Foto: marathithewire.in
Analyse - Prabhat Patnaik, Globetrotter,

Waarom mensen in India honger lijden tussen gigantische graanoverschotten

Honderdduizenden boeren trotseren reeds maanden brutale politierepressie in India. Zij eisen de intrekking van drie wetten, die hun inkomens inkrimpen ten voordele van de agro-industrie. Miljoenen Indiërs lijden ondertussen honger in een land dat gigantische voedselvoorraden produceert die voor hen onbetaalbaar zijn, een direct gevolg van het neoliberale landbouwbeleid dat de Indische regering doordrukt ten bate van de exclusief op winstgevende export gerichte agro-industrie.

vrijdag 5 februari 2021 13:15
Spread the love

 

Noot van de redactie van Globetrotter: Duizenden boeren trotseren sinds eind november de kou in protestkampen op verschillende plaatsen rond  India’s hoofdstad New Delhi. Hun voornaamste eis is de herroeping van drie landbouwhervormingswetten die door de rechtse regering van Narendra Modi werden doorgedrukt in het parlement in september 2020. 

De boeren vrezen dat deze wetten de prijzen van hun producten zullen doen dalen en dat de landbouwsector op deze manier in handen van de bedrijfswereld komt. De gerenommeerde economist Prabhat Patnaik analyseert hier een aantal van de belangrijkste argumenten die in deze context gesteld worden.

 

De Indiase intelligentsia heeft de onvoorstelbare neiging om argumenten voor grootstedelijk kapitalisme die ten goede komen aan de ‘economische wijsheid’ te slikken als zoete koek. Nergens is dit zo flagrant als in het geval van de Indiase voedseleconomie.

Er is tegenwoordig een overvloed aan artikels in kranten die suggereren dat de Indiase kisans (boeren) zouden moeten overstappen van graan op andere gewassen, een eis die de grote verstedelijkte landen al geruime tijd stellen. Deze landen hebben een graanoverschot en willen dat India graan van hen importeert. Dit zou India terugbrengen naar het tijdperk voor de Groene Revolutie. Bij leden van de Indiase intelligentsia klinkt nu ook steeds vaker de echo van deze eis om de landbouw te diversifiëren weg van graanproductie.

Foto: bashkar.com

Een van de argumenten hiervoor is dat de kisans in de Indische deelstaten Punjab en Haryana vast zitten in een zogenaamde ‘graanval’, waarbij ze maar granen blijven produceren die nagenoeg geen inkomen genereren en waardoor het land momenteel met een immens graanoverschot zit. Deze boeren worden in deze val gelokt door de gegarandeerde minimum inkoopprijs (MSP), die het risico op verlies voor de boeren verlaagt.

Soms wordt dit argument anders verwoord: de boeren van Punjab en Haryana zouden moeten overschakelen van deze activiteiten die door het MSP-systeem worden ondersteund naar meer winstgevende opties. Eerste minister Modi besloot dan overhaast hiervoor het pad te effenen door middel van zijn drie landbouwwetten.

Deze stellingname van de Indische intelligentsia is meer dan een echo van meer ontwikkelde landen en steunt de regering Modi impliciet of expliciet. Ze toont dezelfde minachting voor de boeren waar ook deze regering zich schuldig aan maakt. Deze intellectuelen zijn ervan overtuigd dat al die onbenullen zelf niet in staat zijn te zien wat goed voor hen is, Modi daarentegen wel. Laten we even de motieven en vooroordelen van deze intellectuelen vergeten en ons louter op hun argumenten richten.

Het valt niet te ontkennen dat er momenteel massieve graanoverschotten gestockeerd liggen bij de Indische overheidsdienst Food Corporation of India (FCI) en dat dit een terugkerende trend is in de recente Indiase economie. Om dan maar tot de conclusie te komen dat India meer dan genoeg graan produceert om aan zijn vereisten te voldoen is echter te gek voor woorden.

Protesterende boeren luisteren naar een toespraak. Foto: NMPPhoto by Vipin

Een land dat volgens de Global Hunger Index in 2020 nog op de 94e plaats eindigde in een lijst van de 107 landen waar honger troef is, kan niet als zelfvoorzienend gezien worden qua graanproductie, ondanks die overschotten.

Dit is niet zomaar een willekeurig oordeel. Wanneer de koopkracht van mensen toeneemt, gaan die overschotten slinken. Dit betekent dat deze productie-overschotten worden veroorzaakt door een gebrek aan koopkracht van de bevolking en niet omdat India een overdaad aan voedsel ter beschikking zou hebben.

Daarom ligt de oplossing in het vergroten van de koopkracht van de bevolking. Dat kan door de reikwijdte van het subsidiemechanisme voor de landbouw van het Mahatma Gandhi National Rural Employment Guarantee Scheme te vergroten.

Ironisch genoeg zou dit de overheid geen cent kosten. Stel dat de overheid 100 Indiase roepie (iets meer dan één euro) leent van de banken voor deze subsidies en dit bedrag vervolgens door de werkende bevolking uitgegeven wordt aan de inkoop van graan, dan komt dit geld zo terug in handen van de FCI.

De FCI betaalt dit bedrag vervolgens terug aan de banken waarvan het geld had geleend om het graan van de kisans op te kopen. Vermits de FCI deel uitmaakt van de overheid, betekent dit dat wat de rechterhand van de regering leende van de banken (voor subsidies) door de linkerhand terugbetaald werd (via de FCI).

Er zou dus geen sprake zijn van een netto-stijging van de staatsschuld. Omdat de FCI, ondanks het feit dat dit een overheidsdienst is, niet in de begroting wordt opgenomen (wat wel zo was tot het begin van de jaren 1970) zou dat hoogstens een onbeduidende stijging van het begrotingstekort veroorzaken.

Foto: downtoearth.org

Met andere woorden, eens voedselgewassen van de boeren aangekocht zijn, zou dat geen nadelige gevolgen hebben wanneer ze vervolgens aan de bevolking worden doorverkocht in plaats van ze ongebruikt te stockeren. Integendeel, dit zou enorm voordelig zijn om verscheidene redenen: het zou de honger tegengaan, de levensstandaard van de bevolking verbeteren en de kost voor de opslag van voorraden aanmerkelijk doen afnemen.

Hierboven gingen we er vanuit dat de koopkracht van de bevolking volledig naar voedselgewassen zou gaan, maar zelfs als slechts een deel van die koopkracht naar andere goederen zou gaan, blijft dit voordelig in een economie waar de vraag momenteel beperkt is. Het begrotingstekort zal inderdaad enigszins oplopen, maar dit zou nog steeds geen nadelige gevolgen hebben. Integendeel, het zou een stimulans bieden voor economisch herstel door de bezettingsgraad in andere sectoren te verhogen.

Maar als men het gebruikte landareaal voor een ander doeleinde gaat inzetten, in plaats van de koopkracht te bevorderen en zo de voorraden aan te spreken, wordt de bevolking tot eeuwige massahonger veroordeeld. Vermits honger direct gelinkt is aan de koopkracht van mensen zou een hervorming in het landgebruik – van graan naar andere gewassen – enkel deze honger kunnen stillen als daarmee de tewerkstelling direct en indirect zou toenemen.

Zelfs als we ervan uitgaan dat de tewerkstellingsgraad per hectare gelijk blijft, ongeacht welk gewas er geteeld wordt, zal een dergelijke shift in landgebruik de hongersnood niet tegengaan. De koopkracht van de mensen blijft dan immers dezelfde.

Het wondermiddel tegen massale honger is niet een verschuiving qua landbouwoppervlakte voor graan, maar de bevordering van de koopkracht van de bevolking.

De boerenmars naar Delhi begon in november 2020 en gaat nog steeds door. Foto: Randeep Maddoke/PublicDomain

We zien hier in feite een veelvoorkomende misvatting. Wanneer een hectare die normaal besteed wordt aan graanteelt minder inkomsten opbrengt dan dezelfde hectare die besteed wordt aan een ander gewas, zou het logischerwijs voordelig lijken om over te schakelen op dat andere gewas.

De misvatting ligt hem in het feit dat het niet de inkomsten per hectare zijn die tellen voor de bevolking, maar eerder de hoeveelheid tewerkstelling die direct of indirect wordt gegenereerd door een dergelijke overgang (als we ondertussen veronderstellen dat granen probleemloos kunnen geïmporteerd worden aan de gangbare prijs, wat op zichzelf al een volledig verkeerde veronderstelling is in een imperialistische wereld).

Indien de shift van graan naar een of ander winstgevend exportgewas de inkomsten voor een landeigenaar verdubbelt, maar tegelijk de verrichte arbeid halveert – inclusief al wat wordt verkregen door multiplicatoreffecten, bijvoorbeeld de uitgave door hogere inkomensgroepen – ontstaat er net een immense toename van armoede op het platteland.

Dit leidt dan op zijn beurt weer tot het verlies van hun hogere inkomen voor grondbezittende boeren, aangezien de bedrijven die hun producten opkopen voor export lagere prijzen zullen afdwingen dankzij de grote armoede bij de bevolking rond de boeren. Daarom is het noodzakelijk om niet de schijnbare inkomenstoename als basisvoorwaarde te zien voor landbouwhervormingen, maar wel het effect ervan op tewerkstelling. (En zelfs dit volstaat niet door het imperialistisch gekonkel van elk land dat afhankelijk wordt van voedselimport.)

Balbir Singh Rajewal, voorzitter van de boerenvakbond Bhartiya Kisan Union, tijdens de tractorrally van 26 januari 2021. Foto: Harvinder Chandigarh/CC BY-SA 4:0

Als het bevorderen van de koopkracht van het volk de oplossing voor de opgestapelde voorraden is, dan bestaat de oplossing voor het winstgebrek van de graanboeren in het opschroeven van de MSP-subsidies en de inkoopprijzen van granen. Uiteraard zal men tegenwerpen dat het verhogen van de MSP en de inkoopprijzen een verhoging van de voedselprijzen voor consumenten zal veroorzaken, maar dat is een ongerijmde conclusie.

Inkoopprijzen (bij de boeren) kunnen immers verhoogd worden zonder de verkoopprijzen (aan de consumenten) te verhogen, door een stijging van de voedselsubsidies. En wie stijgingen van voedselsubsidies betwist op basis van een zogenaamd tekort aan middelen om er de rekening van te betalen, moet er even aan herinnerd worden dat elke herverdeling in de maatschappij, elke poging om een betere inkomensverdeling te bekomen inhoudt dat enkelen belast worden om velen te subsidiëren.

Wie klaagt over de schamele inkomens van boeren, maar niet bereid is fiscale middelen te gebruiken om dit recht te zetten, is volkomen hypocriet. Het komt neer op krokodillentranen voor het lot van de boeren, maar ondertussen wel – misschien onwetend – de imperialistische agenda verderzetten.

Dit staat dan nog volledig los van een ander onoverkomelijk feit: de schijnbaar gemakkelijke weg om het inkomen van boeren te vergroten door over te schakelen op meer winstgevende gewassen kan hen uiteindelijk de dieperik induwen, wanneer de prijzen van deze gewassen instorten op de wereldmarkt – wat onvermijdelijk is gezien die prijzen altijd al onderhevig zijn aan grote schommelingen. Het MSP-subsidiesysteem werd oorspronkelijk in het leven geroepen om de boeren net tegen deze risico’s te beschermen.

Foto: doc-research.org

De boeren die zich verzamelen aan de stadsgrenzen van Delhi begrijpen dit stukken beter dan Modi en de intelligentsia die steevast pleiten voor de shift van graan naar meer lucratieve gewassen. Ironisch zijn het wel zij die de boeren ervan beschuldigen onwetend te zijn!

 

Prabhat Patnaik is een Indiase politieke economist en politiek commentator. Zijn artikel Why Are People Going Hungry in India Despite a  Massive Grain Surplus? werd vertaald door Fleur Leysen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!