Samenleving, België - Eva Brumagne

Waarom een kortere werkweek zo belangrijk is

Beeld je eens in hoe je leven of dat van je gezin eruit zou zien als een 30-urige werkweek het nieuwe voltijds zou zijn. Je krijgt meer tijd voor je naasten, voor (mantel)zorg. Er is meer ruimte om actief burger te zijn en aan vrijwilligerswerk te doen. Minder werken is ook goed voor onze planeet. Het verkleint de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. En door meer tijd te geven aan onbetaalde arbeid erkennen we ook expliciet de waarde ervan.

maandag 15 september 2014 11:49
Spread the love

Achter ons voorstel voor een 30-urige werkweek, waarover we deze week debatteren op Manifiesta, schuilt een samenlevingsmodel dat fundamenteel anders is dan het huidige.

Een kortere (betaalde) werkweek biedt niet alleen een antwoord op de moeilijke combinatie tussen betaald werken en onze onbetaalde arbeid, maar ook op de economische, ecologische en welzijnsuitdagingen waar we voor staan.

Het nieuwe voltijds als antwoord op combinatiestress en voor gendergelijkheid

Met de 30-urenwerkweek als nieuwe norm voor het voltijds geven we vrouwen en mannen meer tijd om de verschillende rollen die zij opnemen, beter op elkaar af te stemmen. We maken expliciet meer tijd vrij voor onbetaalde arbeid, die zeer waardevol is, maar sterk onder druk staat door de dominantie van de betaalde arbeid.

De 30-urenweek betekent op vlak van gendergelijkheid een belangrijke stap vooruit door loopbanen die typisch meer met vrouwen geassocieerd worden, te valideren. We stappen af van het idee dat iedereen de ‘mannelijke’ norm van een 40-uren werkweek moet nastreven. Zo veranderen we de normen en verwachtingen over wat ‘normaal’ is. We geven mannen en vrouwen de kans om betaald en onbetaald werk meer gelijk te delen. Laat het duidelijk zijn dat dit past binnen een groter verhaal (dat je vindt op www.femma.be) en dat alleen het verminderen van de arbeidsduur geen garantie is op een meer gelijke verdeling van arbeid en zorg tussen partners.

Het nieuwe voltijds als antwoord op ecologische crisis

Willen we onze (planetaire) toekomst veilig stellen, dan moeten we ons fundamenteel anders organiseren. Het verminderen van loonarbeidsuren doet het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen dalen.

Wanneer we lange uren loonarbeiden en steeds het gevoel hebben dat we tijd tekort komen, weerspiegelt zich dat in ons koopgedrag.

We zoeken naar middelen en diensten waarvan we denken dat ze ons tijd te besparen: kant-en-klare maaltijden, verpakte groenten, gemotoriseerde voertuigen, vliegtickets, een hele resem elektrische apparaten,… Aan vele van die producten hangt een stevig milieu- en energieprijskaartje. Nemen we ons transport. Hoe sneller we op onze bestemming willen aankomen, hoe groter de milieu-impact van die keuze: te voet, met de fiets, het openbaar vervoer, de auto, het vliegtuig. Huishoudens die minder uren professioneel werken, hebben meer tijd om anders te gaan leven. Ze hebben minder nood aan zaken die we “voor ons gemak” kopen maar die een enorme impact hebben op onze leefomgeving.

En dan is er ook nog het schaaleffect. Dat legt de relatie tussen productiviteitsgroei en de milieu impact. Wanneer de productiviteitsgroei toeneemt, bij een vast aantal werkuren, stijgt de output en de consumptie en bijgevolg de ecologische impact. Met technologische veranderingen proberen we de negatieve milieueffecten van de output en de consumptie te minderen (denk maar aan groene energie). Maar tot op heden zijn we daar onvoldoende in geslaagd. Dus moeten we ook het aantal loonarbeidsuren terugschroeven door productiviteitsgroei niet om te zetten in inkomen maar wel in tijd. Zo verkleinen we de toename van output en consumptie en dus de negatieve milieu effecten.

De keuze voor het nieuwe voltijds valt samen met de keuze voor een economie die ten dienste staat van het welzijn en niet van het blind najagen van groei.

Herverdelen van werk tussen mensen

Enerzijds is er een grote groep werkzoekenden, anderzijds een grote groep overwerkte mensen met een job. Beide groepen, zij die te weinig hebben en zij die te veel hebben, ervaren een negatieve impact op hun gezondheid. Een 30-urenwerkweek kan voor beiden deel zijn van de oplossing. Voor diegene die overwerkt zijn, is het een kans om hun tijd anders te besteden en te kiezen voor een rustiger werktempo. De verschillende rollen die ze bekleden, kunnen ze beter op elkaar afstemmen. De tijd en de jobs die vrijkomen, bieden dan weer een opportuniteit voor zij die werkloos zijn. Het hebben van een job kan hun welzijn opkrikken, niet alleen wegens het inkomen, maar ook omdat een job sociale contacten, status en een gevoel van eigenwaarde met zich mee brengt.

Herverdelen van werk tussen levensfasen

Er moet niet enkel een herverdeling tussen mensen plaatsvinden, maar ook tussen levensfasen. Onze samenleving legt een patroon op, waarin mensen na een lange periode van opleiding in een drukke levensfase terechtkomen waarin ze zowel de carrière als het gezin moeten uitbouwen. Met als gevolg dat ze op een relatief korte periode hard werken, zichzelf voorbij hollen, uitgeblust raken en vroegtijdig op pensioen gaan.

De gemiddelde effectieve uittredingsleeftijd ligt op 59,1 jaar (in 2010), terwijl de wettelijke pensioenleeftijd 65 jaar is. De citroenloopbaan weerspiegelt zich ook in stijgend ziekteverzuim en burn-out. De loopbaan zal meer verspreid en minder intens zijn, zodat men langer kan en wil werken en zo ook op latere leeftijd kan profiteren van de positieve aspecten die een job met zich mee kan brengen: een gevoel van identiteit, een doelstelling, sociale contacten, actief bezig zijn,….

30- urenwerkweek voor een actief burgerschap en gemeenschapsgevoel

Maar professionele arbeid alleen ten slotte biedt geen garantie op geluk. Ons welzijn hangt van veel factoren af. Eén daarvan is de kwaliteit van onze sociale contacten. Een 30-urenwerkweek geeft mensen meer tijd om kwaliteitsvolle relaties met familie, de kinderen, vrienden en buren te onderhouden. Bovendien geeft het mensen ook meer kans om actieve burgers te zijn, om lokaal een rol op te nemen in organisaties, om aan vrijwilligerswerk te doen. Zo versterken we ons sociaal kapitaal en het gemeenschapsgevoel. En daar kan een democratische samenleving alleen maar beter van worden.

Eva Brumagne is algemeen directeur van Femma
Deze tekst is een inleiding voor het debat ‘Vrouwen en arbeidsduurvermindering’ op Manifiesta. Klik hier voor meer info over het debat.

take down
the paywall
steun ons nu!