De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Wie bestuurt dit land ?
Politiek -

Wie bestuurt dit land ?

dinsdag 9 augustus 2016 16:51
Spread the love

Niet de koning dus. Diejen braven speelt immers een steeds beperkter figurantenrol en wordt, samen met zijn familie, daarvoor rijkelijk vergoed. Pouvue que ça dure.

Al hebben wij er nogal wat te onderhouden met al die regeringen, toch wordt dit land ook steeds minder bestuurd door zijn ministers (en hun entourage),  want het leeuwenaandeel van de wetten en de verordeningen komen uit Europa (dit argument wordt maar al te dikwijls misbruikt als verontschuldiging voor eigen onwil of/en onkunde). Een Europees schip dat zelf dobbert op de wilde zeeën van wereldeconomie en -financiën.

Bestuurd momenteel zeker nog het minst door zijn premier. De kleine, blauwe Michel is in zijn Wallonië en Brussel goed voor één vijfde van zijn volgzaam kiespubliek (Vlaanderen ziet er geen graten in). Zelfs het schaamlapje van fatsoen werd hem ontnomen toen CDH besloot niet deel te nemen.  Charles is slechts het alibi voor de echte bestuurder van dit land die Bart De Wever heet en de enige, sterke man is van N-VA.

Bart en de zijnen hebben echter beslist in 2014 af te zien van de rol van premier voor De Wever. De tijd was dus nog niet rijp. Daarom stuurde hij zijn medewerkers het veld op. Hijzelf bleef burgemeester in Antwerpen, een strategische keuze (zoals velen hem de rol van meester strateeg toemeten).

De volgende slag wordt volgens plan geleverd in 2018 bij de gemeenteraadsverkiezingen, waar zoveel mogelijk gebied moet veroverd worden, om hem het jaar daarop bij de federale verkiezingen, na de grote overwinningsshow (de intrede op het Stadhuis van Antwerpen zal er klein bier bij zijn), als enige en echte premier te kunnen binnen halen.

De Antwerpse burgemeester wordt in dit scenario door dik en dun gesteund door zijn broodheren die huizen in zijn havenstad en in de ruime financiële en industriële wereld. Hun vertegenwoordigers maken het schoon weer in de grote ondernemingen, de banken, de media en alles wat aanzien heeft. En zoals we in de politiek van vandaag dagelijks merken : alle politieke middelen zijn goed om te scoren: The sky is the limit, and Trump is the sky.

Een mooie illustratie van al het voorgaande lezen wij in het recente boek van Chris de Stoop : “Dit is mijn hof” (1). Hij schreef eerder al een gelijkaardig boek “De bres”, over het polderdorp Doel dat moest wijken voor haven en industrie.

De Stoop is een boerenzoon uit het Waasland die na de dood van zijn broer terug keert om de ouderlijke hoeve te runnen in de Zaligempolder. Zijn boek is een pakkende, persoonlijke getuigenis over het ellendige verdwijnen van de boeren in de hedendaagse neoliberale samenleving.

In het tiende hoofdstuk ‘Zaligem, het scharminkel’ illustreert een jachtpartij deze teloorgang. Een ruim citaat :

Een bewolkte dag, het motregent. Ik wrijf het water uit mijn ogen en loop achter het gevogelte naar de akkerrand. Daar staat Fernand Huts. Hij schiet het dood.illustreert

Het is nog vroeg in de ochtend en er waait een stevige wind. Wij zijn met een twintigtal drijvers, vooral boerenzonen. We zwaaien met stokken en dragen fluorescerende jasjes, zodat de jagers ons van het wild kunnen onderscheiden. “Prr, prr” moet ik roepen, of “hei-up, hei-up”. Dan slaan fazanten en hazen schielijk op de vlucht.

Naast het maïsveld zitten tien jagers op krukjes en klapstoeltjes te schieten en te juichen. Ze kraaien victorie met Frans accent. Ze zijn in groen tenue en hebben hun lange kousen over hun broekspijpen gestroopt. De bontgekleurde fazanten, die moeizaam van de grond komen, worden door enorme ladingen hagel aan stukken geschoten. Ze zeilen nog even verder, vallen met een smak neer op de grond, stuiteren nog wat voort, liggen soms na te trillen. De jachthonden verzamelen de stoffelijke overschotten. Als een aangeschoten fazant nog leeft, pakt iemand hem bij zijn vuurrode kop en zwiert hem rond tot zijn nek breekt.

Ik sla hen gade. Zie me hier staan, denk ik. Net zoals mijn vader ooit bij de jagers van Zaligem. Het voelt alsof ik me op de set van een goedkope film bevind.

“Eén linie blijven vormen en het wild opdrijven, godverdomme”, roept Fernand Huts. die als een generaal de drijfjacht leidt met zijn walkietalkie. De havenbaas, die het logistieke bedrijf Katoen Natie tot een wereldspeler heeft uitgebouwd, heeft in deze polder alle jachtrechten verworven. Nu heeft hij enkele voorname invités uitgenodigd om mee te jagen. Huts, een gedrongen zestiger met een baardje, staat niet alleen bekend als een gewiekste zakenman, maar ook als een geboren dwarsligger, een Reinaert in maatpak, die koning Nobel graag in de luren legt.

“Kijk, wilde ganzen”, zegt hij, en hij blaft verschillende keren in de lucht, zonder iets te raken. Met uitdagend gesnater vliegen ze hoog in de wolken weg.

Ook de hazen proberen op hun sterke achterpoten te ontkomen, de lange oren plat in de nek. Een zwangere moer, dik en zwaar, wordt in haar ren gestuit, kermt luid, tolt rond, trappelt voort, trekkebeent, tot een jachthond zich over haar ontfermt.

Achter mijn rug schiet een ree heelhuids weg. “Uitgezet”, denkt een drijver. “Net als de fazanten, die meestal uit een kwekerij komen”.

In de verte zie ik het felle groen van de Singelberg in Beveren. Hier kwam Filips van Marnix de Sint Aldegonde, burgemeester, letterkundige en oproerkraaier, in 1585 de overgave van Antwerpen aanbieden aan de Spaanse veldheer Alexander Farnese, nadat hij eerst onze polders onder water had gezet. Een van de jagers nu is een nazaat van de familie van Marnix de Sint Aldegonde. Een andere jager is een telg van de Arenbergs, het beroemde geslacht dat veel Wase en Zeeuwse polders weer drooglegde na de overstromingen. Ze bezitten nog altijd honderden hectaren landbouwgrond. Naast de aristocraten zijn er ook enkele zakenmensen van de partij, zoals de Van Thillo’s, een familie van grote persmagnaten.

De laatste decennia werd de boeren voortdurend geconfronteerd met de verkoop van hun pachtland door grootgrondbezitters. In de jaren zeventig kwam er al een eerste golf van verkopen op gang omdat het verpachten van grond erg omslachtig en minder rendabel was geworden. Sinds de jaren negentig is er een tweede golf, als gevolg van de lawine van reglementeringen op het vlak van het leefmilieu en ruimtelijke ordening. Er zijn tijden geweest dat ze via politieke en koninklijke invloed de wet konden stellen, maar nu klagen ze dat ze nergens worden gehoord, terwijl de ‘groene jongens’ de dienst uitmaken op de ministeries. Veel traditionele grootgrondbezitters houden het daarom voor gezien.

Anderen slaan nu terug door in Europa een proces te beginnen en dezelfde voordelen te eisen als natuurverenigingen. Waarom krijgt Natuurpunt tot negentig procent van de aankoopprijs terugbetaald én subsidies om de gronden te beheren, en de landeigenaars niet ? Weidelijke jacht is volgens hen ook een vorm van natuurbeheer, en dat maken ze tegenwoordig duidelijk door in schutbosjes borden te zetten : “Respecteer de natuur”. Soms vlak bij bordjes van Natuurpunt : “Geniet van dit stuk natuur”. Altijd in de gebiedende wijs.

“Ik heb nog niets kunnen raken”, klaagt de jonge, omvangrijke Van Thillo met een pruillip.

“En kijk daar dan eens”, lacht Van Thillo senior, die een mank been heeft overgehouden aan de jacht op groot wild in Afrika. Hij wijst naar een paar over het maïsveld trippelende, tamme duifjes.stee

De jonge Van Thillo stapt er naartoe en geeft ze van een korte afstand de volle laag. De veertjes en botjes vliegen in het rond. Er blijft bijna niets van over. Zijn gezicht klaart op.

“Goed geschoten”, bromt Fernand Huts.

Hij blaast op zijn hoorn de jacht af. Tijd voor de lunch.Zijn vrouw Carine is met jeep en poedel gevolgd. In de kofferbak zitten manden met broodjes en ketels met pompoenensoep.

Enkele weken geleden was ik nog voor informatie op hun kasteel, aan de rand van Zaligem. Ik zag dat die magische plek uit mijn jeugd, waar ik in mijn jongensjaren nog inbrak, onherkenbaar veranderd is. Het voormalige spookkasteel, helemaal gerestaureerd, ziet er nu uit als een sprookjeskasteel, met sierlijke torentjes, trapgevels en kantelen. De weelderige landschapstuin staat vol moderne kunst, vooral naakte vrouwen en copulerende herten. En de oude schuur is omgebouwd tot een modern, luxueus kantoor, van waar Fernand Huts zijn logistieke netwerk over de zeven wereldzeeën bestuurt.

Het kasteeltje werd in het midden van de negentiende eeuw als ‘maison de plaisance’ gebouwd door advocaat Paul Parrin, burgemeester van Sint-Niklaas, dijkgraaf van de polder en gentleman-farmer. Er was een modelhoeve bij, het Bogaerdhof. Het waren benarde tijden door de vlas- en aardappelcrisis. De textielindustrie kwijnde weg. Op de markt van Sint-Niklaas waren er voedselrellen. Dijkgraaf Parrin ijverde ervoor om de polders beter te ontwateren en om de landbouw te moderniseren, onder meer door de invoer van Britse fokstieren om de schrale Vlaamse koe te veredelen.

Toen ik kind was, was het nog altijd ‘upstairs downstairs’ bij ‘mijnheer van ‘t kasteel’. Het huispersoneel leefde in de kelder en moest dag en nacht klaarstaan voor de toenmalige kasteelheer, een textielbaron met fabrieken in Hulst en Sint-Niklaas

Maar in de jaren zeventig werd het domein verkocht aan Snikker, een rijke snob die als wegenaannemer de Expresweg had aangelegd. Daarna stond het een tijdlang leeg. De kasteelhoeve werd verkocht door de Zeeuwse boerenfamilie Abens uit Koewacht. De drie zonen bleven ongetrouwd en zijn nu drie oude ‘jonkmannen’. Het is aandoenlijk om hen op die historische boerderij bezig te zien tussen de dikbillen die ze fokken.

De huidige kasteelheer, Antwerpenaar Fernand Huts, wordt door veel mensen in de polder op handen gedragen, omdat hij zich fel tegen de uitbreiding van de haven uitspreekt. Volgens Huts is er nog meer dan plaats genoeg op de huidige haventerreinen. De haven is nog lang niet vol, maar het wegennet wel. Het is juist het verstikkende verkeer rond Antwerpen dat hem naar het Waasland bracht, zegt hij.

Af en toe mag een plaatselijke actievoerder naar het kasteel komen en dan belooft Huts een milde gift. Zo steunt hij in stilte de strijd. Hij koopt in de polder niet alleen oude pastorieën en forten op,omdat hij een zwak voor erfgoed heeft, maar ook akkers en weiden,onder meer in Zaligem. Zijn voorbeeld wordt al door andere havenbazen gevolgd, wat de landbouwgrond nog meer onder druk zet en de prijzen opdrijft. Op de bank brengt hun geld nu toch weinig op en grond is een goede belegging, redeneren de nieuwe rijken.

Fernand blaast weer op zijn hoorn. De jachtpartij wordt hervat, zij het nu niet meer in de polder maar op zijn eigen haventerrein. We worden met twee legervrachtwagens naar het immense domein van Katoen Natie aan de Schelde gevoerd. Op de braakliggende gronden tussen de magazijnen heeft hij voor het wild maïs gezaaid, wat hem niet alleen tot de grootste havenbons maar ook tot de grootste maïsboer van het Waasland maakt.

“Dag Fernand”, zegt iedereen. Hij is hier niet ‘mijnheer van ‘t kasteel’.

“Het wild opdrijven en alles afschieten”, beveelt Huts door de walkietalkie.

In één aaneengesloten linie trekken we over het met hoge hekken afgesloten bedrijfsterrein. Het blijft maar regenen en waaien. Kletsnatte, openbarstende maïskolven slaan in mijn gezicht. “Prr, prr”, roep ik nog zachtjes. Konijnen komen massaal uit hun pijpen gekropen. Ze kunnen geen enkele kant op. Het is als een schiettent op de kermis. De snuiten van de jachthonden druipen van het bloed.

Na de schietpartij voeren de legervrachtwagens ons naar het jachthuis in de polder, waar met het wild het traditionele tableau wordt gemaakt. Bijna tweehonderd kadavers worden op de grond gelegd in de vorm van het bedrijfslogo van Katoen Natie…

 

?(1) uitgegeven in 2015 bij ‘De Bezige Bij’.

 

 

 

take down
the paywall
steun ons nu!