Steenkool-, olie- en gasbdrijven staan onder druk door de
klimaatverandering, en proberen fossiele brandstoffen te verkopen als een
“oplossing voor energie-armoede”, het gebrek aan energiebronnen dat
ontwikkelingslanden afremt in hun groei. Peabody Energy, het grootste
steenkoolbedrijf ter wereld, voerde zelfs aan dat steenkool de verspreiding
van ebola heeft vermeden.

Maar Rachel Kyte, de klimaatgezant van de
Wereldbank, liet er in een toespraak in Washington geen misverstanden over
bestaan: steenkool is een deel van het probleem, niet van de oplossing. De
vervuilende energiebron eist hoge tol van de armste landen ter wereld, zei
ze, zowel op het vlak van volksgezondheid als via de klimaatverandering, die
een steeds hogere tol eist van de ontwikkelingslanden.

“Er zijn meer
dan een miljard mensen die geen toegang tot energie hebben”, zei ze op een
beleidsforum over de Klimaatverandering. “We moeten de toegang tot energie
uitbreiden, maar we moeten dat op de schoonst mogelijke manier doen. De
sociale kost is immers ongekend schadelijk, en dat geldt ook voor de
wereldwijde uitstoot van broeikasgassen.”

Oxfam

Vrijwel
gelijktijdig met de uitspraken van Kyte publiceert Oxfam een nieuw rapport
dat tot dezelfde conclusie komt. Oxfam beschrijft de gevolgen die steenkool
heeft op lokale gemeenschappen en hoe het al bij al weinig elektriciteit tot
bij arme bevolkingsgroepen krijgt. De meeste mensen zonder elektriciteit
leven immers op het platteland, buiten bereik van conventionele
elektriciteitsnetwerken.

Dat beeld contrasteert sterk met de impact van
hernieuwbare energiebronnen, stelt Oxfam. Die hebben een onmiddellijke,
positieve impact in enkele van de armste landen ter wereld. Zelfs in
stedelijke omgevingen worden hernieuwbare energiebronnen steeds goedkoper en
worden de nadelen van steenkool steeds duidelijker.