Opinie - Sander Claessens

Voorstellen van rector Sels vergroten ongelijkheid in samenleving

Er loopt een rode draad door de voorgestelde maatregelen die Luc Sels onlangs deed in De Standaard. Niet-bindende ijkingsproeven, kijken naar de resultaten op het middelbaar, de verhoging van de 30% CSE-regel of meer permanente evaluatie: het zijn allemaal maatregelen die de toegang tot de universiteit voor veel jongeren wil beperken.

donderdag 26 september 2019 14:09
Spread the love

“Je kunt gewoon empirisch vaststellen wat de slaagkans is van iemand die uit humane wetenschappen komt en industrieel ingenieur wil studeren.”, aldus Sels. Wat je echter ook empirisch kan vaststellen, is de sociale ongelijkheid in het onderwijs en de samenleving.

Laat ons beginnen met de verplichte niet-bindende ijkingsproef en het gebruiken van de resultaten in het secundair onderwijs om een advies te geven. Op zich klinkt het niet onlogisch. Veel studenten hebben het moeilijk met kiezen en op het eerste zicht lijken zo’n maatregelen je te helpen vanaf de eerste keer raak te kiezen. Nochtans is zo’n ijkingsproef eigenlijk maar een momentopname van je capaciteiten op dat tijdstip in je leven. En die capaciteiten en talenten zijn geen aangeboren kunsten, maar worden voor het overgrote deel bepaald door je sociaaleconomische achtergrond.

Sociaaleconomische achtergrond

In Vlaanderen hebben de onderzoekers Nico Hirtt en Ides Nicaise berekend dat uit de rijkste tien procent van Vlaamse 15-jarigen 80% aso volgt. Uit de armste tien procent is dat slechts 26%. Van de eerste groep gaan slechts 3,5% naar het bso, terwijl 45% van de laatste groep dat ook doet. Het laat dan ook geen twijfel dat jongeren met van een lagere sociaaleconomische klasse veel minder te zien zijn op de universiteit of hogeschool dan rijkere jongeren. Slechts 6 op de 100 kinderen van geschoolde arbeiders vatten universitaire studies aan, tegenover 38 op de 100 kinderen van kaderleden die aan de universiteit beginnen.

Zich baseren op een verplichte ijkingsproef of op de schoolresultaten is dus verre van betrouwbaar. “De studenten beslissen nog altijd zelf. We sluiten geen deuren.”, argumenteert Sels. Het is nochtans niet moeilijk om je in te beelden dat wiens ouders al krap bij kas zitten en wie al een leerachterstand heeft opgebouwd door zijn of haar sociale achtergrond, nogal snel ontmoedigd zal worden door een negatief advies. We schrikken arme kinderen af om hun dromen waar te maken.

Elite-onderwijs

De andere twee maatregelen, de verhoging van de 30% CSE-regel en het invoeren van permanente evaluatie, zal de ongelijkheid ook alleen maar vergroten. De 30% CSE-regel stelt dat wie voor minder dan 30% van zijn of haar vakken slaagt, die richting niet opnieuw mag doen. Die regel treft vandaag vooral studenten van migratie-achtergond, een lagere sociaaleconomische klasse of andere kansengroepen. Het idee van permanente evaluatie kan dan weer, zoals de Studentenraad van de KU Leuven aanwees, leiden tot permanente stress doorheen het jaar en de werkdruk verhogen. Het resultaat is dan vooral een nog hogere druk voor studenten die het al moeilijk hebben.

Sels’ voorstellen zullen ons onderwijs alleen maar verder elitariseren. Kinderen van arbeiders, mensen die uit het tso of bso komen of die het thuis niet breed hebben, zullen toegang tot het hoger onderwijs kunnen vergeten. Zijn ideeën kaderen in een bredere ideologische visie op onderwijs: één die stelt dat hoger onderwijs niet voor iedereen is weggelegd, maar voorbehouden is voor de lucky few.

Het is de visie van mensen als cognitief psycholoog Wouter Duyck, die het bestaan van de invloed van sociaaleconomische factoren op schoolresultaten zwaar minimaliseert en het vooral toeschrijft aan aangeboren factoren. Het past in wat de OESO ons toefluistert: dat we te veel studenten zouden hebben die falen en daarom de zeef moeten bovenhalen. Een visie die uiteindelijk een elite-onderwijs verdedigt. Wat betreft één ding heeft Sels wel gelijk: “Als de universiteiten zelf niet meer inspanningen doen om het studierendement op te trekken, zal de overheid het initiatief naar zich toetrekken.”

De onderfinanciering van het hoger onderwijs en de weigering van de overheid om rijkdom eerlijk te herverdelen om investeringen mogelijk te maken, zal de universiteiten automatisch zelf in de richting van selectie duwen.

Luc Sels zou misschien beter wat minder luisteren naar zijn Gentse collega Wouter Duyck en wat meer naar zijn Leuvense collega Ides Nicaise. Hopelijk kiest hij dan wel kant voor onderwijs dat de ongelijkheid in de samenleving verkleint in plaats van vergroot.

Sander Claessens is voorzitter van Comac Leuven (studentenbeweging van de PVDA).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!