Analyse -

Waarom het basisinkomen geen progressieve oplossing is

De meeste voorstanders van het basisinkomen gaan meestal enkel in op de tegenstanders van de rechterzijde, die dan aanvoeren dat mensen niet langer bereid zullen zijn om te werken. Maar ze vergeten zo makkelijk dat er ook vanuit de linkerzijde geldige argumenten zijn om zich tegen een basisinkomen te verzetten. We moeten Philippe van Parijs daarom dankbaar zijn dat hij zich specifiek tot de sociaal-democratie heeft gericht om zijn voorstellen te verdedigen.*

donderdag 28 april 2016 10:39
Spread the love

Laat me beginnen met het eerste en makkelijkste punt waarover we het eens zijn. De sociale bijstand heeft een grondige hervorming nodig. Ten eerste, omdat de armoede in onze rijke samenleving geen bestaansrecht heeft en omdat de huidige voorwaarden om een leefloon te krijgen vernederend en mensonwaardig zijn. Ze dragen niet bij tot de emancipatie van mensen. Ondanks alle academische en economische troela over de ‘multidimensionaliteit’ van armoede mogen we nooit vergeten dat arme mensen in de allereerste plaats een inkomen nodig hebben om uit de armoede te geraken. Als er dan nog problemen over blijven – met gezondheidszorg, onderwijs, huisvesting, schuldaflossing… – dan moeten sociaal werkers klaar staan om te helpen.

Er moet dringend een gegarandeerd minimuminkomen worden ingevoerd waar arme mensen zonder al te veel poespas recht op hebben. En ja, dat impliceert dat het inkomen en vermogen van arme mensen moet gecontroleerd worden, maar dat kan met onze huidige technologische middelen zeer makkelijk zonder in het privé-leven van mensen te moeten gaan snuffelen. We hebben een kadaster, een belastingadministratie en een sociale zekerheid. Mensen moeten gewoon hun recht op een gepaste levensstandaard kunnen opeisen.

Ook voor de rijken?

Waarom zouden we een basisinkomen moeten geven aan mensen die niet arm en zelfs rijk zijn? Ik heb nooit overtuigende argumenten gehoord. ‘Om het simpel te houden’, zo wordt gezegd. Ja, maar we kunnen de armoede uitroeien – door het leefloon op te trekken tot aan de armoedegrens, ongeveer 1000 euro per maand – voor zo’n kleine 2 miljard Euro. Dat is wat een gegarandeerd minimuminkomen jaarlijks en bijkomend zou kosten. Zo’n basisinkomen aan iedereen geven kost 130 miljard euro extra. Is dat niet wat veel voor een beetje ‘simpelheid’?

Het basisinkomen moet universeel zijn, zo luidt het nog. Het recht op een decent inkomen, of, zoals het staat in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, het recht op een gepaste levensstandaard, is inderdaad universeel. Rechten zijn universeel, maar betekent dat dat iedereen recht heeft op eenzelfde bedrag? Dat ook zij die al een gepaste levensstandaard hebben, ook nog eens een uitkering kunnen opeisen? Ik denk van niet.

Ja maar, niet-armen en rijken zullen dat basisinkomen sowieso terug betalen via hun belastingen, zo wordt nog gezegd. Maar is dat geen bijkomende reden om hen géén uitkering te geven? Eerst geven en dan terug halen, beetje gek toch? En we weten toch dat rijke mensen nauwelijks belastingen betalen? Zeggen de Panamapapers niet genoeg?

Er is nog een probleem met die middelentoets. Zoals gezegd hebben we voldoende informatietechnologie om dat op een niet-vernederende en niet-stigmatiserende manier te doen. Bovendien stellen veel voorstanders van het basisinkomen inmiddels dat er toch nog een sociale verzekering op basis van inkomens moet blijven bestaan. Zelfs de sociale bijstand zal niet verdwijnen, aldus Van Parijs. En nog: ‘het basisinkomen stelt ons niet vrij van een middelentoets voor mensen in specifieke omstandigheden’. Of met andere woorden de middelentoets blijft bestaan, basisinkomen of niet.

Ik zie dus geen redenen om geld te geven aan niet-arme mensen.

Een financiële vraag

Van Parijs geeft toe dat sommige delen van de sociale zekerheid en van de bijstand zullen blijven bestaan. Hij legt niet uit hoe dat allemaal moet gefinancierd worden, maar we weten dat hij niet denkt aan een basisinkomen van 1000 Euro per maand.

Maar zelfs een bedrag dat maar half zo hoog is, betekent dat het basisinkomen minstens 70 miljard euro per jaar kost. Tel daar de overblijvende delen van de sociale zekerheid bij – pensioenen, gezondheidszorg … – en je komt tot een bedrag dat mijlenver uitsteekt boven de kosten van de huidige sociale bescherming, zo’n 80 miljard euro. Wat is het percentage van het nationaal inkomen dat we bereid zijn uit te geven aan sociaal beleid? Deze moeilijke en delicate financiële vraag heeft nog steeds geen antwoord gekregen.

Er zijn nog meer problemen. Als mensen niet meer dan 500 euro per maand krijgen, zijn ze nog steeds verplicht om naar de arbeidsmarkt te gaan. Het basisinkomen wordt dan makkelijk een soort loonsubsidie of een open deur naar ‘mini-jobs’. Is dat dan een progressieve oplossing?

Er is nog een laatste punt waar Van Parijs het niet over heeft, maar dat wel belangrijk is. Onze sociale bescherming, hoe onvolmaakt ook, is gebaseerd op een horizontale en structurele solidariteit. Voor ieder naar behoeften, van ieder naar vermogen. De sociale zekerheid is niet bedoeld om de ongelijkheid te verminderen – daarvoor hebben we een belastingsysteem – maar ze doet het wel, precies omdat ze uitkeringen geeft in functie van de reële noden. Met een basisinkomen en een gelijk bedrag voor iedereen blijft de ongelijkheid onveranderd.

Veranderingen op de arbeidsmarkt

Sommigen halen er ook het groeiende precariaat bij. Dat vind ik vrij cynisch. Het lijkt wel alsof we de precaire arbeidvoorwaarden en de afbouw van het arbeidsrecht moeten aanvaarden en alles compenseren met een basisinkomen. En zo de verantwoordelijkheid afschuiven van de werkgevers naar de overheid en alle belastingbetalers.

Verwachten we niet van de vakbonden dat ze de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden aangaan? Het is perfect mogelijk om de groeiende groep van ‘zelfstandigen’ en de werkers van de zogenaamde deeleconomie ook een degelijk en beschermend statuut te geven.

Dat er in de toekomst dank zij de robotisering geen werk meer zou zijn? Is er iemand die dat echt gelooft? Dat er veel minder arbeid zal nodig zijn om hetzelfde te produceren als nu, is vooral goed nieuws. En een stevig argument voor een drastische arbeidstijdverlaging. Per slot van rekening kan de sociale bescherming ook uit belastingen betaald worden, zoals nu al in veel landen het geval is.

Na de Tweede Wereldoorlog kon de IAO (Internationale Arbeidsorganisatie) in de Verklaring van Philadelphia stellen dat ‘arbeid geen koopwaar’ is. Dank zij de sociale strijd en de nieuwe verzorgingsstaten waren de machtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal inderdaad veranderd. En ja, de bedreiging van het socialisme in Oost-Europa heeft geholpen. Maar ik zie geen reden waarom we zouden aanvaarden dat de arbeidersbeweging verder wordt verzwakt.

Onze sociale bescherming moet zeker worden aangepast aan de behoeften van mensen in de 21ste eeuw. De oude systemen zijn niet langer voldoende. De voorstanders van het basisinkomen wijzen terecht op die problemen, maar hun oplossing is niet de enige en volgens mij ook niet de beste.

Sociale bescherming wordt gedepolitiseerd. Het basisinkomen is niet het enige alternatief. We moeten onze sociale bescherming kunnen her-denken, versterken en verbreden, en vooral, we moeten er weer alle mensen – en niet enkel werknemers – bij betrekken. De sociale bescherming is van ons. Het verschil tussen sociale bijstand en sociale zekerheid moet verdwijnen. De tegenstelling tussen re-productieve en productieve arbeid moet weg.

We moeten in deze neoliberale tijden ook onze samenleving zelf kunnen beschermen. Ik wil daarom pleiten voor ‘sociale commons’, een systeem waarin mensen zelf beslissen over wat ze nodig hebben, hoe de toegang kan geregeld worden, hoe de systemen worden beheerd en gecontroleerd.(1) Wat nodig is, is een systeem waarin mensen weer sociale en politieke actoren worden, geëmancipeerde individuen die weten waarvoor ze vechten.

Als sommigen, zoals Philippe van Parijs, een basisinkomen verdedigen vanuit een visie op sociale rechtvaardigheid en de behoefte om de wereldrijkdom eerlijker te verdelen, dan moet dat m.i. kunnen. Maar hou daar alsjeblieft de sociale bescherming buiten, dat basisinkomen is er geen alternatief voor. De tienduizenden mensen die in Frankrijk en ook in dit land de afgelopen weken protesteren voor het arbeidsrecht, moeten gehoord worden. De jonge mensen van Nuit Debout eveneens. Dat is de taak van progressieven.

Francine Mestrum (onderzoeker, activist, lid internationale raad Wereld Sociaal Forum; auteur van ‘Ontwikkeling en Solidariteit’ (EPO); initiatiefnemer Global Social Justice).

 *https://www.socialeurope.eu/2016/04/44878/

(1) www.socialcommons.eu

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!