Bron: Flickr
Analyse, Samenleving, Politiek, België -

Wanneer overleg z’n grenzen bereikt en meer actie nodig is om sociale afbraak te stoppen

Neen, het overleg tussen vakbonden, werkgevers en politici moet niet in vraag worden gesteld, wel het moment dat het overleg zijn grens heeft bereikt wanneer een onevenwicht in de machtsverhouding wordt vastgesteld. Sinds het aantreden van de regering Michel wordt dat onevenwicht tussen de vakbonden enerzijds en de werkgevers anderzijds steeds zichtbaarder. Vakbonden worden in het defensief verdrongen en de werkgeversorganisaties krijgen vandaag voldoende steun om de samenleving terug te sturen naar het dominante denken van de 19e eeuw.

dinsdag 27 februari 2018 15:36
Spread the love

Ooit was het anders 

Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog werd tussen werknemers, werkgevers en politici een uniek verdrag op papier gezet. Alhoewel de oorlog nog niet was afgelopen, besloten organisaties van werkgevers en werknemers dat de organisatie van de samenleving na de hel van de oorlog op een solidaire manier moest gebeuren. Dat de werkgevers in 1940 nog de verdwijning van de vakbonden bejubelden en daarna toch voor een samenwerking met de vakbonden gingen, had een reden. De vrees voor het communisme en een verdere radicalisering in de uitbuiting van de werknemersklasse, bracht de werkgevers ertoe dat het beter was om de naoorlogse economische heropbouw in een geest van onderlinge samenhorigheid aan te vatten.

Op 24 april 1944 bereikte men een akkoord over een voorstel tot sociaal pact dat het handvest zou worden van de naoorlogse politiek. Het Ontwerp van Overeenkomst tot Sociale Solidariteit ging uit van een bevriezing van de sociale krachtsverhoudingen tussen patronaat en vakbonden en handelde over de loonpolitiek, de invoering van een verplicht stelsel van sociale zekerheid en de grondslagen van het sociaal overleg binnen de onderneming en de sectoren. Vandaag, 74 jaar na de ondertekening van het sociaal pact, kunnen we niet meer spreken van een evenwichtige machtsverhouding. Sinds de jaren 80, en in versneld tempo door de regering Michel, wordt het Belgische sociale model ontmanteld. Een opsomming van een reeks recente regeringsmaatregelen zal dit bevestigen.

Inkomen

Lonen werden gekortwiekt door een indexaanpassing over te slaan. Een jongere van 25 jaar die 2.000 euro bruto verdient, verliest door deze maatregel 27.000 euro aan het einde van zijn carrière. Daarbovenop werd de wet verstrengd die zorgt dat de lonen minder snel zullen stijgen dan in de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland. Dit was in feite niet nodig, want de Nationale Bank had eerder al aangetoond dat de loonkostenhandicap met de buurlanden sinds 2016 was verdwenen.

Er werd gesnoeid in de uitkeringen van werklozen en zieken. Voortgaand op de vorige regering, heeft de regering Michel ervoor gezorgd dat de werkzoekenden hun uitkering nog sneller zien dalen. Ook de wachtuitkeringen werden beperkt. Daarbij trok men de belofte in om de laagste uitkeringen boven de Europese armoedegrens te tillen. Naast de besparingen op lonen en uitkeringen zocht men ook nieuwe inkomsten door de verhoging van btw en accijnzen. 

Het resultaat van al deze besparingen: 10 jaar terug leefde 30 procent van de werklozen in armoede, nu is dat al 45 procent. Vandaag heeft 30 procent van de werklozen in België geen recht meer op een werkloosheidsuitkering. In 2017 deden 157.151 mensen een beroep op de voedselbank. Ten opzichte van 2016 is dit een stijging van 14.000 mensen. Om financieel rond te komen hebben steeds meer Belgen een tweede baan. In 2016 ging het om 202.076 mensen. Dat is een nieuw record en op jaarbasis een toename met 16.974 mensen. Ongeveer 1,7 miljoen Belgen leeft in armoede. En in het jaarrapport editie 2016 van de Nationale Bank van België stond dat er in België armoede dreigt voor één op de vijf volwassenen.

Pensioenen

In het wettelijk pensioen wordt bespaard onder het voorwendsel dat het systeem in de toekomst onbetaalbaar wordt. Hoewel het in geen enkel partijprogramma stond, werd de pensioenleeftijd verhoogd. Hetzelfde voor het brugpensioen en het vervroegd pensioen. Landingsbanen werden ingekort en voor wie vrijwillig langer bleef werken dan 62 jaar of 44 loopbaanjaren, werd de pensioenbonus afgeschaft. Periodes van werkloosheid en brugpensioen kregen een beperking in de berekening. De pensioenen van de werknemers in openbare diensten wil de regering afbreken tot het armoedepensioen van een werknemer in de privésector.

Als de plannen niet gestopt worden, dan zal in de toekomst het pensioen niet meer opgebouwd worden in euro’s maar in punten. De waarde van die punten zal afhangen van de staatsschuld, van de leeftijdsverwachting en van het gemiddelde loon. Dus, hoe hoger de staatsschuld, hoe langer we leven en hoe lager de lonen, zoveel lager zal je pensioenbedrag zijn. 

Dat al deze besparingen eerder te maken hebben met een ideologie om de pensioenkassen te privatiseren, dan wel met betaalbaarheid, bewijzen de cijfers. De pensioenuitgaven bedragen 45,3 miljard euro. Is dat veel? Even vergelijken: het bedrag van de zwarte economie in België bedraagt 68,4 miljard euro. Men slaat vandaag alarm dat de pensioenen in 2060 zullen stijgen met 4,1 procent van ons bruto binnenlands product. Oei, een ramp? Neen hoor, want dat is tot 2060 gemiddeld ongeveer 400 miljoen euro per jaar erbij.

Arbeid 

Betreffende de arbeidsomstandigheden zijn we er ook niet op vooruit gegaan. Minister Peeters (CD&V) zorgde ervoor dat een werknemer in het kader van een individueel akkoord en zonder enige collectieve controle 100 overuren mag presteren. Recuperatie is mogelijk, maar dan moet de werknemer het zelf vragen aan zijn baas. Honderd overuren per jaar laten presteren; dat komt overeen met de herinvoering van de 40-urenweek. Op jaarbasis komt dit neer op dertien extra werkdagen. Ons land telt, buiten de ambtenaren, afgerond drie miljoen loontrekkenden. Die presteren gemiddeld zowat 1.500 uren per jaar. Als nog maar een kwart van hen daar nog eens honderd overuren bovenop gaat presteren, dan is het gevolg: 50.000 vacatures minder op de arbeidsmarkt. Vijftigduizend vacatures minder; minister Peeters vernietigt jobs.

Inzake volwaardige tewerkstelling loopt het helemaal de verkeerde kant op. Flexibiliteit, tijdelijk, schijnzelfstandig en interim worden vaste begrippen. Dat bevestigen de cijfers van de RSZ eind 2017: 74,3 procent van de nieuwe jobs die onder de regering-Michel werden gecreëerd, zijn jobs zonder werkzekerheid; ze zijn deeltijds of interim. Slechts in 25,7 procent van de gevallen gaat het om voltijdse banen. Wat de flexibiliteit betreft, zet de regering Michel de deur wagenwijd open voor veel meer flexi-jobs. Sinds 2015 zijn er flexi-jobs mogelijk in cafés en restaurants. Flexi-jobs in de horeca zijn in feite 0-urencontracten. Je hebt een raamovereenkomst en de werkgever kan je oproepen wanneer het druk is in de zaak. In de toekomst vind je die flexi-jobs ook bij bakkers en kappers én in de hele winkelsector. 

Door het steeds maar doorgedreven winstbejag om met zo weinig mogelijk werknemers de loonkosten te drukken, worden de arbeidsomstandigheden verder verslechterd. Dat uit zich in de stijging van het aantal langdurige zieken en vooral het aantal mensen dat langer dan een jaar ziek is. In 2017 waren ze met 400.000.

Sociale zekerheid 

De grootste hold-up sinds het Sociaal Pact is die op de inkomsten van de sociale zekerheid. De regering Michel besliste om vanaf 1 april 2016 de werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid stapsgewijs te verminderen. Men zou in twee stappen werken. Een eerste vermindering van 1 april 2016 tot en met 31 december 2017; vanaf dan zou de werkgeversbijdrage dalen van 34,06 procent naar 30 procent.* Een tweede vermindering kwam er vanaf 1 januari 2018. Vanaf dan daalt de werkgeversbijdrage van 30 procent naar 25 procent.

Met deze operatie slaat de regering een gat van bijna 4 miljard euro in de sociale zekerheid.

Zonder twijfel mogen we hier spreken over een opzegging door de werkgevers en de regering van het sociaal pact. Wat toen werd afgesproken dat de werkgevers verplicht een deel van het loon moesten doorstorten naar de sociale zekerheid, wordt er nu een groot stuk van dat deel afgenomen door de regering Michel. Ja afgenomen, want vergeet niet dat dit deel niet toebehoort aan de werkgevers, maar wel degelijk geld is dat je arbeid heeft opgebracht. Het is een uitgesteld loon dat terecht komt in een sociale zekerheidskas. Bij ziekte, werkloosheid of bij pensionering wordt het vervangingsinkomen vanuit die sociale zekerheidskas betaald.

Ja maar, het gaat toch over de werkgeversbijdrage? Neen, dat is de naam die men gaf bij de totstandkoming van het Sociaal Pact aan dat deel wat we vandaag werkgeversbijdrage noemen. Want werkgevers- en werknemersbijdragen maken deel uit van de totale loonkost voor de werkgever. Onder het begrip totale loonkost moet worden verstaan: nettoloon + bedrijfsvoorheffing + werknemersbijdrage + werkgeversbijdrage. De eerste drie begrippen vormen samen het brutoloon. De ‘werkgeversbijdrage’ is een percentage bovenop het brutoloon. Dat dit een juiste weergave van de werkelijkheid is, kan je ook zien in de jaarrekeningen van ondernemingen. Daar staan het brutoloon en de werkgeversbijdragen gebundeld onder de noemer ‘personeelsbezoldigingen.

Waarom dan de fictie van een werknemersbijdrage en een werkgeversbijdrage? Kan men niet eenvoudig zeggen dat de werkgever alle sociale bijdragen doorstort? Deze vragen stelden zich ook tijdens de besprekingen van het Sociaal Pact. Het had met praktische overwegingen te maken. Door de werkgevers en de werknemers samen het beheer toe te vertrouwen van de sociale zekerheid, zouden de sociale spanningen afnemen. De begrippen werkgeversbijdrage en werknemersbijdrage rechtvaardigden de deelneming van beide groepen. Het overleg tussen werkgevers en werknemers werd hierdoor geboren, waardoor sociale vrede werd gewaarborgd en waardoor akkoorden konden gesloten worden die de werknemers een waardiger leven boden.

Men mag hier dus duidelijk stellen, dat een deel van het loon dat de werknemer, verdiend door zijn arbeid, door de regering wordt afgenomen. Men verzwijgt bewust dat zelfs 7,48 procent van de 34,06 procent werkgeversbijdrage afkomstig is van de drie indexsprongen uit de jaren 80. In 1984,1985 en 1986 werd telkens een indexverhoging van 2 procent op lonen en vervangingsinkomens overgeslagen. Het hiermee overeenstemmende bedrag werd van toen af opgenomen in de ‘werkgeversbijdrage’ en door de werkgever doorgestort aan de Rijksdienst Sociale Zekerheid als ‘loonmatigingsbijdrage’. Dit is dus een stuk brutoloon dat de werknemer door de indexsprongen van de jaren 80, en dit tot nu, niet rechtstreeks heeft ontvangen. De regering Michel besliste om een deel van die 7,48 procent te verminderen. 

De liefde voor de één procent

Dat de liefde groot is voor de bemiddelde klasse kan je zien aan de gunstmaatregelen en hoe de regering deze klasse beschermt.

Zo werd beslist om de belastingen op de bedrijfswinst te verlagen, met daarbij het behoud van een aantal aftrekposten die het tarief nog verder doen dalen. Deze belastingverlaging betekent meer netto winst, wat de mogelijkheid geeft om de aandeelhouders hogere winstuitkeringen te geven. Dit kost de staatsbegroting wel 5 miljard euro. Wetende dat de totale inkomsten uit de vennootschapsbelasting 17,6 miljard bedragen, en dat daarbij de werkgevers 14,8 miljard euro terugkrijgen via subsidies, is die 5 miljard een aanzienlijke hap uit de staatskas, waarvan we nu al stilletjes aan weten dat de rekening zal doorgeschoven worden naar Jan en Mie met de pet.

Daarbij wordt de rijke minderheid al decennialang beschermd door het ontbreken van een vermogensbelasting. Dat kost ons jaarlijks rond de 10 miljard euro. Tevens weigert men de invoering van een vermogenskadaster, waardoor het grote kapitaal zich kan blijven verstoppen. Onderzoek toonde aan dat diegenen die bij de rijkste behoren, er 70 procent kans bestaat dat ze een rekening hebben in een belastingparadijs. Ook hier zorgt de regering voor bescherming. Als een fraudeur spijt betuigt, krijgt deze vergiffenis. De Minister van Financiën, Johan Van Overtveldt (N-VA) zorgde voor een permanente amnestie. In het schoon Nederlands wil dit zeggen: je betaalt een boete en je zonden zijn vergeven. In sommige gevallen is de boete zelfs gunstiger, dan wanneer je dat geld van het begin af braafjes aan de fiscus zou hebben gemeld. Dat is in het geval van zwart kapitaal waarop geen belasting meer kan geheven worden, omdat de fiscale verjaringstermijn is verlopen. 

Maar hier stopt het niet. Permanente fiscale amnestie is voor fraudeurs niet de enige uitweg. Wie betrapt wordt op fraude, kan nog rekenen op een minnelijke schikking, in de volksmond de afkoopwet. Deze wet laat toe aan financiële criminelen en fraudeurs hun vervolging af te kopen door een akkoord te sluiten met het Openbaar Ministerie. Dat dit vooral toekomt aan diegenen die het grote geld bezitten, en dat dit tot klassenjustitie leidt, blijkt bij vele politici geen probleem te zijn. Op 2 juni 2016 werd de wet on hold gezet, omdat ze volgens het Grondwettelijk Hof in strijd was met de grondwet. Volgens het Hof schond de wet het gelijkheidsbeginsel en het recht op een eerlijk proces. Als antwoord hierop beloofde minister van Justitie Koen Geens (CD&V) de wet aan te passen. 

Om de woede tegen de regeringsmaatregelen te temperen, moest men natuurlijk ook iets doen voor de schone schijn. Men ging nu ook de meer vermogenden aanspreken en men voerde een taks in op de effectenrekening. Dat is een rekening die je alleen kan gebruiken voor beleggingen. Elke particulier die een effectenrekening heeft met een waarde van meer dan 500.000 euro zal op de volledige waarde van de effectenrekening 0,15 procent belasting moeten betalen of 750 euro. Omdat er verschillende vermogensbestanddelen niet onder de effectentaks vallen, zal het eenvoudig worden de taks te omzeilen. Meer nog, de echte grote vermogens zullen niet worden geraakt. De belasting is enkel van toepassing op effectenrekeningen die worden aangehouden door particulieren en niet op effectenrekeningen van vennootschappen. En daar begint het al. De rijkste Belgische families hebben hun aandelen niet op een effectenrekening staan, maar op naam in een register bij een bedrijf en soms zelfs via tussenstructuren. En die aandelen op naam zijn uitgesloten van de taks.

Hoe is het in godsnaam mogelijk dat een kleine minderheid zoveel meer bezit aan macht en weelde tegenover een grote meerderheid? Daar zorgt het systeem voor. Hoe? Laat mensen concurreren. Zorg dat het aanbod van jobs lager is dan de vraag. Als de werkloosheid hoger is dan 6 procent van de werkwillige werknemers, dan zet dit een neerwaartse druk op de lonen. Voeg daarbij ‘de verdeel en heers’-strategie van bepaalde politieke partijen en bewegingen, die de angst voeden voor mensen met een andere huidskleur, cultuur of voor mensen op de vlucht. En ja, zorg natuurlijk ook dat de macht van de vakbonden gebroken wordt door het stakingsrecht in te perken.

Besluit

Wat denk je? Is voor jou de grens van de toelaatbaarheid ook overschreden? Kunnen we de machtsongelijkheid tussen vakbonden en de patronale organisaties verder toelaten? Moeten we niet meer de straat op om te eisen dat het winstbejag en de uitbuiting van mens en milieu moeten stoppen?

Dat actie loont en dat het de onderhandelingen ondersteunt, bewezen de Duitse Metaalarbeiders. De militanten stapten naar de werknemers met een bevraging, trokken de straat op met manifestaties en hielden beurtelings waarschuwingsstakingen. Op de eis van een loonsverhoging van 6 procent bekwam men een loonsverhoging van 4,3 procent, een aanzienlijke stijging van de extra premies vanaf januari 2019, de mogelijkheid om een deel ervan om te zetten in bijkomende vakantiedagen en tot slot het recht om in de loop van hun carrière gedurende twee jaar over te schakelen naar een 28-urenweek. Niet al hun eisen zijn ingewilligd, maar de werkgevers hebben moeten plooien en toegevingen doen. Dat zijn we lang niet meer gewoon geweest.

Zou het niet enthousiasmerend werken om het voorbeeld van de Duitse Metaalarbeiders te volgen en te starten met een actieplan voor een programma dat zorgt voor een rechtvaardige samenleving? Het huidige economische en politieke systeem in vraag stellen, kan hierbij helpen door telkens bijvoorbeeld te refereren naar: is dit goed voor de fysieke en de mentale gezondheid van de mens? En ook: is het duurzaam en is het goed voor het milieu?

Omdat een andere wereld mogelijk is.

Guido Deckers

*34,06 procent werkgeversbijdrage = Globale basisbijdrage: 24,79 procent + Loonmatigingsbijdrage: 7,48 procent + Werkloosheid (? 9 werknemers): 1,69 procent + Tijdelijke werkloosheid/oudere werkloosheid: 0,10 procent

Bronnen:

  1. Wat zoudt gij zonder ’t werkvolk zijn? De geschiedenis van de Belgische arbeidsbeweging 1830-2015, Jaak Brepoels, p. 350-351
  2. http://www.abvv.be/-/hoeveel-verlies-ik-met-de-indexsprong
  3. https://ons-recht.be/2017/12/28/neoliberale-aanpak-is-dweilen-kraan-open-strijd-armoede/
  4. De Standaard, 19/01/2018, p.1, Arm België heeft honger
  5. De Standaard, 14/02/2018, p.24, Meer Belgen met twee banen
  6. http://www.netwerktegenarmoede.be/ons-aanbod
  7. Uitgaven pensioenen, NBB, verslag 2017, Economische en financiële ontwikkelingen, bijlagen p.264
  8. http://sampol.be/samenleving-en-politiek/zoeken-in-sampol/2365
  9. 50.000 vacatures minder, Graailand, Peter Mertens, p.131
  10. http://pvda.be/artikels/pvda-biedt-charles-michel-de-juiste-cijfers-aan-75-van-gecreeerde-jobs-zijn-deeltijds
  11. 400.000 zieken: http://abvv-experten.be/krapte-op-de-arbeidsmarkt-even-serieus-blijven/
  12. Kostprijs taxshift voor de bedrijven 3,9 miljard euro: http://pvda.be/artikels/de-regering-neemt-ons-te-grazen-tijdens-de-vakantie
  13. De beginjaren van de sociale zekerheid in België 1944-1963, Guy Vanthemsche, p.94-95
  14. https://www.eubelius.com/nl/nieuws/tax-shift-daling-rsz-werkgeversbijdragen
  15. ACV-nota voor Financieel Actie Netwerk, ‘Daling van de Vennootschapsbelasting’ een overzicht, Yannick Mercier.
  16. http://www.standaard.be/cnt/dmf20170727_02990732
  17. Inkomsten vennootschapsbelasting + subsidies aan de ondernemingen , NBB, verslag 2017, Economische en financiële ontwikkelingen, bijlagen p.264
  18. http://www.dekamer.be/FLWB/PDF/54/1389/54K1389001.pdf
  19. http://pvda.be/sites/default/files/documents/2017/07/belastingontwijking_400_rijkste_families.pdf
  20. https://www.moorestephens.be/nl/diensten/tax-legal-services/359-nieuwe-permante-fiscale-regularisatie-eindelijk-in-werking-vanaf-1-augustus-2016
  21. ACV-nota, ‘Fiscale regularisatie: de melkkoe van Michel I ?’ 13 april 2016, Ive Rosseel
  22. Werkloosheid hoger dan 6%, LAVA, nr.3, Neoliberale hyperincarceratie, Jan Rehmann, p. 106

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!