Analyse, Samenleving, Politiek -

Wat we niet snappen over Jemen

De oorlog in Jemen wordt al snel in één adem genoemd met eerdere interventies in Libië, Syrië en Irak. Toch blijft dit hoofdzakelijk een intern conflict, schrijft Adam Baron van de European Council on Foreign Relations die vier jaar in Jemen woonde.

maandag 30 maart 2015 10:01
Spread the love

De snel evoluerende gebeurtenissen van de voorbije dagen tonen dat
Jemen op het punt staat een “failed state” te worden. De media stoppen
het conflict in Jemen – een land dat Obama in september nog een
antiterroristisch succesverhaal noemde – in dezelfde zak als de
sektarische strijd in Irak en Syrië. Sjiietische rebellen nemen het
op tegen soennitische stammen. Ze krijgen de steun van Iran, terwijl
ze vechten tegen de door Saoedi-Arabië gesteunde president.
Verondersteld wordt dat Jemen het nieuwste front is in de
uitbreidende regionale oorlog tussen soennieten en sjiieten en dat er
snel moeten worden ingegrepen.

De waarheid is veel complexer en de oplossing is eerder: blijf erbuiten. De hoofdrolspelers in deze burgeroorlog trekken zeker voor
een stuk de sektarische kaart, maar er zijn redenen om aan te nemen
dat Jemen niet noodzakelijk een onderdeel wordt van dat regionale
sektarische conflict. Los van hun buitenlandse banden zijn zowel de
sjiietische Houthi’s als hun soennitische opponenten diep geworteld
in Jemen en ze worden hoofdzakelijk door lokale motieven gedreven.

Het grootste gevaar is nu dat Westerse machten, Saoedi-Arabië en
Egypte gaan overreageren en dat ze tussenkomen om de Iraanse invloed
te counteren of om Al Qaeda op het Arabische schiereiland terug te
dringen. Maar een buitenlandse interventie zou de slechtst mogelijke
aanpak zijn. Het zou een lokaal conflict regionaliseren en dat zou de
sektarische tegenstellingen alleen maar uitvergroten en Jemen dichter
bij de implosie brengen.

Bondgenootschap

Voor de wortels van het conflict moeten we meer dan tien jaar
terugkeren in de tijd. De toenmalige president van Jemen, Ali
Abdullah Saleh, vocht toen zes brutale oorlogen uit tegen een
opstandige groep, die iedereen de Houthi’s noemt, in het noorden van
het land. De oprichter van de Houthi’s is de geestelijke Hussein
al-Houthi, afkomstig van een vooraanstaande sjiietische familie en
leider van de revival van het zaïdisme, een sjiietische sekte die
bijna alleen in het bergachtige noorden van Jemen voorkomt.

De Houthi’s zijn zelf een reactie op buitenlandse inmenging. Hun
ideologie is voor een groot stuk gebaseerd op de verdediging van het
zaïdisme tegen de vermeende bedreiging van ideologische invloed uit
Saudi-Arabië. Zij verzetten zich ook tegen het bondgenootschap
tussen de regering van Jemen en de VS en klagen over de corruptie en
de marginalisering van de regio waar de Houthi’s thuis zijn.

De Houthi’s wisten munt te slaan uit de Arabische lente die ook in
Jemen opstak. Van het machtsvacuüm maakten ze gebruik om hun invloed
uit te breiden naar het zuiden van het land richting de hoofdstad
Sanaa. Maar er was meer aan de hand. De Houthi’s werden niet
betrokken in het internationaal ondersteunde akkoord dat tot het
vertrek van president Saleh leidde. Ze stelden zich daarom heel
scherp op als oppositie tegen de overgangsregering die er niet in
slaagde iets te doen aan de almaar slechter wordende economische en
veiligheidssituatie. Bovendien was die regering door en door corrupt.
Allemaal dingen waarvoor hun Westerse en Arabische broodheren blind
bleven.

Gevluchte president

De Houthi’s wisten aanhangers te werven buiten hun traditionele
kring. Ze legden ook de basis voor een alliantie met de achterban van
de voormalige president Saleh. Dat bezorgde hun een doorbraak naar de
mainstream doordat ze uitgenodigd werden voor de Conferentie van
Nationale Dialoog van de VN waar gewerkt werd aan een nieuwe
grondwet.

Het zegt iets over de misstappen van de overgangsregering, dat veel
Jemenieten met een diepe afkeer voor de Houthi’s toch blij waren met
hun machtsovername van Sanaa in september vorig jaar. Aanvankelijk
zag het er ook goed uit. Vertegenwoordigers van de Houthi’s sloten
snel een akkoord met andere politieke fracties. Dat akkoord leidde
tot een nieuwe regering onder leiding van Khaled Bahah, een alom
gerespecteerde technocraat.

Maar de spanningen tussen de Houthi’s
en de andere fracties bleven stijgen. Het kwam tot een ontploffing met
een crisis over het ontwerp van grondwet. De ambtswoningen van
president Hadi, de premier en andere belangrijke figuren werden
belegerd en Ahmed Awad bin Mubarak, een topadviseur van de president, werd ontvoerd.

Dat leidde op 21 januari tot het ontslag van de premier en zijn
regering. Tot grote consternatie overigens van de Houthi’s die tot
dan liever hun invloed achter de schermen lieten gelden. President
Hadi vluchtte naar zijn paleis in Aden en bleef het presidentschap
claimen terwijl de Houthi’s een eigen regering probeerden te vormen
in Sanaa. De gevluchte president Hadi kreeg bezoek van
verschillende Westerse en Arabische diplomaten die hem erkenden als
de legitieme president. Maar hij moest uiteindelijk het land
verlaten, een bewijs dat hij er ondanks de grote internationale steun
toch niet in was geslaagd om een machtsbasis uit te bouwen in Jemen zelf.

Sektarische spanningen

De toekomst van Jemen is onduidelijk. Hoewel hun strijdkrachten
actief blijven, benadrukken woordvoerders van de Houthi’s dat ze open
staan voor een dialoog en een machtsdeling. Strijders van Al Qaeda op
het Arabische schiereiland (AQAP) stoken de sektarische spanningen op
in de hoop voordeel te putten uit het machtsvacuüm en de frustraties
van soennieten in Jemen over de opkomst van de Houthi’s. Wat de
aanhangers van president Saleh – die machtig blijft en die
gedurende een tijd een alliantie sloot met de Houthi’s – van plan
zijn, blijft onduidelijk.

Maar wat wel duidelijk is, is dat dit een hoofdzakelijk intern
politiek conflict in Jemen blijft met diepe wortels in lokale
kwesties.

De geschiedenis leert ons dat internationale interventies de
situatie alleen maar erger maken. De interventie van Saudi-Arabië en
Egypte roept herinneringen op aan de burgeroorlog in Noord-Jemen in
de jaren 1960. Beide landen grepen toen ook in en dat maakte het
conflict alleen maar erger. Buitenlandse krachten kunnen zeker een
rol spelen om de verschillende fracties rond de tafel te krijgen in
de zoektocht naar een nieuw politiek akkoord. Maar elk land dat
probeert om de strijd in Jemen te claimen, zal eindigen als
verliezer.

Het oorspronkelijke artikel vindt u hier.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!