Bron: Pixnio
Opinie - Els Van de Velde

Welkom aan boord

dinsdag 16 juni 2020 16:07
Spread the love

 

Terwijl het leven zich na de lockdown, omwille van corona, langzamerhand herneemt, terwijl winkels en bedrijven weer aan de slag gaan, cafés en restaurants en cinémazalen klanten kunnen verwelkomen, blijft een grote groep jongeren vergeten thuis.

Wat een mooie boodschap hoorden we een tweetal weken terug in de media: “Iedereen terug naar school”. Voor al wie er middenin staat, wist toen al dat dit ‘fake news’ was. Wat betekent ‘terug naar school’ voor de helft van de jongeren in het secundair onderwijs?

Drie maanden lang heb ik het beste van mezelf gegeven, mijn roer omgegooid en geroeid met de riemen die ik had. Ben ik op zoek gegaan naar veilige vaarwateren en heb ik geprobeerd om drenkelingen aan boord te krijgen. Een aantal van hen weigerde aan boord te klimmen, anderen zwommen de verkeerde kant uit, en zoals verwacht, veroverden de sterksten de beste plaatsen.

Mijn boottocht was er één met heel veel barrages, woelige wateren en piraterij. Heel af en toe genoot ik van een kalme zee. Mijn vaartuig had geen kompas, ik kende mijn doel niet meer, wist niet waar en wanneer we verwacht werden. Aan mijn ‘drenkelingen’ werd van bij den beginne duidelijk gemaakt door de rederij dat ze alleen maar moesten trachten te blijven drijven, het aanleren van een of andere zwemslag was gewenst doch niet noodzakelijk. Liefst van al oefenden ze schoolslag, maar crawl en rugslag, zelfs baksteenslag was toegelaten.

Een zwembrevet halen was helemaal niet verplicht. Integendeel, ik, als kapitein, mocht ze aanmoedigen, half opgeblazen reddingsboeien toegooien, verstorven neusknijpers en badmutsen ter beschikking stellen, maar hen onder geen beding beoordelen op hun zwemprestaties. Waar waren de zwemredders al die tijd? Deze waren toch niet van doen in de gesloten zwembaden? Ik voelde mij terzelfdertijd kapitein, stuurman, matroos, machinist en deksman. Zelf af en toe zeeziek en ongecontroleerd zwalpend van stuurboord naar bakboord. En ondertussen koers proberen houden (welke koers?), en drijfhout ontwijkend. Samen met mijn opvarenden de haven proberen te halen.

Die haven komt nu stilletjes aan in zicht. Ik zie boten rondom mij één voor één aanmeren. De ene al meer gehavend dan de andere, de ene met nog veel proviand, de andere met enkel nog kruimels aan boord. En in onze boten zitten duizenden jongeren, wachtend om hun leven opnieuw te beginnen.

Maar ze zullen nog even moeten wachten. De paspoortcontrole en ontluizing duurt lang, te lang. Enkele groepen konden reeds van boord maar wie niet de juiste leeftijd heeft, blijft zitten. De weinigen die van boord konden zijn al snel ontgoocheld over die ‘nieuwe normale wereld’.

Ik, als kapitein, matroos, machinist, stuurman, deksman kan enkel nog zwemvesten uitdelen. Met één voet aan boord, en de andere aarzelend op de kade. Ik blijf bij mijn groep ongelukkigen die niet mogen uitstappen en geduldig wachten in de sloep. Straks stap ik uit en duw de boot weer het wijde water in, de boot nog halfvol met jongeren die hun weg zelf moeten zoeken zonder kompas. Geen kapitein meer de komende maanden, geen matroos, geen redder. En voor de meesten zal dit een spannende fantastische reis worden, maar een aantal zal treurig wachten en hopen dat de reddingsvesten het houden, dat de boot niet kantelt en dat niets hen meesleurt, de dieperik in.

Normaal verlaat de kapitein als laatste de boot, dat had ik ook dit jaar graag gedaan. Maar iemand besliste dat de helft van onze jongeren in de boot moest blijven of beter gezegd uit de boot moest vallen. Ze mogen toekijken hoe het leven aan de kade langzaamaan hervat, ze zien de bedrijvigheid en het enthousiasme van het vasteland.

Ik mag alleen maar hopen dat velen van hen vlug vaste grond onder hun voeten krijgen en fier kunnen zijn op wat ze gedurende de reis hebben geleerd, schoolslag maar ook crawl en rugslag, zelfs baksteenslag, als ze maar niet te ver wegdrijven van de kant en de weg terugvinden.

Zoals men zegt: “Ik wens jullie een goede vaart, vertrouw op jullie drijfvermogen en laat je af en toe meedrijven op de stroom. Die brengt je vaak verder dan je kan vermoeden, maar wees je bewust van de onderstroom, bied af en toe weerstand en leer toch maar zwemmen, schoolslag, crawl of vlinderslag, rugcrawl of baksteenslag, als je maar vooruit geraakt.”

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!