De ironische boodschap op deze billboard werd op een originele archieffoto gemonteerd. Foto: Mike Licht/NotionsCapital.com/CC BY-SA 2:0
Analyse - Sacha Direckx,

Weg met de mythe van de werkonwillige werkloze

Deze analyse werd geschreven in 2018 tijdens de regering-Michel waar N-VA, Open VLD en MR hun gram uitten over de 'werkonwillige werklozen'. Er klopt niets van deze mythe, maar ze wordt vijf jaar later nog steeds enthousiast gepromoot door de neoliberale tenoren in de huidige regering-De Croo. Daarom opnieuw deze zeer pertinente ontkrachting van een antisociale mythe zonder basis in de echte wereld daarbuiten.

vrijdag 28 april 2023 15:59
Spread the love

 

Verschillende analisten en politici willen dat de arbeidsdeal uitdraait op een nieuw rondje werklozen straffen. N-VA en Open VLD willen dat de werkloosheidsuitkering wordt beperkt in de tijd en dat bruggepensioneerden actiever op zoek moeten gaan naar werk op straffe van schorsing.

Verder wil N-VA ook een middelentoets voor werklozen, een verdere degressiviteit van de werkloosheidsuitkering, de verdere beperking van de inschakelingsuitkering voor schoolverlaters, en minder pensioenopbouw voor 50-plussers die werkloos worden. Open VLD legt dan weer het voorstel van gemeenschapsdienst voor werklozen op tafel.

Daarmee weerspiegelen de twee regeringspartijen het discours van verscheidene commentatoren. Zo schrijft Bart Van Craeynest (ex-hoofdeconoom bij vermogensbeheerder Econopolis): ‘België blijft zowat het enige land met werkloosheidsuitkeringen die onbeperkt in de tijd kunnen doorlopen. Dat valt niet te verdedigen.’

Marc Devos (in 2018 directeur van denktank Itinera) stelt: ‘De werkloosheidsverzekering kan er nog meer toe bijdragen werkzoekenden te activeren door uitkeringen degressiever te maken en in de tijd te beperken.’

Jan Denys (uitzendbureau Randstad) tweette dan weer dat de werkloosheidsuitkering in de tijd beperkt zou moeten worden: ‘Beetje ambitie mag hoor.’

Ook de werkgeversorganisaties hameren op het straffen van werklozen. Het VBO noemt het systeem van niet in duur beperkte uitkeringen ‘suboptimaal’ en pleit voor ‘een effectief controle- en sanctiebeleid en efficiënte activering van werklozen, langdurig zieken, leefloners en andere inactieven’.

Unizo pleitte al in 2014 voor een uitkering die maximaal drie jaar mag doorlopen (waarna een werkloze terugvalt op de bijstand, al moet die ook nog worden ‘verdiend’). Ook VOKA wil de werkloosheidsuitkering degressiever maken of beperken in de tijd, en vindt dat de VDAB meer sancties moet geven aan werklozen.

Al deze maatregelen gaan uit van enkele veronderstellingen:

  1. iedereen die wil werken, kan werken;
  2. werklozen liggen dankzij een uitkering in een hangmat en willen niet werken;
  3. we kunnen werklozen enkel uit hun hangmat krijgen door sancties en beperking van de uitkering.

Bij elk van deze veronderstellingen zijn sterke kanttekeningen te maken.

1. Niet iedereen kan werken

Ten eerste: niet iedereen die wil werken, kan werken. In tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, zijn er onvoldoende jobs voor iedereen. Onderstaand figuur toont het aantal openstaande vacatures (blauwe balk) tegenover het aantal niet-werkende werkzoekenden (rode balk) in mei 2018.

Tabel overgenomen van denktankminerva.be

Wat zeer duidelijk is, is dat er onvoldoende jobs zijn voor iedereen. Bovendien is de werkloosheid veel groter dan enkel de niet-werkende werkzoekenden. Het gaat enkel om werkzoekenden die zijn ingeschreven bij de VDAB. Personen die om welke reden dan ook niet zijn ingeschreven (bijvoorbeeld omdat ze hun zoektocht hebben opgegeven), zitten ook niet in de statistieken.

We zitten dan ook ver van ‘volledige tewerkstelling’. Het Planbureau voorspelt dat de werkloosheidsgraad zakt van 10,4% in 2017 naar 7,2% in 2023. Volgens sommige economen zou in de huidige omstandigheden de werkloosheidsgraad (in de VS) bij volledige werkgelegenheid slechts 4% bedragen. 7,2% ligt ook nog altijd een pak boven het gemiddelde van de jaren 1960, dat slechts 1,9% bedroeg. Bovendien zijn er redenen om aan te nemen dat de werkloosheidsgraad onderschat wordt en ligt de bredere ‘labour market slack rate’ nog een stuk hoger.

Tot slot zijn er natuurlijk talrijke redenen voor werkloosheid en inactiviteit. Capaciteiten en diploma’s die onvoldoende aansluiten op de eisen van de werkgever, het beperkte aantal vacatures in specifieke regio’s, en de vraag of de aangeboden jobs wel voldoende kwaliteitsvol zijn, zijn slechts enkele van de mogelijke oorzaken.

2. De mythe van de hangmat

De tweede veronderstelling die dringend de wereld uit moet worden geholpen: de comfortabele hangmat van de werkloosheid is een mythe. De uitkering van een alleenstaande werkloze daalt tot 917 euro per maand, ofwel 200 euro onder de armoedegrens. Een leven in permanente armoede is voorwaar geen luxeleventje.

Denken dat permanente werkloosheid een hangmat is, getuigt van een gigantische ivorentorenmentaliteit van hoogopgeleiden met een vaste job en een hoog inkomen.

Of zoals Bea Cantillon (Universiteit Antwerpen) het stelt: ‘Het discours dat we mensen uit hun hangmat moeten schoppen, heeft zijn limieten bereikt. Op alle mogelijke manieren hebben we geprobeerd mensen te activeren. Een werkloze ligt vandaag echt niet meer in de hangmat. Die wordt eruit geschopt.’

Werkloosheid is geen lachertje. De effecten ervan op de mentale gezondheid zijn reeds lang bekend en zeer groot. Volgens studies hebben werklozen 2 à 3 tot zelfs 10 keer meer kans om zelfmoord te plegen en leidt werkloosheid jaarlijks tot 45.000 zelfmoorden. Een recente studie linkt de vele overdoses en de opioïdecrisis in de VS aan werkloosheid.

Denken dat permanente werkloosheid een hangmat is, getuigt vaak van een gigantische ivoren-toren-mentaliteit van hoogopgeleiden met een vaste job en een hoog inkomen. Zij kunnen het zich noch inbeelden hoe het is om te moeten rondkomen met een inkomen van minder dan 1.000 euro per maand, noch hoe het is om permanent op zoek te moeten zijn naar werk dat er niet is, noch hoe het is om met talloze afwijzingen te moeten omgaan.

3. De ineffectieve sanctionerende aanpak

Tot slot: werklozen straffen werkt niet. Dat is vrij logisch, aangezien er onvoldoende jobs zijn. Maar het blijkt ook uit onderzoek. Een recente studie in het Verenigd Koninkrijk besloot: ‘Conditionaliteit binnen het socialezekerheidsstelsel is grotendeels ineffectief in het faciliteren van de toegang van of de vooruitgang voor mensen in de arbeidsmarkt in de loop der tijd.’ Een harde aanpak is zelfs contraproductief, zoals gloednieuw onderzoek aantoont.

Ook voor specifieke groepen zoals jongeren of personen met een handicap lijken sancties en conditionaliteit niet te werken. Een meta-analyse en analyse van werklozen in Oostenrijk vond dat het einde van een werkloosheidsuitkering niet leidde tot de terugkeer op de arbeidsmarkt.

Hulp bieden om werk te zoeken, kan wel werken. Zoals het eerder genoemde Britse onderzoek stelde: ‘Het voorzien van gepaste en betekenisvolle ondersteuning, in de plaats van sancties, is cruciaal in het opstarten en aanhouden van betaalde arbeid en positieve verandering.’

Dat vond ook onderzoek van Liesbeth Van Parys aan de KULeuven: ‘De financiële prikkel is noch een voldoende noch een noodzakelijke voorwaarde’ voor succesvolle activering bij jonge, laaggeschoolde werkzoekenden. Zeker bij laaggeschoolden blijkt een intensieve begeleiding in de eerste maanden werkloosheid te leiden tot een grotere kans op werkgelegenheid.

Want ook in België zijn werkzoekenden wel degelijk effectief op zoek naar werk. Bij sancties en het schrappen van een werkloosheidsuitkering vinden ze meestal niet sneller een job, maar komen ze terecht bij het OCMW (waar het leefloon óók niet onvoorwaardelijk is), of vallen ze helemaal zonder inkomen.

Een logische conclusie: ‘Mensen zijn bereid te werken ondanks genereuze uitkeringen wanneer er goede jobopportuniteiten zijn.’

4. Een andere arbeidsdeal is mogelijk

De pensée unique van de werkonwillige werkloze is onwaarschijnlijk wijdverspreid en zeer schadelijk voor het debat, voor het beleid, en vooral voor heel wat mensen. Een echte arbeidsdeal zou op heel wat andere zaken inzetten. Zoals:

  • op voldoende kwalitatieve jobs, met een degelijke verloning en sterke autonomie;
  • op arbeidsduurvermindering die werk kan herverdelen en het makkelijker maakt om toe te treden tot de arbeidsmarkt;
  • op goedkope en kwalitatieve kinderopvang en openbaar vervoer, zodat de belemmeringen om te kunnen werken verminderen;
  • op een faciliterende aanpak in plaats van een sanctionerende. En eventueel op een jobgarantie door de overheid, waarover het debat volop woedt in de VS.

Dat vergt een visie die focust op de noden van mensen en niet op de noden van bedrijven die bang zijn voor krapte op de arbeidsmarkt en de loonstijgingen die daar vaak mee gepaard gaan. Maar dat is waarschijnlijk te veel gevraagd van een regering met een schaduwpremier1 die VOKA als zijn baas beschouwt.

 

Dit is een overname van het artikel van Sacha Dierckx dat verscheen bij Progressieve Denktank Minerva op 5 juli 2018. De intro is van de redactie.

Note:

1   Dit is een referentie naar N-VA-partijvoorzitter Bart De Wever wiens partij in 2018 nog deel uitmaakte van de federale regeringsmeerderheid.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!