Opinie, Nieuws, Politiek, België - Ivo Flachet

Waarom de N-VA plots UNIA aanvalt

De N-VA heeft heel wat brandjes te blussen tegenwoordig. Ze blijken evenzeer een partij van graaiers als alle andere traditionele partijen, de problemen in het land raken niet opgelost en bovendien polariseren ze graag. Geen wonder dus dat de rechtse partij het geweer probeert te richten op iets anders dan hun eigen onkunde, namelijk UNIA.

donderdag 2 maart 2017 12:05
Spread the love

Het moet daar wat geweest zijn in het hoofdkwartier van de N-VA de voorbije weken. Hun kamervoorzitter, de gedoodverfde kandidaat-burgemeester in Gent, viel van zijn voetstuk. Hij bleek een graaier te zijn en verloor op enkele dagen tijd zijn geloofwaardigheid. De Gentenaars spuwden hem uit. Het was alle hens aan dek in het centrum van de macht. De regeringspartij N-VA ontpopte zich in no time tot een traditionele partij. Ze bleken evengoed gretig te graaien met hun rijkelijk betaalde politici en hun postjes in allerlei intercommunales.

Om de brand te blussen werd staatssecretaris Elke Sleurs lijsttrekker in Gent. Haar bevoegdheid voor armoedebestrijding en gelijke kansen ging naar Zuhal Demir. En toen kwam de aanval op UNIA.

Op hetzelfde moment werd bekendgemaakt dat in België het afgelopen jaar 143.287 mensen beroep deden op de voedselbank. Dat deerde de kersverse staatssecretaris voor armoedebestrijding echter niet. 2016 was een recordjaar: 4.700 mensen meer dan het jaar daarvoor kwamen voedselpakketten halen.

De N-VA had nood aan een afleidingsmanoeuvre en dat vonden ze in de aanval op het Interfederaal Gelijkekansencentrum. Weg van de kritiek op hun gegraai, weg van cijfers over de toename van de armoede, weg van de ontmaskering van de factuurregering, weg van aangekondigde besparingen in de sociale zekerheid en de duurdere medicamenten.

Wat is UNIA eigenlijk?

Unia is een onafhankelijke openbare instelling die discriminatie bestrijdt en gelijke kansen bevordert. Het centrum wil dat iedereen (ongeacht hun afkomst, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid, religie of levensbeschouwing …) aan alle maatschappelijke domeinen (arbeidsmarkt, huisvesting, onderwijs, welzijn, vrijetijdbesteding, cultuur en burgerschap…) kan participeren, zonder discriminatie of uitsluiting. Centraal in hun werking staat een meldpunt discriminatie.

Toch wel vreemd dat de aanval dan net komt van de staatssecretaris voor Gelijke Kansen en Personen met een beperking? 

UNIA strijdt tegen alle vormen van discriminatie

De N-VA pleit, net zoals het Vlaams Belang dat al tientallen jaren doet, voor het afschaffen van het interfederaal centrum. “UNIA neemt het enkel op voor mensen met een migratieachtergrond”, zo klinkt het. Nochtans blijkt ook uit een onderzoek van UNIA over discriminatie op het werk en in het onderwijs dat er nooit eerder zoveel klachten werden ingediend tegen discriminatie omwille van leeftijd (vooral op de werkvloer), handicap en seksuele geaardheid als in 2016. Dat neemt niet weg dat discriminatie omwille van “raciale criteria” het vaakst voorkomt.

Toen na het weekend bleek dat de beweringen van mevrouw Demir fout waren, stelde ze dat UNIA de studie pas bekend maakte na haar valse uitlatingen. De studie stond nochtans al dagen voordien in de krant. De bewering dat UNIA er enkel is voor mensen met een migratieachtergrond is dus op alle vlakken fout.

De strijd tegen racisme krijgt terecht een bijzondere plaats in de werking van UNIA

UNIA bepaalt trouwens niet zelf welke discriminaties zij centraal stelt. Dat beslissen de slachtoffers, via het meldingsformulier. Discriminatie gelinkt aan ‘raciale criteria’ (nationaliteit, huidskleur, afkomst en nationale of etnische afstamming), wordt nu eenmaal het meest gemeld en de aandacht die UNIA geeft aan de strijd tegen raciale discriminatie is dan ook terecht.

Onderzoek toont: de kansen als sollicitant liggen lager bij wie Mohamed heet, dan bij wie de naam Jan draagt. Ook als ze allebei net hetzelfde profiel hebben en exact dezelfde antwoorden geven op de sollicitatietest.

In 2011 publiceerde de PVDA-website een lijst van tientallen bedrijven die aan het uitzendkantoor Adecco vroegen geen allochtone werknemers voor hen aan te werven: de lijst “Blanc Bleu Belge”. Op de lijst stonden grote namen zoals Electrabel, C&A en Delhaize. Een ernstige discriminatie, die dan ook door de rechtbank veroordeeld werd.

Ook wat onderwijs betreft, is er discriminatie. 30 procent van de allochtone jongens verlaat zonder diploma of getuigschrift de schoolbanken tegenover 13 procent van de autochtone jongens. Bij de allochtone meisjes ligt het cijfer op 25 procent tegenover 7 procent bij de autochtone meisjes. Bij jongeren van Turkse en Marokkaanse origine liggen de cijfers zelfs rond de 40 procent.

Voor de N-VA is racisme de schuld van de slachtoffers zelf

Het is die realiteit van racisme die door de N-VA systematisch wordt geminimaliseerd. Zo stelde Bart De Wever, N-VA-voorzitter en Antwerps burgemeester, dat “racisme relatief” is en “een gevolg en geen oorzaak van de problemen in onze samenleving”. Hij stigmatiseerde de “Marokkaanse Berbers” door te stellen dat ze “te weinig attitude hebben om een opleiding te volgen en werk te zoeken”. De N-VA doet zo alsof racisme de schuld van de slachtoffers zelf is.

Dezelfde redenering wordt gebruikt inzake werkloosheid. In plaats van het gevecht aan te gaan tegen de oorzaken van werkloosheid voert de N-VA een gevecht tegen de werklozen. Mevr. Demir stelde hierover: “We moeten met extra hervormingen werklozen prikkelen om een baan te zoeken. Als ze merken dat ze de rekeningen niet langer kunnen betalen, zullen ze harder hun best doen. Daarom is het zo’n goed idee de werkloosheidsuitkeringen te beperken in de tijd”.

Het bestaan van structurele discriminatie in de samenleving wordt ontkend. Er zou geen probleem van racisme zijn, maar een probleem van gebrekkige persoonlijke integratie. Het slachtoffer van discriminatie zou zich erachter verschuilen om zijn of haar eigen verantwoordelijkheid te ontlopen, zo klinkt het bij de N-VA. In die logica is er helemaal geen strijd nodig tegen racisme. En dat is de onderliggende bedoeling van de aanval tegen UNIA: de strijd tegen racisme beperken door de instrumenten voor die strijd aan te vallen.

De N-VA leeft van het polariseren van de samenleving

Kersvers staatssecretaris Zuhal Demir verweet UNIA “een centrum te zijn van polarisatie dat vooral een politieke boodschap wil brengen inzake integratie”. Zo zou UNIA geobsedeerd geweest zijn door de strijd tegen het Sinterklaasfeest. Later moest de staatssecretaris toegeven dat UNIA daar sinds 2014 niets meer over had gezegd.

Eigenlijk is net het omgekeerde waar dan wat mevr. Demir beweerde. Het is juist de N-VA die meester is in het polariseren, het opzetten van de ene groep tegen de andere. Denk maar aan het verhaal van Theo Francken over de zogezegd weggehaalde kerststallen. Denk maar aan de uitspraken van minister Jambon over ‘dansende moslims’ na de aanslagen in Brussel. Die waren manifest vals en kwetsend. Een hele bevolkingsgroep werd erdoor gestigmatiseerd.

Wat de N-VA steeds meer doet, is de samenleving polariseren in plaats van een beleid te voeren dat de ontmoetingen tussen mensen van verschillende gemeenschappen stimuleert.

“In de mijn is iedereen zwart”

Terwijl het ravijn tussen de samenleving en de graaiende elite gaapt als een vreselijke wonde, zoekt de N-VA naar afleidingsmanoeuvres. Mensen worden tegen elkaar opgezet. Ze worden gestimuleerd om in wij/zij-termen te denken en te handelen. Het is een beproefde methode, een politiek instrument van ‘verdeel en heers’ waar de N-VA gretig op inspeelt. Het keert degenen die schrik hebben alles te verliezen, tegen hen die niets hebben. In plaats van de echte verantwoordelijken van onrecht aan te pakken, wordt steevast naar onder gewezen.

De nefaste gevolgen daarvan zijn enorm. Dat bleek begin januari van dit jaar nog maar eens na de dood van Kerim, een Belg met Turkse roots, in een nachtclub in Istanboel. Na zijn dood kwam een stortvloed aan racistische reacties op gang op de sociale media. Na een dergelijke vlaag van rauw en onmenselijk racisme komt er wel een afkeuring van de N-VA maar een optreden tegen de hatelijke uitlatingen komt er niet, ook niet in de eigen rangen.

Om de strijd te kunnen aangaan tegen het asociaal beleid van de regering is verdeeldheid uit den boze. Door de bevolking te leren naar onder te stampen, naar wie het nog moeilijker heeft, beschermt de N-VA de elite bovenaan, waarvan ze de macht nooit werkelijk in vraag stelt. Daartegenover is eenheid nodig. “In de mijn is iedereen zwart.” Dat zou Zuhal Demir, als mijnwerkersdochter, moeten weten.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!