Waarom blijft VS zoeken naar onbestaande kernbom Iran?

Waarom blijft VS zoeken naar onbestaande kernbom Iran?

De Amerikaanse onderzoeksjournalist Gareth Porter ontrafelde het westerse verhaal over de ontwikkeling van kernwapens door Iran. Waarom zijn daar na twintig jaar nog steeds geen bewijzen voor gevonden? Die zogenaamde zoektocht dient een andere agenda.

maandag 2 juni 2014 09:12
Spread the love

DeWereldMorgen.be

De
voorbije twintig jaar brachten de VS, Israël en de westerse media
met de regelmaat van een klok de definitieve bewijzen van de slechte
intenties, de leugens en het bedrog van Iran. Iran zou een gevaar
voor de wereldvrede zijn. Niet alleen Israël was in gevaar, zelfs de
EU werd bedreigd. In Polen stonden de afweerraketten al klaar om Iraanse raketten met kernbommen voor te zijn. Telkens werden die bewijzen na
verloop van tijd onderuitgehaald. Iran zou het spel immers zeer sluw
spelen en de wereldgemeenschap keer op keer weten om de tuin te
leiden.

Gareth Porter is Amerikaans
onafhankelijk onderzoeksjournalist met een stevige reputatie. Acht
jaar lang dook hij in de archieven van dit dossier. Hij ploos de
rapporten van het International Atomic Energy Agency uit, evenals de
talloze documenten die de VS en Israël publiceerden en de duizenden
persberichten over deze zaak. Zijn onderzoek heeft hij nu
samengebracht in Manufactured Crisis. The Untold Story of the Iran
Nuclear Scare
.

Systematisch

Porter heeft een zeer gedetailleerd
onderzoek gedaan. Waarom blijven de VS, Israël en de EU systematisch vasthouden aan de bewering dat Iran kernwapens ontwikkelt? Dit heeft
tot doel te verhinderen dat Iran civiele kernenergie kan
ontwikkelen. Iran heeft daar als lidstaat van de IAEA en
ondertekenaar van het Non-Proliferatieverdrag (NPT) nochtans het volste
recht toe.

Dit voortdurend opnieuw gerecycleerd
verhaal is de methode om Iran te demoniseren en te
isoleren. Iran is immers een olieproducerend land dat niet netjes aan
het lijntje loopt van de westerse belangen. Dat Iran een theocratische dictatuur is, speelt daarbij geen enkele rol. Dat kan ook moeilijk. Saoedi-Arabië en andere Golfstaten zijn niet bepaald beter op gebied van mensenrechten, maar wel trouwe bondgenoten van het westen.

Porter doet nog een vaststelling. Dit verhaal kon (en kan) slechts zo lang volgehouden
worden dankzij de bereidwillige medewerking van media, die de officiële lijn reproduceerden zonder enig bronnenonderzoek te doen. Beweringen die eenvoudige controle niet
konden doorstaan, werden zonder problemen ‘gelekt’ terwijl de Iraanse
versie van de feiten werd genegeerd of geridiculiseerd.

Zo kan het dat Israël voortdurend
bewijsmateriaal fabriceert en dat dan opdringt aan de inspecteurs van
de IAEA, zonder dat daar enige kritische bemerking bij wordt gemaakt.
Israël is zelf een kernmacht met ongeveer tweehonderd kernbommen,
weigert het NPT-verdrag te ondertekenen en laat al evenmin controles toe door datzelfde IAEA van zijn eigen kerninstallaties.

Porter spreekt zeer lovend over de vorige baas van het IAEA, de Egyptenaar Mohamed El Baradei, die de politieke druk vanuit de VS en de EU wist te weerstaan, om zijn rapporten ‘aan te passen’. Dat kostte hem uiteindelijk een tweede mandaat. Zijn opvolger, de Japanner Yukiya Amano, toont zich veel inschikkelijker voor politieke aanpassingen.

Civiele doeleinden

Iran heeft wel degelijk tweemaal gepoogd
de technologie voor het ontwikkelen van kernwapens te beheersen. Een
eerste maal gebeurde dat met de steun van de VS, toen de
prowesterse sjah nog aan de macht was. Hij werd in 1979 afgezet en
vervangen door het theocratische regime van de ayatollahs.

Ayatollah Khomeini was echter een principieel
tegenstander van kernwapens en legde het programma van de sjah stil.
Ook de geplande bouw van kerncentrales werd stopgezet. Khomeini was daarenboven een
principieel tegenstander van chemische wapens. Tijdens de oorlog met
Irak (1980-1988) werd Iran zwaar met chemische wapens bestookt (die Irak toen met ruime westerse steun kon ontwikkelen en
inzetten). Toch weigerde Khomeini de ontwikkeling van chemische
wapens toe te laten.

In 1984 besloot het regime alsnog het
programma van het vorige regime te hervatten voor de ontwikkeling van
kernenergie voor civiele doeleinden. De VS deed er alles aan om dat te verhinderen. Daarop is in Teheran het idee ontstaan om toch aan de ontwikkeling van kernwapens te beginnen.

Het regime in Teheran heeft dus inderdaad in de periode 2002-2003 gepoogd verrijkt uranium te
produceren. Dat bleek echter een mislukking, onder meer omdat de VS
andere landen (waaronder Frankrijk) zwaar onder druk zette om hier
niet aan mee te werken. Iran bleek niet in staat om een eigen technische knowhow te ontwikkelen en gaf zijn onderzoek na achttien maanden op. Dat wordt ook jaar na jaar bevestigd door de jaarlijkse rapporten van de Amerikaanse veiligheidsdiensten sinds 2003.

Boeman

Vanaf de jaren 1990 – dus lang voor Iran dat effectief probeerde – begonnen de VS het
civiel kernprogramma van Iran systematisch voor te stellen als een
dekmantel voor het verwerven van inzetbare kernwapens. Dat had voor een deel
te maken met de eigengereide houding van Iran op wereldvlak. Voor een ander deel was dat een gevolg van het verdwijnen van de Sovjet-Unie.

Het Pentagon en de CIA waren in de eerste jaren na de Koude Oorlog
wanhopig op zoek naar een nieuwe boeman om hun budgetten te verantwoorden. Het ongehoorzame regime van de ayatollahs in Teheran was de ideale vervanger. Israël begon vanaf 1992 eveneens zwaar op de vermeende dreiging van Iran in te
zetten, voor doeleinden die niets met Iran zelf te maken hadden. Iran begon vanaf toen Israël als een militaire dreiging te
beschouwen.

Het is de regering van George W. Bush
(2001-2009) die van het Iraanse nucleaire programma een ‘crisis’
maakte. Het IAEA verstrengde daarop zijn controles. Elk
kwartaalrapport over die controles werd sindsdien voorafgegaan door
‘revelaties’ en ‘definitieve bewijzen’ die in de media werden
gelanceerd. Geen enkele van die bewijzen bleek uiteindelijk te
kloppen.

Gareth Porter geeft talloze
voorbeelden. Sommige zijn op het absurde af. Op een bepaald ogenblik
eisen de VS een onmiddellijk antwoord op een ‘nieuwe revelatie’,
waarop Iran antwoordt dat dit reeds in een voorgaand rapport werd
weerlegd, aan de hand van de informatie die Iran toen bij dat rapport had geleverd. De volgende dag verscheen in de kranten dat Iran weigerde
de nodige informatie te geven.  

Manufactured Crisis is een zeer gedetailleerd relaas met uitgebreide voetnoten en bronnenmateriaal over een conflict waar het einde nog niet van in zicht is.

Interview met Gareth Porter op The Real News:

take down
the paywall
steun ons nu!