minister en opgevolgd door controlecommissies. Het doel was de orde te herstellen, verkiezingen uit te schrijven en een waarheids –en rechtvaardigheidscommissie op te richten met betrekking tot schendingen van de mensenrechten in het recente verleden. Hoewel heel wat publieke leiders en politieke partijen het akkoord hebben ondertekend, deden anderen dat niet, zoals de PHTK en een enkele religieuze groeperingen. (Wikipedia)

(3)‘House Foreign Affairs Committee’: in zekere zin vergelijkbaar met een parlementaire commissie voor buitenlandse zaken in België, maar de vergelijking gaat natuurlijk niet helemaal op vanwege de grote institutionele verschillen. Uitgebreide info vind je op de website van het Amerikaanse Congres.

 

Deze tekst verscheen op Fair.org. Vertaling: Johan De Weert

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!