Waarom centrale bankiers een gevaar zijn voor de democratie

Waarom centrale bankiers een gevaar zijn voor de democratie

De religie van de 21ste eeuw is gebaseerd op winstmaximalisatie. Een autoritaire geloofsbelijdenis waarin het individu zich dient te onderwerpen aan de tucht van de markt. Zolang Westerse samenlevingen (vooral centrale) bankiers behandelen als ware het geestelijk leiders, zal er niks veranderen.

vrijdag 26 juni 2015 02:30
Spread the love

Het marktdenken als autoritaire geloofsleer

Het algemene belang doet er niet meer toe –
centrale banken hebben met hun maatregelen als rente verlagingen,
bailouts‘ en het laten draaien van de persen (quantitative easing) de
afgelopen jaren laten zien dat het maar om een ding draait: en dat is
het vergaren van zoveel mogelijk macht en geld voor een kleine kliek
gefortuneerden – ook wel financieel feodalisme genoemd. Daartoe worden
systematisch winsten uit de reële economie geprivatiseerd en verliezen
uit de financiële wereld gesocialiseerd; zoals onder andere bleek uit de
bankencrisis van 2008 en vandaag de dag weer uit de Griekse kwestie.

Dat,
anno 2015, het machtigste economische instituut, de centrale bank, zo
partijdig is en zo openlijk faalt – en niet onder democratische controle
staat – heeft weinig met redelijkheid of verlichting te maken, maar
veeleer met religie.

De autoritaire onderwerping

Sinds
de Verlichting vertelt menig Westerling maar al te graag dat de
westerse beschaving pas mogelijk werd nadat de mythische wereld van
goden werd verlaten – in ruil voor de zekerheid van de wetenschap. Maar
wie er psychologisch tegen aankijkt, ziet iets geheel anders.
Namelijk dat zelfs de grootste atheïst een religieuze
levensopvatting is toegedaan; al was het maar omdat ieder mens (bewust of
onbewust) idealen heeft en daar op eigen wijze invulling aan geeft; en
dat geldt ook voor de gemeenschap als geheel.

Volgens de
Amerikaanse psychoanalyticus Erich Fromm draait het bij afgoderij dan
ook niet zozeer om het aanbidden van een of andere letterlijk bedoelde
godheid; het gaat hier namelijk puur om een bepaalde mentale instelling.
En die komt tot uiting in het vergoddelijken van bepaalde dingen in de
wereld, zoals bijvoorbeeld het streven naar geld en macht (status) waar menigeen
zich vandaag de dag door laat leiden. Een goddelijk geïnspireerde
houding als deze sluit trouwens naadloos aan bij de kuddegeest van
een autoritair en hiërarchisch georganiseerde groepering. En wel omdat het individu geacht wordt zich te onderwerpen aan de externe
godheid – zoals in ons tijdperk de mens (en de democratie als geheel)
geacht wordt zich te onderwerpen aan de macht van de mythische
‘financiële markt’. Overigens, dat sommigen, in met name de Arabische
wereld, zich hiertegen verzetten met een al even totalitair tegengesteld
wereldbeeld – wekt nu wellicht wat minder verbazing.

De zonde

Het
verklaart tevens ook het kil aandoende ethische bewustzijn dat alom
tegenwoordig heerst. Een gebrek aan eerbied en gehoorzaamheid aan de
autoritaire godheid betekent voor de gelovigen – zonde en
boetedoening. In onze wereld, de wereld waarin alles zich onderwerpt aan
het grote geld, zie je dezelfde moraal van boetedoening terug in
financiële kwesties. Kijk bijvoorbeeld eens naar Griekenland (of in ons
eigen land of waar dan ook in het Westen) –
in het geval van Griekenland kan een derde zich bijvoorbeeld door alle bezuinigingen
geen medische zorg meer veroorloven en is het aantal zelfdodingen explosief gestegen; et cetera, et cetera. Maar in de economische, autoritaire theologie
draait het niet om liefde of om redelijkheid of om menselijkheid, maar om gehoorzaamheid. En
dus moeten de Grieken (of wie dan ook eigenlijk) verder bezuinigen zonder dat dit
economisch gezien wat oplevert: economie is een autoritaire religie geworden…

Als
rationalisatie (om deze bedenkelijke religieuze drijfveer te maskeren)
overheerst het idee bij veel economen dat mensen geprikkeld moeten worden teneinde
het beste uit zichzelf te halen – en wel door de leefomstandigheden zo
moeilijk mogelijk te maken. Het draait immers puur om de eigen
verantwoordelijkheid, gelooft men, en voorts dat de mens een puur rationeel opererend wezen is – dat de sociale wetenschappen al meer
dan 100 jaar middels allerlei experimenten en observaties aangeven dat
deze sociaal darwinistische visie niet strookt met de feiten – doet er
niet toe. De religieuze waan lijkt simpelweg te besmettelijk te zijn. Daarom roepen linkse en rechtse politici dat de welvaartsstaat moet worden opgeofferd teneinde de economie te stimuleren. Er zou
geen ander alternatief zijn. Hoe apocalyptisch. En hoe onjuist ook.

Grafiek 1: arbeidsproductiviteit versus gemiddeld arbeidersinkomen in VS:

DeWereldMorgen.be

Bron: thecurrentmoment.wordpress.com

Trickle-down economics

Het
resultaat is dat deze autoritaire economische godheid weinig rekening houdt met
het welvaren van de gewone man, maar met de extreem gefortuneerden des
te meer. Volgens niemand minder dan Nobelprijswinnaar en econoom Paul
Krugman verdient de gemiddelde arbeider, rekening houdende met inflatie,
bijvoorbeeld niet significant meer dan in de 70er jaren, terwijl al die
tijd de productiviteit en dus de winstgevendheid wel door bleef stijgen
(zie grafiek 1). De middenklasse kende in diezelfde periode een
bescheiden groei van het inkomen (een verdubbeling van het salaris in de
afgelopen 40 jaar). En de elite 1 procent verviervoudigde het salaris
vanaf 1980. Terwijl de rijkste 1/10.000 procent zijn salaris met liefst
660 procent zag stijgen – en dat is allemaal bewust beleid.

Neoklassieke
economen (zeg maar de gemiddelde econoom van de centrale bank) gaan
namelijk uit van het idee van ‘trickle-down-economics‘ wat kort gezegd
inhoudt: maak een paar mensen, de uitverkorenen, extreem, maar dan ook
extreem rijk ten koste van de rest. En als vanzelf zal het geld zich
door de samenleving verspreiden.

Deze theorie is echter nog nooit in de praktijk gevalideerd; wat eens
temeer laat zien dat het een geloofsbelijdenis betreft.

Gelukkig zijn de meeste kritische geesten
inmiddels aan het twijfelen geslagen. Maar niet dat er wat gaat
veranderen. Althans niet op de korte termijn.

Fluwelen handschoenen

Centrale
bankiers worden door de reguliere pers namelijk aangepakt met dezelfde
egards en fluwelen handschoenen als waarmee doorgaans een geestelijk
leider wordt aangepakt. Eerbied alom dus. Geen woord verder over
vermeende partijdigheid van de neutraal geachte banken, terwijl de
ongelijkheid gestaag toeneemt; zelfs zeven jaar na het begin van de
crisis niet. En ook geen woord verder over de belangrijkste en meest
richtinggevende centrale bank ter wereld, de Amerikaanse FED die in
private handen is (en dus onmogelijk het algemene belang kan dienen).
Als de juiste vragen niet worden gesteld, dan zullen de hoge priesters
van de economie almaar rijker en rijker worden; hoe ontwrichtend dit
maatschappelijk gezien ook uitpakt.

Dat is tragisch te noemen,
maar allerminst vreemd. Voor de gemiddelde journalist is immers de
economische woordenbrij afkomstig uit de mond van de bankier
hetzelfde als het Latijn van de priester – van vlak voor de Reformatie.

Nog even afwachten dus.

take down
the paywall
steun ons nu!