Nieuws, Economie, Samenleving, België, Electrabel, Liberalisering, CREG, Stijgende energiefactuur, Distributienetbeheerders - Tom De Meester

Waarom uw energiefactuur zo duur is

Een uittreksel uit 'Opgelicht' van Tom De Meester, een onthutsend verhaal over wurgprijzen, machtsmisbruik en manipulatie.

vrijdag 3 mei 2013 11:14
Spread the love

“Ik vind dat men de liberalisering van de energiemarkt niet goed heeft aangekondigd. Politici verkochten de liberalisering onder het mom van prijsdalingen. Maar zo werkt het niet.”

Het had een uithaal kunnen zijn van Ivo Mechels van Testaankoop. De consumentenorganisatie werd voor haar striemende kritiek op de energiepolitiek door staatssecretaris Melchior Wathelet ei zo na voor populist versleten. Maar de strenge woorden zijn van… Sophie Dutordoir, de topvrouw van Electrabel.

De liberalisering van de energiemarkt heeft tot veel geleid, maar zeker niet tot lagere prijzen. Vandaag betalen we 43 procent méér voor elektriciteit, gas werd 70 procent duurder. In de top 10 van duurste energieprijzen staat België op een weinig benijdenswaardige vierde plaats, na Denemarken, Cyprus en Duitsland.

Energie-experts hadden de plensbui al vooraf zien hangen. De verkozenen des volks mochten nog luidkeels de lof zingen van de nakende vrijmaking, de officiële energiewaakhond Creg temperde het enthousiasme en plooide veiligheidshalve haar paraplu al open: dat je niet kon uitsluiten dat de liberalisering uiteindelijk zou leiden tot hogere prijzen voor de eindverbruikers.

Electrabel drukte in die beginjaren van de energie- liberalisering de hoop op lagere prijzen resoluut de kop in. “Elektriciteit wordt niet goedkoper, wat de politici ook beweren”, vertelde Jean-Pierre Hansen, gewezen topman van Electrabel. Burggraaf Etienne Davignon, bestuurder bij moedermaatschappij Suez, trad zijn ceo bij: “Het is een misvatting te denken dat de liberalisering leidt tot lagere energieprijzen. Ik ben overtuigd van het tegenovergestelde.”

De elektriciteit van Doel waait vanuit onderstation Petrol via het distributienet van Eandis recht de stad in, naar de hippe lofts van ’t Zuid, de herenhuizen aan de Leien en de sociale woonblokken in Hoboken. Het kost wel kluiten, daar moeten we niet kinderachtig over doen. Een doorsnee-Sinjoor betaalt Electrabel 211 euro voor de stroom uit de kerncentrales. Maar om die kilowatturen van Doel tot in Berchem of Borgerhout te krijgen rekenen Elia en Eandis (nvdr: distributienetbeheerders) bovenop die 211 euro nog eens 295 euro netkosten aan. Beetje prijzig wel, voor nog geen twintig kilometer kabel. Het is alsof een geliefde die van Duitse dichters houdt, je wil verrassen met een nieuwe bundel, maar de postzegels op de enveloppe blijken meer te kosten dan de boekenbon binnenin.

Creatief met tarieven

Je staat er versteld van wat er heimelijk allemaal in die transport- en distributienettarieven verrekend wordt. De openbare verlichting bijvoorbeeld. Of de 100 kilowattuur gratis stroom die elke Vlaming krijgt. Gratis bestaat niet, en dus betaalt u de rekening gewoon via het distributienettarief. Premies voor energiebesparing: idem. Wie een zonneboiler installeert of zijn dak met rotswol isoleert, krijgt daarvoor van de distributienetbeheerder een financieel duwtje in de rug, de klanten krijgen de rekening. Zelfs de hoog oplopende subsidiekosten voor zonnepanelen worden u netjes doorgerekend via het distributienettarief op uw energiefactuur, ook al hebt u zelf helemaal geen zonnepanelen liggen op uw dak. Dankzij de royale subsidies voor zonnestroom is de distributiekost explosief gestegen, met prijsstijgingen tot 120 procent in grote delen van West- en Oost-Vlaanderen.

Er is ook een “toeslag groenestroomcertificaten” verzonnen, waarmee u bereidwillig de windmolens op zee helpt financieren, en via weer een andere taks betaalt u ook nog mee voor de onderzeese hoogspanningskabels naar die windmolenparken. Er wordt taks op toeslag gestapeld. Geen wonder dat de “postzegels” op uw energiefactuur meer kosten dan de naakte stroom.

En dan is er nog de droptaks. Elk jaar dumpen – “droppen” – Electrabel & co tienduizenden gezinnen die hun energierekening niet kunnen betalen. De slachtoffers van de woekerprijzen krijgen het stigma van wanbetaler ingebrand. Ze worden op een zwarte lijst gezet. Wie geen nieuwe energieleverancier meer vindt, krijgt stroom van distributienetbeheerders Eandis of Infrax. Wie diep in de schuldenput zit, krijgt thuis een budgetmeter geïnstalleerd. Eerst je betaalkaart opladen, dan pas stroom.

Gedropte klanten en budgetmeters, het is de onverbiddellijke terugslag van veel te hoge prijzen en misleidende tariefformules, de sociale fall-out van de energieliberalisering. De kost loopt op tot 25 miljoen euro per jaar. En vergeet het maar dat Electrabel & co die rekening ooit gepresenteerd zouden krijgen. Nee, het is de stroomklant die betaalt, via het distributienettarief. Lusten en lasten zijn netjes verdeeld in de geliberaliseerde energiemarkt: de lusten voor Electrabel & co, de lasten voor de samenleving.

Taksen tellen

België zou België niet zijn, als er bovenop de eigenlijke stroomprijs en de nettarieven niet ook nog de nodige taksen aangerekend zouden worden. Creatieve breinen op ministeriële kabinetten bedachten een plejade aan bijdragen, heffingen en andere toeslagen.

Om te beginnen mogen de energieleveranciers een “bijdrage hernieuwbare energie” aanrekenen. Verwart u dit vooral niet met subsidiekosten voor zonnepanelen of de bijdrage voor windmolens op zee waar we het zonet over hadden. Dit is nog maar eens een extra taks. Omdat Electrabel & co veel minder groene elektriciteit opwekken dan wettelijk voorzien, moeten ze het verschil compenseren door hernieuwbare energie op te kopen bij windmolenaars en zonnepannelenparken. Dat hebben energiebedrijven helemaal aan zichzelf te danken maar toch wordt de rekening doodleuk naar de klanten doorgeschoven. Bovenop de 211 euro voor elektriciteit en de 295 euro aan netkosten betaalt de Sinjoor uit ons voorbeeld ook nog eens 53 euro groenestroomtaks.

Naast de “energiebijdrage” betaalt u ook nog een “federale bijdrage”, een vergaarbak van toeslagen. De “denuclearisatietaks” bijvoorbeeld, die de consumenten jaarlijks 55 miljoen euro kost. Het geld moet dienen om de nucleaire site van Mol-Dessel te saneren. Of Electrabel & co hun radioactieve rommel dan niet zelf opruimen? Neen, waar heb je anders consumenten voor?

Ook een toppertje is het Kyoto-fonds, of het “fonds ter financiering van het federale beleid ter reductie van de emissies van broeikasgassen” zoals de officiële titulatuur ietwat hortend klinkt. België blaast teveel CO2 de lucht in, en dat is slecht voor het klimaat. Dus koopt het Kyoto-fonds met uw milde bijdrage schone lucht in Oost-Europa. Kostenplaatje: 30 miljoen euro voor een miljard kubieke meter wind, recht uit de ongerepte grassteppes van de Hongaarse poesta, en gegarandeerd 100 procent CO2-vrij.

Zes procent btw

Op olijfolie, op mosseltjes, op prei, op melk en hoevekaas, op kweeperen, op kabeljauw en filet pur. Op kraantjeswater. Op aspirine en de pil. Op digitale televisie. Ook op doodskisten. Op Vlaamse Primitieven uit de vijftiende eeuw, op de timmerhouten staketsels van Arne Quinze die de zwaartekracht wel lijken uit te lachen. En op de keverkunst van Jan Fabre. Op de taxi waarmee de tv-presentatrice en haar toyboy zich naar de Munt laten rijden, voor Cosi Fan Tutte van Mozart, een school voor geliefden zoals het libretto belooft.

Zelfs op de onbezonnen rode rozen achteraf moet er maar zes procent btw betaald worden. Voor elektriciteit en gas daarentegen, nochtans levensnoodzakelijke basisbehoeftes, ligt het tarief sinds jaar en dag op 21 procent, het tarief voor luxeproducten als kaviaar en kreeft. Het is absurd. Van de 2.350 euro die een doorsnee gezin betaalt voor gas en elektriciteit, vloeit vandaag 400 euro rechtstreeks naar de btw-pot. Een btw-verlaging naar 6 procent, zoals voor kraantjeswater, zou ons gezin jaarlijks 290 Euro besparen.

“Een lagere btw op energie kan wettelijk niet”, schrijft minister van Consumentenzaken Johan Vande Lanotte in april 2012 op zijn blog. “We krijgen veel mails met de vraag waarom we, in de strijd tegen de hoge energieprijzen, niet gewoon de btw op energieproducten laten dalen.” Omdat het niet mag, schrijft de minister. “De Europese regelgeving laat namelijk niet toe voor energie een lager percentage btw te heffen. Een tarief van 6 procent is wettelijk niet mogelijk.”

Merkwaardig, want in Luxemburg geldt wél een verlaagd btw-tarief van 6 procent voor gas en elektriciteit. In Groot-Brittannië betalen gezinnen zelfs maar 5,5 procent btw op hun energiefactuur. Als het daar mag, waarom dan niet bij ons?

De Europese btw-richtlijn van 2006 geeft lidstaten uitdrukkelijk de mogelijkheid het btw-tarief voor energie te verlagen. De Europese btw-richtlijn 2006/112/EG bepaalt in artikel 102: “De lidstaten kunnen voor de levering van aardgas, elektriciteit en stadsverwarming een verlaagd tarief toepassen, mits er geen gevaar voor verstoring van de mededinging bestaat.”

Zo simpel is dat dus. Waar wachten we eigenlijk nog op?

Prijskoorts

Het wondermiddel van de liberalisering werkt niet. In plaats van goedkoper werd energie alleen maar duurder. In 2007 legden energiespecialisten van consultbureau CapGemini de Europese energiemarkt onder de scanner. Verslagen en onthutst stelden ze vast dat de liberalisering “niet voor de verwachte doorbraak zorgde”. CapGemini noteerde in de meeste Europese landen prijsstijgingen voor de klant van vijf tot twaalf procent. En, slecht nieuws, in landen die al vroeg een flinke dosis liberalisering kregen toegediend, Groot-Brittannië en Scandinavië met name, liep de stijging zelfs op tot twaalf à twintig procent.

Misschien was het gewoon een trage start? Als de liberalisering niet werkt, moeten we misschien juist méér liberaliseren, bedachten de consultants van CapGemini, net als de middeleeuwse chirurgijnen die heilig geloofden dat ze doodzieke patiënten konden genezen door met scherpe vlijmen in de huid te snijden tot al het overtollige bloed was afgelaten. Hielp de aderlating niet, dan zou nóg een aderlating zeker redding brengen.

Niet dus. Ook na 2007 kwam er maar geen beterschap in zicht. Tussen 2003 en 2013 stegen de stroomprijzen in Italië met 26 procent, in Nederland met 32 procent, in Denemarken met 39 procent, in het Verenigd Koninkrijk met 48 procent, in Spanje met 49 procent, in Zweden met 59 procent. Hoe luid de Europese Commissie ook de lof bleef zingen van de vrije energiemarkt, databanken liegen niet.

Laten we dus voortaan maar zelf de prijs van gas en elektriciteit bepalen. Geef consumentenorganisaties, vakverenigingen en milieuorganisaties inspraak om een faire prijs te bepalen, op basis van de werkelijke kosten en een bescheiden winstmarge.

Het is een flinke stap in de richting van een energiesector onder democratisch toezicht van de samenleving.

Je kan het boek bestellen in de webshop van DeWereldMorgen.be.

take down
the paywall
steun ons nu!