De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Voornamelijk dames op leeftijd dupe van controle IGO?

dinsdag 10 maart 2020 16:13
Spread the love

Als Belg heb je vanaf 65 jaar recht op een Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO) als je voldoet aan de volgende hoofdvoorwaarden: je financiële middelen bedragen per maand minder dan 1131,78 euro voor alleenstaanden of minder dan 754,52 euro voor samenwonenden (beide bedragen op 01/01/2020 aan index 144,42). In België waren er in augustus van vorig jaar 105.555 IGO-begunstigden waarvan 36.404 mannen en 69.151 vrouwen (65,51 procent). Het gaat vooral om vrouwen die geen of weinig pensioenrechten hebben opgebouwd (nooit beroepsactief geweest of in kleine deeltijdse banen gewerkt). Zij kunnen onder bepaalde voorwaarden een (aanvullend) IGO ontvangen.

De verblijfscontrole van de IGO is sedert 1 juli 2019 (Koninklijk Besluit van 30 maart 2018) aangepast in het kader van de jacht op de sociale fraude. Iemand die een IGO krijgt, moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben en er ook werkelijk en zonder onderbreking wonen. De Pensioendienst voert de controles uit. En hoe! Een postbode van bpost zal minstens één keer per jaar thuis aanbellen, dit op een willekeurige datum. De controleopdracht werd via een openbare aanbestedingsprocedure aan bpost toegekend. Maar postbodes zijn niet beëdigd en zijn ook geen sociale inspecteurs zoals bepaald door het Sociaal Strafwetboek.

De IGO-gerechtigde moet bij controle zijn/haar identiteitskaart tonen. De Pensioendienst zal dan verder uitbetalen. Is de betrokkene niet thuis, dan zal de postbode binnen een termijn van 21 dagen nog op twee andere data langskomen. Was de IGO-gerechtigde thuis, dan is er niets aan de hand. Was betrokkene niet thuis, dan steekt de postbode na drie pogingen een verblijfsbewijs met een begeleidende brief in de bus. Vanaf dat moment heeft de IGO-begunstigde vijf werkdagen om dat verblijfsbewijs te laten invullen en terug te sturen. Ga je van huis, dan moet je op voorhand je tijdelijke verblijven melden: wanneer je naar het buitenland gaat en wanneer je meer dan 21 opeenvolgende dagen van huis bent binnen België. Doe je dat niet, dan zal de Pensioendienst je voor een maand schorsen. De mogelijkheid is er om de zaak in der minne te regelen door bewijselementen over te maken, zoals medische documenten met data van raadplegingen of ziekenhuisopname. Maar de sanctie komt eerst.

Op 17 februari 2020 voerden een aantal organisaties actie aan het kabinet van de minister van Pensioenen, de heer Bacquelaine. Ze overhandigden aan zijn vertegenwoordiger een petitie met meer dan 4.000 handtekeningen. Ze klaagden aan dat er zich sinds de zomer van 2019 heel wat problemen voordoen bij de nieuwe procedure, zoals de beperkte tijd om de afgifte van het controledocument op te volgen, stress om de woning nog te verlaten, de vele onterechte opschortingen van uitkeringen (mensen waren toch thuis of bevonden zich op Belgisch grondgebied). In de praktijk kunnen de begunstigden niet langer dan vier dagen afwezig zijn om tijdig te kunnen reageren wanneer ze een vraag om verblijfsbewijs in de brievenbus krijgen. Ze kunnen ook niet nagaan wanneer de postbode langs is geweest. Er is geen controle mogelijk bij dakloosheid of een referentieadres.

Uit de eerste resultaten blijkt dat 75 procent van de IGO-gerechtigden die werden aangeschreven niet naar het gemeentehuis moesten gaan.[1] Heel vaak gaat het om (alleenstaande) vrouwen die geen volledig pensioen hebben opgebouwd. Hebben zij dan geen recht op een waardig leven met voldoende inkomen, om zich vrij te kunnen verplaatsen naar waar en wanneer ze dat willen?

Een derde van de IGO-gerechtigde vrouwen is overigens ouder dan 80 jaar. Vallen zij onder die 25 procent die wel naar het gemeentehuis moet omdat ze niet tijdig aan de voordeur zijn geraakt? In ons dossier gender en sociale bescherming van personen met een handicap (2017) stelden we immers vast dat het aantal vrouwen met een handicap/beperkingen het aantal mannen in absolute cijfers overstijgt vanaf de leeftijd van 50 jaar en dit aanzienlijk tussen 80 en 90 jaar. Vrouwen zijn in die oudere leeftijdsgroepen dan ook absoluut in de meerderheid maar in verhouding tot mannen zijn er ook meer vrouwen die met beperkingen moeten leven.

De minister van Pensioenen heeft een evaluatie beloofd in 2020. Wij vragen alvast cijfers m/v én per leeftijdsgroep.

 

Note:

[1] https://sfpd.fgov.be/files/1773/20200128_persbericht_pensioendienst-reageert-op-artikels-en-cijfers-igo_site.pdf (FPD, persbericht 27/01/2020)

 

Magda De Meyer is voorzitter van de Vrouwenraad

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!