Wat brengt Europees compromis over detachering voor Poolse bouwvakker?
Opinie, Nieuws, Europa, Economie, Oost-Europa, Polen, Arbeidsmigratie, Bouwsector, Strijd tegen sociale dumping, Detacheringsrichtlijn, Detachering, Vrij verkeer van werknemers - Olivier Pintelon

Wat brengt Europees compromis over detachering voor Poolse bouwvakker?

Via 'detachering' kunnen bedrijven op perfect legale manier aan sociale dumping doen. Het pas bereikte compromis tussen de Europese lidstaten zal die achterpoortjes niet sluiten, vreest Olivier Pintelon van bediendebond BBTK.

maandag 16 december 2013 15:45
Spread the love

Wie kent niet de Poolse bouwvakker of loodgieter. Sinds de uitbreiding van de Europese Unie naar Oost- en Centraal-Europa worden bepaalde Belgische sectoren geconfronteerd met een toevloed van (relatief goedkope) arbeidskrachten.

Vrij verkeer van werknemers is op zich geen slechte zaak, op voorwaarde dat de nationale arbeidsregels worden gerespecteerd. In de praktijk is dat niet altijd het geval. Vooral de misbruiken van ‘detachering’ binnen Europa zijn legio: schijnzelfstandigheid, onderaanneming, misbruiken met buitenlandse uitzendkantoren …

Denk in die context maar aan de hongerlonen die tot voor kort golden in de Duitse vleesindustrie. Zo’n praktijken zijn niet enkel nefast voor de Oost-Europese werknemers, maar zorgen er ook voor dat goed betaalde Belgische werknemers uit de markt worden geprijsd.

Om de strijd tegen sociale dumping beter te kunnen voeren, is er al enige tijd discussie over een aanpassing van de Europese regels. Op maandag 9 december 2013 werd er tussen de ministers van Werk en Sociale Zaken een voorlopig akkoord bereikt over de herziening van de zogenaamde ‘Detacheringsrichtlijn’.

Detaquoi? Of hoe een Poolse werknemer in België kan werken met een Pools arbeidscontract

Hoe komt het eigenlijk dat een Pools arbeidscontract in België mogelijk is? Wel ‘detachering’ is het antwoord. Hierbij zal een bedrijf uit een ander Europees land één van zijn werknemers ‘uitzenden’ naar een ander land. Concreet kan zo in België een Pool werken met een Pools arbeidscontract – want hij wordt ‘uitgezonden’ door zijn Poolse werkgever.

De sociale zekerheidsbedragen worden betaald in het land van oorsprong: in ons voorbeeld zal dat Polen zijn. De Europese regels schrijven voor dat de ‘harde kern van de arbeidsvoorwaarden’ van het werkland van toepassing zijn. De gedetacheerde Polen hebben zo recht op de Belgische minimumlonen en de werk- en rusttijden van kracht in België. Op het eerste gezicht geen wolkje aan de lucht, maar er zijn toch twee grote hiaten in de huidige Europese regels.

Allereerst moet enkel de ‘harde kern van de arbeidsvoorwaarden’ worden gerespecteerd. Een arrest uit 2008 deed heel wat stof opwaaien. Een Duitse deelstaat stelde als voorwaarde voor een openbare aanbesteding dat de Duitse arbeidsvoorwaarden geldig in de bouwsector werden gerespecteerd.

Het Europees Hof van Justitie stelde echter dat de sectorale barema’s niet moeten worden gevolgd, aangezien de cao niet algemeen bindend is verklaard. In België worden gelukkig bijna alle sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten algemeen verbindend verklaard.

Dat neemt niet weg dat er toch heel veel misbruik gemaakt wordt van het systeem van detachering om de Belgische arbeidswetgeving te omzeilen.

Bekende voorbeelden zijn zelfstandigheid en onderaanneming. Vaak is er sprake van pure sociale fraude in hoofde van de werkgever. Om misbruiken te vermijden, is in België een verplichte aangifte noodzakelijk vooraleer de detachering plaatsvindt – bekend onder de naam ‘LIMOSA-aangifte’.

Binnen de Europese regels mogen echter de administratieve voorschriften geen belemmering vormen voor het vrij verkeer in de Europese Unie. België werd in die context recent op de vingers getikt.

Wij zijn van oordeel dat de lidstaten alle maatregelen mogen nemen in de strijd tegen sociale fraude in hoofde van de werkgevers. Een aanpassing van de regels drong en dringt zich dan ook op.

Krachtlijnen van het compromis: stap in de goede richting, maar onvoldoende

Het bereikte compromis tussen de EU-lidstaten verandert weinig aan de definitie van de ‘harde kern van arbeidsvoorwaarden’ – wat een grote ontgoocheling is – maar wil vooral de sociale inspecties meer slagkracht geven.

Twee belangrijke wijzigingen springen in het oog: men lijst de controlemogelijkheden van de sociale inspecties op en men voorziet een ketenverantwoordelijkheid. Toch is het twijfelachtig of dat een grote vooruitgang is. Allereerst is de lijst van instrumenten limitatief, met andere worden zaken die niet vermeld staan, zouden wel eens in strijd kunnen zijn met het vrij verkeer binnen Europa.

Daarnaast zou de ketenverantwoordelijk – door de lobby van het VK en de Oost-Europese landen – enkel verplicht van toepassing zijn in de bouwsector. Ten slotte wordt een voorafgaandelijke melding niet verplicht gemaakt. Er is dus geen veralgemening van de Belgische LIMOSA-aangifte.

Gelukkig is het bereikte compromis nog niet helemaal definitief. Het Europese Parlement moet immers nog zijn fiat geven.

De kern van het probleem is echter fundamenteel. De Europese Unie weigert ‘gelijk loon voor gelijk werk’ voorop te stellen en kiest hiermee tegen het sociaal Europa dat de vakbonden voorstaan. Alle arbeidsregels moeten van toepassing zijn op gedetacheerde werknemers – ook wanneer die niet in een wet of een algemeen bindend verklaarde CAO zijn opgenomen.

Sociale dumping kan op dit moment immers ook gewoon op legale manier en het is hoogtijd dat de EU de achterpoortjes sluit.

Olivier Pintelon

Olivier Pintelon is medewerker bij de studiedienst van BBTK – de bediendevakbond van het ABVV.

take down
the paywall
steun ons nu!