Een bedrijf in Californië verwierf een contract ter waarde van 2,76 miljoen dollar met het United States Central Command (Centcom) om wat men een “online persona managment service” noemt, te ontwikkelen. Centcom heeft de leiding over de operaties die aan de gang zijn in het Midden-Oosten en Centraal-Azië.

De ontdekking dat het Amerikaans leger valse online-profielen ontwikkelt, ook gekend als “sock puppets”, kan andere overheden, privébedrijven en ngo’s aanzetten hetzelfde te doen.

Het project wordt door deskundigen vergeleken met China’s pogingen om de vrije meningsuiting op het web te controleren en te beperken. Critici zijn van mening dat dit het VS-leger toelaat een valse consensus te creëren in discussies, ongewenste opinies te verdringen en ongewenste commentaren of verslagen te smoren die niet overeenstemmen met haar doelstellingen.

China heeft al langer een 50 Cent Leger, mensen ingehuurd door de Chinese overheid om overheidsgezinde commentaren te posten op websites. Zij zouden betaald worden per geplaatste post die het discours in een discussie ten gunste van de overheid wijzigt.

Met de software kan één Amerikaans militair tot tien verschillende online-identiteiten, gesitueerd over gans de wereld, controleren. Het contract bepaalt dat elk vals profiel een overtuigende geschiedenis en achtergrond moet hebben en dat er aandacht moet besteed worden aan details die deze ondersteunen.

Centcom-woordvoerder commandant Bill Speaks verklaarde dat “de technologie geclassificeerde blogactiviteiten op anderstalige websites ondersteunt om Centcom in de mogelijkheid te stellen gewelddadige, extremistische websites en vijandige propaganda buiten de VS tegen te gaan.”

Hij zei dat er geen interventies in het Engels zouden plaatsvinden omdat het onwettig zou zijn “het Amerikaans publiek te adresseren” met dergelijke technologie. Het gebruik van Engelstalige sociale media door Centcom gebeurt ook steeds met naam en toenaam, nog volgens Speaks.

De talen waarin de interventies zouden plaatsvinden zijn onder andere het Arabisch, Perzisch, Urdu en Pashtu.

Bron: The Guardian