Frans econoom Rémy Herrera (1966). Foto: remyherrera.com
Opinie - Rémy Herrera,

Wat er moet veranderen om uit de huidige (corona)crisis te geraken?

Volgens Frans hoogleraar economie Rémy Herrera maakt het huidige economische systeem tijdens de coronapandemie een structurele crisis door, die we niet vlug vlug zullen oplossen met hier en daar een ingreepje. In een toespraak tijdens de honderdjarige viering van de Franse Communistische Partij PCF ging hij op zoek naar inspiratiebronnen en radicale pistes voor een post-COVID-tijdperk.

vrijdag 19 februari 2021 18:38
Spread the love

Op 6 november 2020 sprak Frans econoom Rémy Herrera een videoconferentie toe ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de Franse Communistische Partij (PCF). Als basis voor zijn toespraak vertrok hij van drie vraagstellingen.

  • Waarom een breuk met het kapitalisme?
  • Waarom kiezen voor een socialistisch alternatief?
  • Welke lessen trekken uit China, Vietnam en Cuba?

Een systeem in crisis

De huidige crisis dateert niet van gisteren. Ze is minstens een halve eeuw oud, is structureel en diep, zelfs zeer diep. Ze is tevens multidimensioneel en systemisch, wat betekent dat we voor een oplossing niet op dat systeem moeten rekenen.

Het kapitalisme is in verval, het degenereert. Dat het niet snel instort is te danken aan de staat, die het systeem met man en macht overeind houdt, zoals in 2008, toen het financiële deel van het systeem kapseisde, en net als nu het geval is met deze zogenaamde “gezondheidscrisis” en een economie die al maanden aan het infuus ligt.

Uiteraard komt er geen oplossing voor de gezondheidscrisis, met leiders die de openbare ziekenhuizen afbouwen; noch voor het financiële probleem, met bankiers die schaamteloos blijven speculeren; noch voor de milieuproblemen, met ecologisten van wie de ene al meer neoliberaal is dan de andere…

Zo is er al evenmin een oplossing gekomen voor de sociale problemen met de “sociaal-liberalen” van de zogenaamde “socialistische” partij. En ook voor het religieus terrorisme zal er geen oplossing komen met op geld beluste sjacheraars die het nationaal en neutraal onderwijs hebben verzwakt door het te verpatsen aan de – bovendien confessionele – privésector.

Het kapitaal zal nooit een oplossing vinden voor zijn interne logica van winstmaximalisatie en dit om meerdere dieperliggende redenen:

  • de nieuwe technologieën besparen op menselijke arbeid en ondermijnen de schepping van waarde;
  • de niet-productieve arbeid wint terrein op de productieve arbeid;
  • de tegenstellingen van het kapitaal eisen almaar duurdere overheidsbemoeienis;
  • de overaccumulatie komt voortaan vooral van fictief kapitaal, en
  • de financiële sector sleurt heel het systeem mee in een spiraal van vernietiging, conflicten en oorlogen die uiteindelijk het leven van ons allemaal in gevaar brengen.

Socialisme is een proces

Om al die redenen beantwoordt een socialistische transitie niet alleen aan ons gevoel van rechtvaardigheid maar ook aan een rationele noodzaak, want nu staat zelfs de overleving van de mensheid op het spel. Zover is het dus gekomen.

Het socialisme is niet zomaar een woord, het is een strijd. Het is geen eindpunt maar een overgangsproces. Een proces dat lang en moeilijk zal zijn en duizenden vormen kan aannemen op zijn weg naar emancipatie en de uiteindelijke bevrijding van de arbeid uit de klauwen van het kapitaal. Want dát is het kapitalisme: de overheersing van het kapitaal over de arbeid.

Socialist François Mitterrand (1916-1996) was veertien jaar president van Frankrijk (1981-1995). Na amper twee jaar schakelde hij – naar eigen zeggen noodgedwongen – over naar een neoliberaal besparingsbeleid. Foto: Rob Croes/Anifo/Public Domain

Je hebt het vast al gehoord: “We hebben het geprobeerd en het is niet gelukt.” Maar wanneer precies werd er in Frankrijk een poging gedaan om het socialisme op te bouwen? In 1981? Dat was niet meer dan het “mittérandisme” en “de uitvinding van het staatsneoliberalisme”.1

In de Sovjet-Unie en Oost-Europa dan? Daar is het inderdaad fout gelopen. Maar, heeft het kapitalistisch systeem er niet eeuwen over gedaan om zich aan het feodalisme te ontworstelen? Waarom zou dan het socialisme, dat toch een nobeler en rechtvaardiger ambitie nastreeft, geen recht hebben op meer tijd? Trouwens, is het socialisme overal hetzelfde?

Als dat zo was, zou het overal misgegaan zijn, toch? En dat is niet het geval, helemaal niet. Men wil ons doen geloven dat het socialisme overal mislukt is zodat wij, de werkers, de strijd opgeven, zodat de werkers en de volkeren van Noord en Zuid geloven dat er geen alternatief is.

China

Drie landen bewijzen het tegendeel en hun ervaring is van belang voor onze strijd. China is het grootste economisch succes ter wereld, zelfs in de wereldgeschiedenis. Onze vijanden willen het niet gezegd hebben. China? Dat is kapitalisme! Moeten wij hen dan zomaar geloven en napraten en de Chinese pluim op de kapitalistische hoed steken?

Het kapitalisme verdient die lof niet want het Chinese succes is vooral aan zijn socialisme te danken. Niet één van de recente Chinese resultaten zou mogelijk geweest zijn zonder de onvermoeibare strijd tegen het kapitalisme, zonder een strikte controle over de kapitalisten, zonder de socialistische revolutie die begon in 1949 en het Chinese volk heeft verlost van ellende en oorlog, die een nieuwe wereld heeft gecreëerd met sociale vooruitgang, onderwijs, gezondheidszorg, openbare infrastructuur, onafhankelijkheid en waardigheid.

“Begrijp me niet verkeerd: China is mijlenver verwijderd van het communistisch ideaal!”

Laten we dus bescheiden blijven – maar niet slaafs. De Chinezen zeggen dat zij gekozen hebben voor een langdurige overgang naar het socialisme, die ze gaandeweg onderzoeken. Laten we proberen te begrijpen, te leren, en hen met respect behandelen.

Maar begrijp me niet verkeerd: China is mijlenver verwijderd van het communistisch ideaal. Er is te veel ongelijkheid in deze samenleving, er gaat te veel mis in die overgangsfase, die de eerste fase van het socialisme is. Maar het Chinese volk en zijn leiders hebben zich wel degelijk in de strijd voor de socialistische overgang gegooid. Waar zal het eindigen? Dat weten we niet. Maar we kunnen onmogelijk hun vastberadenheid negeren. Dit verhaal is nog niet ten einde.

Beeld je eens dit nieuwe Frankrijk in: alle landbouwgrond en mijnbouw zijn gecollectiviseerd, het merendeel van de grote ondernemingen zijn overheidsbedrijven, alle infrastructuur is genationaliseerd, de staat controleert alle munt-, bank- en financiële activiteiten en ook de handel en wandel van de buitenlandse transnationale ondernemingen op ons nationaal grondgebied, er is een strikte centrale planning.

“De Cubaanse, Vietnamese en Chinese ervaring kunnen we niet zomaar importeren. Bovendien is ook daar veel voor verbetering vatbaar.”

Aan het hoofd van dit Frankrijk staat een communistische partij die deze uitermate machtige staat controleert. Beeld je dat eens in, ons land georganiseerd zoals China nu. Zouden wij dat kapitalisme noemen? Laat me niet lachen. We zouden het socialisme noemen. En je kan er gif op innemen dat onze kapitalistische vijanden het zelfs ‘communisme’ zouden noemen. Misschien kunnen we het beter verwoorden als een vorm van marktsocialisme met kapitalisten maar onder de strikte controle van de politieke macht van de communistische partij2.

China is verre van communistisch maar heeft de strijd aangebonden met het kapitalisme om het te overtreffen. Probeer dat te begrijpen, zelf na te denken en vooral jezelf te bevrijden van de dominante ideologie, de onderdrukking door de mainstream media die in ons land de eerste hindernis zijn voor de vrije meningsuiting.

Vietnam

Een soortgelijk proces ontrolt zich in Vietnam. “Doi Moi’ of “het nieuwe socialisme” is de naam die daar wordt gegeven aan de economische hervormingen voor de opbouw van een “socialistisch georiënteerde markteconomie”.

Dat proces werd ingezet in 1986, na de zeer moeilijke naoorlogse jaren. In dat conflict heeft het Amerikaanse leger maar liefst drie keer meer bommen op het land gegooid dan alle oorlogspartijen samen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

“Deze drie grote revoluties hebben elk hun eigen uitzonderlijke historische, sociaaleconomische en culturele voorwaarden. Dit betekent dat wij in Frankrijk en in Europa onze eigen strijdvormen moeten hernieuwen en aanpassen, zodat we beter het hoofd kunnen bieden aan de nieuwe uitdagingen.”

Het is opvallend hoe er in Frankrijk wordt gereageerd op de Vietnamese aanpak van de COVID-19-pandemie: de stilte is totaal. “Niet mogelijk. De Vietnamezen liegen”, zo luidt het dan. Is het niet veeleer onze regering die het hoofd buigt voor de financiële wereld en in oorlog is met een geheel volk? Is het niet onze regering die ons leugens wijsmaakt?

Cuba

Van de drie voorbeelden van socialisme staat Cuba het verst van het kapitalisme af. Het is dan ook logisch dat het imperialisme tegen dat land het felst van leer trekt en het een embargo heeft opgelegd. Zonder zijn socialisme had Cuba het na de val van de Sovjet-Unie nooit kunnen bolwerken. Zonder het Cubaans verzet zou er in Latijns-Amerika geen sprake meer zijn van socialisme.

Overal op het continent staan de volkeren op om te vechten voor socialisme. Bolivia is het recentste succes. In Cuba heerst schaarste, hoor je dan. Maar, het is net het imperialistisch embargo dat schaarste creëert, niet het socialisme.

Vóór de val van de Sovjet-Unie was er van alles in Cuba. Nu ontbreken veel materiële goederen maar er is in elk geval geen tekort aan solidariteit en gelijkheid. Dat weten de Italianen maar al te goed en ook de volkeren van Afrika en het Zuiden, waar al heel lang Cubaanse dokters en verplegers aan het werk zijn in het kader van internationalistische missies. Cuba is cruciaal voor ons want de Cubanen bewijzen dat verzet mogelijk is.

Lessen uit deze drie ervaringen

  1. Verzet is noodzakelijk, zelfs als het imperialisme een embargo oplegt, zelfs als het imperialisme je land van de aardbodem wil doen verdwijnen.
  2. Er is een alternatief dat“socialisme” heet en de communistische partijen moeten hun verantwoordelijkheid nemen.
  3. Het socialisme blijft actueel en het kapitalistisch systeem moet en kan zelfs op de knieën gedwongen worden.
  4. Het socialisme is niet synoniem is met ondoeltreffendheid en schaarste maar met delen en zelfs overvloed (of althans enige overvloed, zoals Marx en Lenin wensten).

Het kapitalisme loopt op zijn laatste benen en zal in zijn doodsangst, voor het zijn laatste adem uitblaast, buitengewoon gewelddadig te keer gaan tegen de volkeren. De geschiedenis staat echter aan de kant van het socialisme en de samenleving van de solidariteit.

Drie kenmerken

Wat kunnen we nog meer leren uit dit alles? De Cubaanse, Vietnamese en Chinese ervaring kunnen we uiteraard niet zomaar importeren. Bovendien is ook daar veel voor verbetering vatbaar. Hun ervaring is interessant voor ons omdat ze drie aspecten verenigt:

  1. sociale emancipatie (antikapitalisme);
  2. nationale onafhankelijkheid (anti-imperialisme);
  3. humanisme op basis van gelijkheid (antiracisme).

De aanwezigheid van deze drie aspecten is bepalend voor de respectievelijke socialistische transitie van die landen, dat wil zeggen voor hun “communistisch project”. Deze drie grote revoluties, die op dit ogenblik goed lijken te werken, hebben elk hun eigen uitzonderlijke historische, sociaaleconomische en culturele voorwaarden.

Dit betekent dat wij in Frankrijk en in Europa onze eigen strijdvormen moeten hernieuwen en aanpassen, zodat we beter het hoofd kunnen bieden aan de nieuwe uitdagingen. Zelfs zonder die uitzonderlijke voorwaarden is de analyse van de diep ingrijpende kracht van deze revoluties voor ons heel bruikbaar. De drie sleutels zijn: antiracisme, anti-imperialisme en antikapitalisme.

Wat betekent dat voor ons, in eigen land?

  1. Antiracisme

Antiracisme is noodzakelijk. De strijd tegen het racisme van extreemrechts en het systeem is een absolute prioriteit geworden. Maar wij gaan niet te werk zoals rechts, dat gemeenschappen tegen elkaar opzet. Niet zoals “nieuwrechts” en de sociaalliberale (Franse) PS, die antiracisme predikt maar in de praktijk de strijd van het volk wil neutraliseren, vooral dan in de wijken en voorsteden.

Onze strijd tegen racisme is niet maatschappelijk maar politiek en sociaaleconomisch. Dat geldt overigens ook voor andere, hiermee verbonden strijddoelen zoals de strijd voor democratie, voor de gelijkheid van man en vrouw, voor de bescherming van het leefmilieu. Ook die aspecten maken deel uit van de gemeenschappelijke strijd voor het socialisme.

  1. Anti-imperialisme

Anti-imperialistisch zijn betekent niet alleen dat we ons losmaken van de oorlogslogica van de door de VS aangevoerde NAVO maar ook dat we ons bevrijden van het Europese juk. Ik wens iedereen in de (Franse) Communistische Partij die het zou willen hebben over het socialisme en tegelijk in de eurozone blijven, veel moed toe.

De EU werd net opgericht om het socialisme te voorkomen, het was zelfs haar hoofddoel. Ook bij de (Franse vakbond) Confédération Général du Travail CGT5 wens ik iedereen die verbonden wil blijven met de eurofiele, sociaalliberale, volledig aan het kapitalisme onderworpen Europees Verbond van Vakverenigingen (ETUC) veel moed toe.

Ik wens trouwens iedereen die het onhervormbare wil hervormen veel moed toe. Terwijl zij wachten op Godot – op dat sociale Europa dat nooit zal komen omdat het huidige bestaanskader dat onmogelijk maakt – palmen rechts en extreemrechts het terrein van het verzet in dat wij hebben verlaten.

Het concept van nationale soevereiniteit is immers ontstaan uit onze rangen in Valmy. In feite is de censuur door de leiding van de PCF en de CGT op elk debat over de euro niet alleen ondemocratisch maar pure zelfmoord. Een socialistisch, laat staan een sociaal of bescheiden sociaal perspectief bieden is onmogelijk zonder de euro radicaal in vraag te stellen.

  1. Antikapitalisme

We moeten radicaal breken met het kapitalistisch systeem. Het zit in zijn laatste fase, is voorbijgestreefd en bijna uitsluitend destructief, moordend en zelfs crimineel. Het antikapitalistisch alternatief is de overgang naar het socialisme.

Het is het enige redelijke alternatief. Wat betekent dat voor ons? Dat we zullen moeten vechten voor een aantal concrete zaken:

  • sterke openbare diensten als basisvoorwaarden voor echte burgerparticipatie;
  • een planning voor de uitvoering van een socialistische ontwikkelingsstrategie;
  • controle over de munt, de banken en de strategische sectoren van de economie, wat betekent dat er moet genationaliseerd worden en de ervaringen met nationaliseringen uit het verleden moeten herbekeken worden;
  • collectieve eigendom van natuurlijke hulpbronnen en dringende bescherming van de natuur;
  • diverse vormen van eigendom, gericht op socialisatie van de productiekrachten;
  • sterke en veel snellere toename van inkomen uit arbeid met het oog op sociale rechtvaardigheid en meer gelijkheid;
  • buitenlandse relaties op basis van vrede en wederzijds voordeel;
  • en uiteraard bredere politieke democratie, niet alleen fictief zoals vandaag, maar authentiek en meer participatief, een democratie die collectieve strategische keuzes mogelijk maakt en concretiseert.

Samen moeten we het kapitalisme van zijn legitimiteit ontdoen. Het belooft overvloed maar veralgemeent schaarste – we hebben in de pandemie gezien waartoe dat leidt. Het kapitalisme voorspiegelt ons in reclamespotjes geluk maar leidt ons sinds 1945 van de ene crisis naar de andere.

Dit kapitalisme maakt van individuele vrijheid een heilige koe maar ontmantelt onze rechten, vernietigt onze openbare diensten en stort almaar meer mensen in armoede. Dit kapitalisme moeten wij zijn geloofwaardigheid ontnemen.

We moeten ons bevrijden van dit archaïsch systeem dat de mond vol heeft van democratie maar ons onderwerpt aan financiële dictatuur. Een dictatuur schaaf je niet wat bij, je bestrijdt ze.

De orde die ons door het financiële kapitaal wordt opgedrongen is een dictatuur. Het is onze gemeenschappelijke en onmiddellijke plicht om die dictatuur uit de wereld te helpen.

 

À quelle rupture la crise actuelle du capitalisme appelle-t-elle? is de transcriptie van de toespraak door Rémy Herrera op de videoconferentie van 6 november 2020 naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van de Parti Communiste Français (PCF). Ze werd vertaald door Marina Mommerency.

De Franse econoom Rémy Herrera (1966) geeft les aan de Centre d’Economie de Sorbonne. Hij heeft ook colleges gehouden aan de universiteiten van Aleppo, Caïro en Madrid en werkt mee aan verschillende internationale fora over de derdewereldproblematiek. Tevens is hij auteur van meerdere boeken waaronder ‘Un Autre Capitalisme n’est pas possible’ (2016).

Notes:

1   François Mitterrand (1981-1995), de laatste Franse president die twee mandaten van zeven jaar vervulde. Zijn opvolger Jacques Chirac bracht het mandaat terug tot vijf jaar. Lees in dit verband hoofdstuk 1 van: Rémy Herrera (2020), En Lutte! Les résistances populaires en France de 1981 à nos jours, Éditions Critiques, Parijs.

2    Zie Rémy Herrera en Zhiming Long (2019), La Chine est-elle capitaliste?, Éditions Critiques, Paris. Zie ook het artikel van Mark Vandepitte China en het lot van de wereld.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!