2008: overal ter wereld kwamen hongerige mensen op straat (hier de Filipijnen)
Nieuws, Wereld, Economie, België, Verenigde Naties, Speculatie, Voedselcrisis, Olivier De Schutter, Recht op voedsel -

Voedselcrisis slaat dubbel zo hard toe dan in 2008

"Mensen lijden honger omdat ze arm zijn, niet omdat er te weinig voedsel is". De voedselcrisis volgens Olivier De Schutter. De Belgische hoogleraar stelt binnenkort zijn rapport aan de Verenigde Naties over het recht op voedsel voor. Woensdag gaf De Schutter al zijn visie tijdens een hoorzitting in het Belgische federaal parlement.

donderdag 24 februari 2011 14:45
Spread the love

Stoelen tekort voor het publiek in de Internationale Zaal van het parlement, verbaasde blikken van de parlementairen dat buitenstaanders de hoorzitting komen volgen.

Maar de ‘Coalitie tegen de Honger’ heeft volk opgetrommeld om te komen luisteren. De huidige voedselschok treft de arme bevolkingsgroepen in het Zuiden het hardst. Willen we solidair actie voeren, dan begrijpen we maar beter hoe die voedselschok is ontstaan.

Met Olivier De Schutter staat er een Belgisch expert in het middelpunt van de internationale discussie. De Schutter, jurist en prof in Louvain-La-Neuve, is sinds 2008 speciaal verslaggever van de Verenigde Naties voor het Recht op Voedsel. Op 8 maart stelt hij zijn eindrapport voor aan de Raad voor Mensenrechten van de VN in Genève.

Vraag, aanbod, speculatie

De huidige voedselcrisis komt dubbel zo hard aan dan die van 2007-2008. Dat is De Schutters diagnose. Hij steunt daarvoor op de voedselprijzen. Eén voorbeeld maar. Maïs kost nu 290 dollar per ton, vorig jaar in juli was dat nog 160 dollar.

Maar hoe is die schok dan te verklaren? Vraag en aanbod spelen mee, “maar de speculatie versnelt en versterkt de effecten van de spanning tussen vraag en aanbod”, aldus De Schutter.

Het aanbod van voedsel wordt o.a. door slechte oogsten verstoord. Momenteel zijn er weer overstromingen in zuidelijk Afrika. Intussen blijft de vraag toenemen. De vraag neemt ook toe door kunstmatige factoren, die niet samenhangen met het feit dat mensen moeten eten.

De enorme expansie van de agro-brandstoffen is zo’n kunstmatige factor. Volgens De Schutter wordt bijna 40% van de maïsproductie in de VS nu afgeleid naar het maken van brandstof.

Een tweede factor is de verandering van het mondiale voedingspatroon. Meer mensen klimmen op naar de middenklasse en kunnen zich meer vlees permitteren. Dat zet druk op de vraag en – omdat het aanbod te krap is -, op de prijzen.

Maar de impact van deze fundamentele oorzaken zou niet zo heftig zijn als er geen speculatie was. Daarenboven is de speculatie fel toegenomen omdat ook de sector van de grondstoffen in hoog tempo onder controle komt van financiers.

Institutionele investeerders beleggen massa’s geld in financiële producten die van grondstoffen zijn afgeleid, de zogenaamde derivaten. Ze willen geen grondstoffen fysiek aankopen, ze kopen en verkopen enkel derivaten omdat ze in korte tijd winst willen maken.

De Schutter maakt wel een onderscheid tussen verschillende soorten speculatie. Er zijn ook bedrijven die derivaten van grondstoffen kopen om zich in te dekken tegen prijsrisico’s. Voor luchtvaartmaatschappijen bij voorbeeld is dat courante prik.

Daarnaast zijn er speculanten die effectief hele stocks van grondstoffen opkopen om de prijzen te doen stijgen en zo hun stocks met winst te verkopen. Vorig jaar heeft het hedge fund Armajaro dat nog met een enorme partij cacao gedaan.

Maar de schadelijkste speculanten zijn volgens De Schutter de institutionele beleggers die enkel grof gewin op korte termijn voor ogen hebben. De invloed van hun transacties op de fysieke markten is volgens hem bijzonder groot.

Hongerbudget

De explosie van de voedselprijzen heeft volgens de Schutter catastrofale gevolgen voor het gros van de bevolking in de Derde Wereld. Deze mensen hebben al weinig inkomsten maar ze besteden wel 70 à 80 procent van hun huishoudbudget aan voedsel. Zij kunnen de voedselschokken niet opvangen.

De voedselcrisis speelt dan ook mee in de revoltes die nu in Noord-Afrika en het Midden-Oosten aan de gang zijn.

Naast vraag, aanbod en speculatie ziet Olivier De Schutter nog minstens vier onderliggende structurele factoren die de voedselcrisis in de hand werken.

Factor 1 is de klimaatverandering die maakt dat de gemiddelde temperatuur van de aarde stijgt en het weer veel wispelturiger wordt.

Factor 2 is het feit dat onze landbouw, maar ook de landbouw in de Derde Wereld, steeds meer afhankelijk wordt van fossiele brandstof, die ook aan prijsschokken onderhevig is.

Factor 3 is het feit dat er niet wordt ingegrepen om de toenemende consumptie van voedsel (o.a. voor agrobrandstoffen en de veranderende voedselpatronen) onder controle te krijgen.

Factor 4 zijn de grote onevenwichten in de voedselketen, waar zeer grote bedrijven de prijzen bepalen terwijl de kleine boeren steeds minder verdienen en de consumenten steeds meer betalen.

Wat moet er dan gebeuren ?

Op korte termijn moet er volgens Olivier De Schutter een moratorium worden ingesteld op de agrobrandstoffen. Daarnaast moet de speculatie snel worden aangepakt, onder andere door limieten te zetten op het aantal grondstoffen-derivaten dat institutionele beleggers mogen verhandelen. Dat zou hun invloed op de fysieke markten sterk kunnen verminderen.

Op de middellange termijn zijn er volgens De Schutter drie prioriteiten. Om te beginnen moet er opnieuw geïnvesteerd worden in de landbouw, zodat landen zichzelf kunnen voeden.

Maar, geen investeringen in eender welke landbouw, wel in de landbouw van de kleinste producenten en in landbouw die bestand is tegen de klimaatschokken of die de verandering van het klimaat tegengaat.

Er zouden ook weer veel meer publieke goederen (zoals infrastructuur) ter beschikking gesteld moeten worden van de kleine boeren.

Een tweede prioriteit is dat er weer mechanismen moeten komen om prijzen te stabiliseren, bij voorbeeld door voorraden aan te leggen, ook in regionaal verband, dus met meerdere landen tesamen.

En ten derde, zegt De Schutter, moeten de boeren weer beter worden georganiseerd. Als dat gebeurt, zullen ze een groter deel van de opbrengsten uit de landbouw kunnen opeisen en zullen ze opnieuw een fundamentele speler worden voor het bepalen van het landbouwbeleid.

Raf Custers, journalist en researcher bij GRESEA.be

take down
the paywall
steun ons nu!