Bron: Pixabay
Opinie - Chris Vandeweghe

Weyts heeft het onderwijs aan zijn lot overgelaten

Normaal werkt Weyts zich om de twee dagen in het nieuws, maar de laatste dagen is hij opvallend stil over onderwijs. Dat is geen toeval, want directeurs en leerkrachten kreunen onder de coronasituatie die het gevolg is van zijn wanbeleid. Tekst en uitleg door Chris Vandeweghe, leerkracht in het secundair onderwijs.

maandag 14 december 2020 18:46
Spread the love

 

Voorbij de improvisatie

Bij de eerste coronagolf gingen alle scholen op slot. Omdat de corona-uitbraak zo onverwacht kwam, gebeurde dat noodgedwongen geïmproviseerd en onvoorbereid. Van vandaag op morgen moesten leerkrachten overschakelen op afstandsonderwijs en even later moesten scholen zich klaarstomen om zo coronaveilig mogelijk te blijven werken. Dat was een huzarenstuk, maar door de gedreven inzet en flexibiliteit van het onderwijspersoneel werd de schade toen zoveel mogelijk beperkt.

Het stond in de sterren geschreven dat er een tweede golf zou komen in de herfst. Deze keer was er geen excuus, de minister had verschillende maanden tijd om voor die tweede golf de noodzakelijke voorbereidingen te treffen. Maar Weyts beschouwde scholen als veilige coronavrije oases. Hij vertikte het om het onderwijs voor te bereiden op een mogelijke nieuwe coronagolf. Weyts werkte geen plan B uit, hij hield het bij plan A: de scholen zullen en moeten 100 procent open blijven. Er kwam wel een poppenkast met kleurcodes, maar uiteindelijk bleek dat enkel een truukje om de vakbonden mee te krijgen en iedereen onledig te houden met lange onderhandelingen over een systeem dat vanaf dag 1 in de prullenmand belandde.

Pijnpunten

De eerste golf had belangrijke pijnpunten naar voor gebracht. Er was vooreerst een ernstige leerachterstand vastgesteld, alsook een toegenomen kloof tussen sterke en zwakke leerlingen. Om dat aan te pakken is een serieus plan nodig. In Groot-Brittannië heeft men meer dan 1 miljard dollar uitgetrokken om dit schooljaar extra leerkrachten in te zetten om die achterstand en kloof zoveel mogelijk weg te werken. In Nederland is er een gelijkaardig plan voorzien. De zomerklassen die Weyts organiseerde in de zomervakantie kwamen niet in de buurt van wat nodig was. Zowel de leerachterstand als de kloof neemt alleen maar verder toe. En die kloof is al een van de grootste van de rijke landen.

In de eerste golf moesten leerkrachten in allerijl materiaal ontwikkelen voor thuisonderwijs. Het gaat in de eerste plaats om instructiefilms die basiselementen van de leerstof uitleggen. Daar kruipt bijzonder veel werk in. De meeste leerkrachten beschikken niet over de skills en het materiaal om dat op een professionele manier te kunnen doen. Een budget om leerkrachten te voorzien van een laptop is er al helemaal niet, terwijl ze dit wel nodig hebben om afstandsonderwijs te kunnen organiseren vanop school of van thuis uit.

Daarnaast vergt het opstellen van zogenaamde leerpaden ook heel veel tijd. Leerpaden worden aangebracht op een digitaal platform en zijn een aaneenschakeling van instructies, uitleg en taken die de leerlingen individueel doorheen de leerstof moeten loodsen.

Het departement onderwijs heeft maanden tijd gehad om voor de belangrijkste eindtermen didactische en professionele instructievideo’s te maken. In Groot-Brittannië hebben ze tijdens de zomervakantie 300 leerkrachten aangeworven voor het maken van 10.000 digitale lessen. In China kregen 200 miljoen leerlingen tijdens de lockdown in februari online les via de televisie. Zelfs een arm land als Nicaragua heeft een uitgebreid aanbod van schooltelevisie ontwikkeld om de leerlingen bij de klas te houden tijdens lockdownperiodes. In Vlaanderen moeten de leerkrachten maar hun plan zien te trekken.

Een derde pijnpunt is de infrastructuur. De meeste klaslokalen voldoen niet om de lessen coronaproof te laten doorgaan. Sommige lokalen zijn te klein, maar vooral de verluchting is het probleem. Ventilatie is een oud zeer: als je 50 minuten lesgeeft in een gesloten klaslokaal dan stinkt het gewoon. Dat is op zich al niet gezond, maar in coronatijden is het ronduit gevaarlijk.

In plaats van serieus te investeren in degelijke HVAC-systemen (heating, ventilation, en air conditioning) vond Weyts er eind augustus niet beter op dan doodleuk te zeggen dat de leerkrachten hun ramen en deuren maar wijd moesten opzetten tegen corona. Gevolg: verkleumde en onderkoelde kinderen en leerkrachten eens het frisser werd. Vlaanderen gaat er prat op dat het een hoogtechnologische speler is op de wereldmarkt, maar tijdens de winter moeten de scholen hun vensters openzetten om voldoende te kunnen ventileren. Stoken met open ramen is bovendien allesbehalve een klimaatvriendelijke ‘oplossing’ te noemen. Dat heel wat fantastisch uitgeruste gebouwen – culturele centra, congrescentra, kantoren, etc – momenteel leeg staan, deed geen belletje rinkelen. Laat staan dat men nadacht of het technische personeel, dat momenteel werkloos en machteloos thuiszit, geen rol zou kunnen spelen in het coronaproof maken van het onderwijs.

Veilige voorwaarden

Er is consensus dat onze leerlingen maximaal les moeten kunnen volgen, maar dan moet dat kunnen gebeuren in zo veilig mogelijke omstandigheden. Een eerste voorwaarde vermeldden we hierboven al: voldoende grote en geventileerde lokalen.

Een tweede voorwaarde is dat er systematisch en preventief wordt getest. Gezien het gegeven dat de meeste jongeren weinig of nauwelijks symptomen vertonen is dat de enige garantie om zicht te krijgen op hoe de situatie in de school werkelijk is.

Een derde voorwaarde is een fatsoenlijk brononderzoek. Zo kan men uitmaken of en in welke mate het virus zich verspreidt in de schoolomgeving en kan een besmettingshaard in de kiem worden gesmoord.

In het onderwijs werd het test- en opsporingsbeleid overgelaten aan de CLB’s (Centra voor Leerlingenbegeleiding). Die zijn daar niet echt voor uitgerust. Ze waren bovendien al onderbestaft vanwege voorbije besparingen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat zij van meet af aan overwerkt waren. Van een actief opsporingsbeleid is dan ook net zoals in de rest van het land geen sprake. Daarnaast wordt er veel te weinig getest. In november beloofde Weyts dat er sneltests zouden komen. Een maand later zijn die er nog steeds niet. In Oostenrijk en Slovakije testen ze de hele bevolking op enkele dagen tijd, hier halen we in het beste geval (piek eind oktober) 67.000 tests per dag. Een en ander betekent dat we ongeveer blind varen als het gaat over de vraag of en in welke mate de school een besmettingshaard is.

Een vierde voorwaarde zijn veilige mondmaskers. Om goed beschermd te zijn moeten alle leerkrachten en leerlingen kwaliteitsvolle maskers dragen. De gewone stoffen maskers zijn niet efficiënt genoeg en ze worden ook niet altijd correct gedragen. In de meeste scholen moeten leerkrachten en leerlingen hun eigen mondmasker meebrengen. Zeker, er is een COVID-budget voorzien, maar dat budget is al ontoereikend om de lopende kosten voor de COVID-dossiers af te handelen met de arbeidsgeneesheer, laat staan om gratis mondmaskers aan de leerkrachten of leerlingen aan te bieden. Weyts zegt dat onderwijs een prioriteit is. Een prioriteit zonder middelen is geen prioriteit, maar grootspraak.

Kinderen minder veilig dan gedacht

Tot voor kort werd er vaak gedacht dat kinderen geen motor van besmetting waren. Maar eigenlijk stond dat wetenschappelijk niet vast. Kinderen vertonen minder symptomen en worden daarom veel minder getest. Onder de zes jaar worden ze al helemaal niet getest. Als het over de besmetting van kinderen gaat varen we m.a.w. eveneens zo goed als blind. Virologisch gesproken wisten we het dus niet, maar er was en is wel een grote druk om scholen open te houden omwille van economische motieven.

Ondertussen is er voortschrijdend inzicht dat het onderwijs wel degelijk een belangrijke factor speelt in de verspreiding van het virus. Een grootschalige studie uit Oostenrijk toont aan dat SARS-CoV-2 net zoveel schoolkinderen besmet als leraren. Andere onderzoeken geven aan dat jonge kinderen weliswaar geen symptomen vertonen, maar dat ze het virus behoorlijk efficiënt verspreiden. Deze bevindingen hebben mee geleid tot de beslissing van Merkel om de scholen opnieuw te sluiten. Ook in Nederland zullen de scholen tot 19 januari gesloten worden. De evolutie van de coronacurve in eigen land leert dat de opening of sluiten van scholen wel degelijk een groot impact heeft op de verspreiding van het virus.[1]

Dik gebuisd

De afgelopen maanden wou Weyts de scholen per sé en zo lang mogelijk open houden. Op zich is dat een valabele optie als de voorwaarden op het gebied van veiligheid voldaan zijn: ventilatie, preventieve testen, ernstig brononderzoek en kwalitatieve mondmaskers. Dat was absoluut niet het geval. Met zijn roekeloze koppigheid bracht Weyts de gezondheid van heel wat leerkrachten, leerlingen en ouders in gevaar.

Maar ook het welzijn van de leerkrachten en directies[2] heeft er fel onder geleden. Weyts heeft nagelaten om het onderwijsveld ondersteuning te bieden in de periode dat ze die het meest nodig hadden, bijvoorbeeld door te voorzien in een digitaal pedagogisch aanbod of door het aanstellen van extra leerkrachten voor remediëring. Integendeel, op het moment dat leerkrachten overuren presteerden tijdens het verlengde herfstverlof sprak hij smalend over “een extra vakantieweek” en had hij het over “rotte appels” in het kader van de benoemingen. Hij is ook volledig tekortgeschoten in het beperken en wegwerken van de leerachterstand en de kloof tussen sterke en zwakke leerlingen.

Dat smalend doen, blijkt een hardnekkig trekje van minister Weyts. Dat deed hij dit weekend ook in een interview met studentenblad Schamper van de UGent. Wat hij vond van de 24.000 studenten die de petitie #GeefOnsEenStem ondertekenden in het voorjaar, wou Schamper weten?

“Goed georkestreerd”, zo wuifde Weyts de petitie die gelanceerd werd door 5 studenten weg. Hij zette de studenten verder weg als luiaards die een ‘catch-all excuus’ zoeken om geen examens te moeten doen. Dat komt dan van de man die er zelf 9 jaar over deed om een diploma Pol&Soc te behalen. N-VA was niet toevallig de enige partij in het Vlaams parlement die weigerde met de studenten van #GeefOnsEenStem aan tafel te zitten.

Journalisten hebben de taak om politieke verantwoordelijken kritisch door te lichten. Bij Weyts is dat nog niet gebeurd. Wordt het geen tijd dat ze dit boekje eens open doen?

 

Notes:

[1] Twee weken na de opening van de scholen op 1 september schoot schoot de curve omhoog, en twee weken later schoot ze nog sneller omhoog na de opening van de hogescholen en universiteiten. Veertien dagen na het begin van de herfsvakantie (en de sluiting van de niet-essentiële winkels) was het aantal besmettingen tot minder dan een derde herleid. Viertien dagen na het einde van de herfsvakantie (basisscholen gewoon open en 50 procent aanwezigheid in secundaire scholen) is de daling gestopt en is de curve opnieuw beginnen stagneren. Ondertussen (vanaf 1 december) zijn de niet-essentiële winkels wel terug open, zonder dat dit veel impact heeft op de curve.
Het is nog niet duidelijk of scholen rechtstreeks de bron zijn van verspreiding dan wel onrechtstreeks. Rechtstreeks: de verspreiding gebeurt op school zelf. Onrechtstreeks: besmetting via openbaar vervoer of ouders die elkaar aan de schoolpoort zien. Als ouders niet hoeven thuis te blijven voor hun kinderen en kunnen gaan werken vergroot dat ook de mobiliteit van die ouders en dus de kans op verspreiding.

[2] Op 25 november trokken de directies daarover aan de alarmbel. Dat was te horen in ‘De wereld vandaag’ op radio 1.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!