Microplastics zijn zo klein dat we ze onbewust en op allerlei verschillende manieren binnenkrijgen. Foto: Oregon State University/ CC BY-SA 2.0

Wetenschappers wijzen op toenemend gevaar microplastics in ons lichaam

Wetenschappelijk onderzoek wijst op de toenemende aanwezigheid van microplastics in ons lichaam. Plastic is overal, in het water, de bodem en in de lucht. Hoe slecht is dit voor onze gezondheid? Kunnen wij ons hier nog tegen beschermen?

donderdag 14 april 2022 14:49
Spread the love

 

Op 6 april publiceerden Britse wetenschappers van de Hull York Medical School de resultaten van hun onderzoek waarbij voor het eerst ooit microplastic deeltjes diep in de longen van levende mensen gevonden werd.

Hiervoor werd het longweefsel van dertien geopereerde patiënten onderzocht, bij elf van hen werden er microplastics gevonden. Een verrassing is dit niet, want twee vorige studies bij autopsieën vonden al vergelijkbare hoeveelheid microplastic in de longen.

Enkele weken eerder ontdekten onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam microplastics in het bloed bij zeventien van de 22 geteste personen. Italiaans onderzoek ontdekte bij vier ongeboren baby’s microplastic in de foetus. En ook in onze darmen en uitwerpselen werden al restanten van diezelfde plastic deeltjes gevonden. Hiermee lijkt het bevestigd dat de plastic soep nu ook onverbiddelijk ons lichaam is binnengedrongen.

De naam plastic soep komt origineel uit onze zeeën en oceanen, waar naar schatting zo’n 150 miljoen ton plastic in ronddrijft. Al beperkt de plastic afvalberg zich daar niet toe, want ook de bermen van onze autosnelwegen liggen ermee bezaaid en probeer maar eens een concert te verlaten zonder over honderden plastic bekers te stappen.

Het klinkt dus haast naïef om te geloven dat onze bloedbaan of luchtwegen gespaard zouden blijven van deze plasticpandemie. Met de recente ontdekkingen kunnen we onze kop niet langer in het met plastic vervuilde zand steken.

Erg veel testmateriaal bestaat uit plastic, wat het meten van de hoeveelheid microplastics in een mensenlichaam moeilijk maakt. Foto: pxhere.com / CC0 1.0

Moeilijk te meten

Hoe het komt dat deze dingen nu pas aan het licht komen is volgens Jana Asselman, expert op vlak van de gezondheidseffecten van plastic bij Universiteit Gent, makkelijk te verklaren: “Het is moeilijk om de hoeveelheid plastic in een mensenlichaam te meten omdat er speciaal materiaal voor nodig is. Zo hebben ze bij die bloedtesten spuiten van glas moeten gebruiken omdat normale spuiten uit plastic bestaat.”

“Net zoals het doosje waar het inzit of de jas die degene die de staal afneemt draagt. Je moet dus een compleet plasticvrije omgeving creëren, anders kun je niet weten of de waarden die je meet effectief uit het bloed komen of uit het materiaal dat je gebruikt. Dat is ook de reden waarom we niet zomaar stalen uit het ziekenhuis kunnen gebruiken. Vijf jaar geleden konden we microplastics van die grootte ook simpelweg nog niet meten.”

“Veel mensen willen geen mosselen meer eten omdat die vol plastic zitten, terwijl er mogelijks een pak meer plastic in ons zit.”

Microplastics, of de nog kleinere nanoplastics, zijn maximaal 5mm groot en ontstaan na afbraak of slijtage bij grotere plastic voorwerpen. Omdat ze zo klein zijn merken we ze met het blote oog niet op, waardoor ze des te makkelijker in ons lichaam belanden. Ze komen vrij bij het losdraaien van een plastic dop en het wassen van polyester kledij.

Door slijtage van autobanden zweven ze door onze lucht, en als je je haar wast met shampoo uit een plastic tube doe je dat eigenlijk ook met microplastics: “Veel mensen willen geen mosselen meer eten omdat die vol plastic zitten, terwijl er mogelijks een pak meer plastic in ons zit dan in die mossel”, zegt Asselman.

“We zien plastic als één ding, terwijl het een verzameling is van allerlei verschillende soorten. Zo is er polyester die we in onze kleding terugvinden, PET in onze drinkfles, polystyreen bij microgolfmaaltijden, … Daarnaast kunnen we ook nog onderscheid maken tussen vorm en grootte.

“Grotere microplastics verdwijnen weer via onze uitwerpselen, maar het zijn de kleine partikels die door ze in te ademen in onze longen belanden of via onze darmen in de bloedbaan worden opgenomen. Die zijn dus het gevaarlijkst, want eens in de bloedbaan kunnen ze het hele lichaam doorreizen.”

Geen eenduidige oplossing

Plastic heeft invloed op de werking van onze darmmicroben, het werkt antibioticaresistentie in de hand, het veroorzaakt allergische reacties in cellen of zelfs celdood, het leidt tot irritatie van de luchtwegen of afwijkingen in de longen, en ga zo maar verder.

“Het probleem is dat we niet precies weten welke concentratie plastic in ons lichaam veilig is. We weten welke effecten er optreden bij zeer hoge concentraties, maar we kunnen niet uitsluiten dat die effecten zich niet al vroeger voordoen. De concentraties die nu teruggevonden worden liggen wel lager dan die gekende hoge concentraties waarbij men effecten ziet in het labo.”

“Maar of dat dan wil zeggen dat er niks aan de hand is kan ik nog niet zeggen want er is nog geen veilige concentratie, of drempelwaarde, opgesteld.”

“We leven niet in een vacuüm, we worden aan meer dan alleen plastic blootgesteld.”

“Daarbovenop weten we ook niet hoe lang microplastics in ons bloed blijven, en dat is natuurlijk wel een belangrijke factor. Hoe langer iets in ons bloed blijft, hoe meer schade het kan aanrichten. Al doen de resultaten die we nu te zien krijgen vermoeden dat het zeker niet permanent in ons lijf blijft, daarvoor liggen de waarden bij de volwassen testpersonen te laag”, aldus Asselman.

Het is wel niet onbelangrijk om een aantal nuances te maken, zegt Asselman: “Als mens leven we niet in een vacuüm, we worden aan meer dan alleen plastic blootgesteld. Denk maar aan alle pesticiden op onze groente en fruit, de chemische stoffen en uitlaatgassen in onze lucht, of de recente PFOS-problematiek. Wat dan net het schadelijkst is voor onze gezondheid is moeilijk te isoleren.

Daarom is het zo goed dat al die onderzoeken nu uitkomen, omdat die ons de kans geven om met de gevonden waarden aan de slag te gaan in ons labo. Al is een cel in een lab of een muis natuurlijk geen mens. Je mag ook niet vergeten dat alle mensen verschillend zijn, de ene wordt snel ziek en de andere nooit.

Ten laatste kan een ‘veilige concentratie’ altijd bijgesteld worden op basis van evoluties in wetenschappelijk onderzoek. Om het nu terug over PFOS te hebben, die veilige waarde lag tien jaar geleden minstens honderd keer hoger dan nu.”

Er is meer dan alleen plastic vervuiling, waardoor het moeilijk is om het probleem te isoleren. Foto: pxhere.com / CC0 1.0

Alle beetjes helpen

Herbruikbare drinkflessen, bamboe tandenborstels, of een jutte winkeltas. Met een met plastic doordrenkte planeet lijken het allemaal zoden aan de dijk. En toch: de Verenigde Naties schaarden zich afgelopen maart, tijdens de klimaattop in Nairobi, achter een internationaal bindend gedrag om plasticvervuiling tegen te gaan; en afgelopen zomer bande de Europese Unie alle wegwerpplastics.

Zeker niet nutteloos, vindt Asselman: “Alle kleine beetjes helpen. Plastic rietjes, bordjes of bekers op festivals, het zijn net die plastics de veel microplastics afgeven door schuring en wrijving. Daarnaast geef ik mensen ook altijd de tip om de dingen te gebruiken waarvoor ze nodig zijn, en bakjes van opwarmmaaltijden niet te hergebruiken als die daar niet voor gemaakt zijn. Ik drink zelf ook altijd kraantjeswater in plaats van flessenwater, in beide zit plastic, maar in die eerste toch een pak minder. We moeten daarin realistisch zijn en beseffen dat we in dit leven nooit naar nul plasticblootstelling zullen gaan.”

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!