Foto: Jernej Furman, Flickr / CC BY 2.0 (More information about the rights of this work, see below article)
Open brief -

Voor een eerlijk en duurzaam plan voor transformatie

vrijdag 9 april 2021 15:41
Spread the love

 

“Macro-economisch gezien houden we goed stand”. Dat was de boodschap van de gouverneur van de Nationale Bank bij de publicatie van het jaarverslag van de NBB.

“We houden stand”. Konden we maar hetzelfde zeggen van een steeds belangrijker deel van de bevolking dat in de gevarenzone van de armoede dreigt te komen. Talrijke indicatoren waarschuwen ons voor een rampzalig neveneffect van de pandemie: groeiende sociale ongelijkheid. Die zou een niveau kunnen bereiken dat zelden is bereikt sinds de Tweede Wereldoorlog. Aan waarschuwingssignalen geen gebrek. Zeer zichtbare voorbeelden, zoals de aanzienlijke toename van het beroep op sociale bijstand of voedselbanken, wijzen erop dat achter de tot ongekende hoogten gestegen gemiddelde spaartegoeden van de huishoudens een steeds ongelijkere verdeling van de rijkdom schuilgaat. De voorwaarden voor een sociale crisis als gevolg van de gezondheids- en economische crisis zijn aanwezig.

In een dergelijke context kunnen we alleen maar blij zijn met de lancering door de regering van een “herstel- en veerkrachtplan” van 5,9 miljard euro met zeer ambitieuze accenten. 37 procent ervan moet naar de ecologische transitie gaan en 20 procent naar de digitale transformatie, volgens de regels van het “Next Generation”-plan van de Europese Unie. Vanuit het brede middenveld (corona-coalitie.be) verwelkomen we deze mobilisatie van aanzienlijke investeringsmiddelen, op strategische gebieden als onderwijs, huisvesting, mobiliteit, klimaat, hernieuwbare energie, kringloopeconomie of gezondheid in het licht van de crisis.

De samenwerkingsdynamiek die door de verschillende machtsniveaus in gang is gezet om aan het tijdschema en de eisen van de Europese Commissie te voldoen, biedt een mooie kans voor een Green New Deal, die investeringen, vermindering van de ongelijkheid en een verschuiving naar een koolstofvrije economie combineert. Achter de ambities van het plan en de vooruitgang waarop het hoop biedt, gaan echter andere, meer verontrustende realiteiten schuil die moeten worden aangepakt.

Financiering van de gezondheid

De versterking van de gezondheidszorg is een van de belangrijkste blinde vlekken van het plan. Het is moeilijk te begrijpen waarom, na één jaar pandemie, de aandacht voor de gezondheidsaspecten van de systeemcrisis waarin Covid-19 ons heeft gestort, zo afwezig lijkt te zijn. De regering kan terecht aanvoeren dat een deel van de inspanningen om de gezondheidssystemen weerbaar te maken, tot uiting komt in de begroting voor de gezondheidszorg. Maar in wezen kan de groeinorm van 2,5 procent slechts de chronische onderfinanciering van de afgelopen jaren – deels – compenseren.

De pandemie bracht ook de behoeften in verband met de vergrijzing en de ongelijkheden op gezondheidsgebied op de voorgrond. Die vereisen ook investeringen in menselijk kapitaal, via investering in intermediaire zorginfrastructuren en efficiënte niet-commerciële diensten voor de “vergetenen” van de crisis, de ouderen en de mensen in precaire posities. Het plan voorziet niet in deze behoeften.

Armoedebestrijding

Het herstelplan komt evenmin tegemoet aan de behoeftes in de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting. Laten we niet vergeten dat al vóór de crisis bijna 2 miljoen mensen in België leefden van een inkomen, vaak een uitkering, onder de armoedegrens. Deze inkomens, die in normale omstandigheden al ontoereikend zijn, staan onder zware druk van de huidige crisis. De gevolgen zijn groot en zullen zich ook op lange termijn doen voelen: mensen kunnen hun huur en rekeningen niet betalen; zij komen in een schuldenspiraal terecht en lopen het risico uit huis te worden gezet; gezondheidszorg wordt uitgesteld en veel mensen hebben geestelijke gezondheidsproblemen. Bovendien worden veel huishoudens die voor de crisis al nauwelijks konden rondkomen, nu geconfronteerd met ernstige problemen die hen in een vicieuze armoedecirkel dreigen te duwen.

Wat armoede en sociale ongelijkheid betreft, is het herstelplan echter vooral gericht op de bestrijding van de digitale kloof. Dit zal weinig bijdragen tot de aanpak van de grote sociale uitdagingen waarvoor wij staan. Steun voor mensen met een laag inkomen gedurende een voldoende lange periode, met inbegrip van degenen die niet in aanmerking komen voor de huidige maatregelen, en loonsverhogingen mogelijk maken, waaronder een aanzienlijke verhoging van het minimumloon ook een positief effect zal hebben op het herstel.

Het herstelplan moet van meet af aan rekening houden met de sociale dimensie, op gelijke voet met de economische en milieudoelstellingen. Dit houdt onder meer in dat toekomstige nieuwe banen terecht moeten komen bij mensen die in armoede leven. Investeringen in het openbaar vervoer kunnen deze banen voor hen ook toegankelijker maken.

Meer in het algemeen geldt dat investeringen in infrastructuur, zoals in het plan uiteengezet, op zich belangrijk zijn, maar dat voor de wederopbouw na de crisis niet alleen in stenen en mortel moet worden geïnvesteerd. Er zijn ook investeringen nodig om de sociale en gezondheidsschade door de huidige crisis te voorkomen en herstellen en om de sociale minima te verhogen.

Een rechtvaardige transitie

Op milieugebied moet de ambitie in de hoofdstukken klimaat en mobiliteit van het plan het mogelijk maken onze grote achterstand, in het aanpassen van onze infrastructuur aan de dwingende behoeften van de ecologische transitie, gedeeltelijk weg te werken. Er is echter een transversale visie nodig, waarin de economische, de sociale en de milieudimensie samengaan. De “alles naar digitaal”-logica bijvoorbeeld kan – als ze niet in goede banen wordt geleid – leiden tot meer vraag naar energie die zo de inspanningen op het gebied van energie-efficiëntie en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen teniet doen. Aangezien het plan grotendeels afhankelijk is van overheidsopdrachten, is het bovendien van belang dat de sociale en milieuclausules worden versterkt.

Het is ook van essentieel belang dat het hele plan gebaseerd is op een aanpak van een rechtvaardige transitie. Dit houdt niet alleen een energie- en industriebeleid in dat uiterlijk in 2050 tot klimaatneutraliteit leidt, maar ook opleiding en ondersteuning van werknemers en versterkte sociale bescherming.

Een plan voor transformatie

Meer dan een herstelplan, hebben we een plan voor wederopbouw en transformatie nodig. De wederopbouw na de Covid-pandemie is een kans om een ecologische en sociale transitie op gang te brengen die banen en fatsoenlijke inkomens oplevert en tegelijk de vervuilende uitstoot en de energiekosten terugdringt.

Een dergelijk perspectief is onverenigbaar met de terugkeer van besparingen. Terwijl de staatssecretaris voor Begroting aankondigt dat “we de komende tien jaar de broekriem zullen moeten aanhalen”, hangt het integendeel van voldoende overheidsinvesteringen af of de post-Covid wederopbouw zal slagen. De overheidsschuld stijgt in een ongekend tempo, maar de lage rente maakt ze goedkoper dan ooit, terwijl de investeringsbehoeften groter zijn dan de 5,9 miljard die door de EU wordt gefinancierd.

Wij roepen België dan ook op de nodige inspanningen op het gebied van overheidsinvesteringen en hervormingen voort te zetten, bovenop de 5,9 miljard, om tegen 2024 de 3,5 procent van het BBP aan investeringen (wat overeenstemt met 13 miljard) te bereiken, zoals voorzien in het akkoord van de federale regering. Daartoe moet België de openbare financieringsinstrumenten, zoals publieke ontwikkelingsbanken, versterken. Temeer omdat de overheidsinvesteringen via de toename van het BBP ook een positief effect zullen hebben op de overheidsschuldquota en op de toekomstige overheidsinkomsten – zeker als zij gepaard gaan met hervormingen voor een eerlijker belastingheffing en een reorganisatie van de FOD Financiën zodat deze belastingfraude en –ontduiking doeltreffend kan bestrijden.

België moet ook pleiten voor de herziening van de Europese begrotingsregels (opgeschort tot eind 2022), om de lidstaten meer speelruimte te geven en niet terug te vallen in de tekortkomingen van het verleden. Investeren in de sectoren van de toekomst, het garanderen van waardig werk en het versterken van de sociale bescherming zijn de sleutels tot een rechtvaardige en duurzame post-Covid wederopbouw.

 

Thierry Bodson (ABVV); Xavier Brenez (Onafhankelijke Ziekenfondsen); Paul Callewaert (Socialistische Mutualiteiten); Mario Coppens (ACLVB); Valérie Del Ré (Greenpeace); Els Hertogen (11.11.11); Els Lauriks (FairFin); Marc Leemans (ACV); Lien Vandamme (Klimaatcoalitie); Caroline Van der Hoeven (Belgisch Netwerk Armoedebestrijding); Luc Van Gorp (Christelijke Mutualiteit).

 

Foto: Jernej Furman, Flickr / CC BY 2.0

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!