school

Vluchtelingenkinderen in Oeganda krijgen afstandsonderwijs via de radio

Vluchtelingenkinderen in Oeganda krijgen tijdens de coronacrisis les vanop afstand. Dat concept mag wereldwijd navolging krijgen, vinden de betrokken hulporganisaties.

dinsdag 22 december 2020 17:26
Spread the love

Scholen in Oeganda gingen afgelopen maand voor het eerst sinds de verplichte sluiting vanaf half maart weer open. Dat besliste Oegandees president Yoweri Museveni. Ondanks dat besluit kan de dertienjarige Wita Kasanganjo niet terug naar school. Het enige wat mogelijk is voor haar, is afstandsonderwijs.

Met 150 in de klas

Kasanganjo is een leerling van de basisschool Maratutu. Haar school ligt in een vluchtelingenkamp, Kyangwali, in het Oegandese district Hoima. Samen met haar moeder is Kasanganjo gevlucht voor een gewapend conflict in provincie Ituri in de Democratische Republiek Congo, een buurland van Oeganda. Sinds 2015 is ze een vluchteling in dit land. “Zo lang niet naar school gaan is niet leuk”, getuigt het meisje. “Ik mis mijn vriendinnen en de lerares.”

Bijna 15 miljoen kinderen, inclusief kinderen in vluchtelingenkampen, zaten tijdens de lockdown en de daaropvolgende schoolsluitingen noodgedwongen thuis. Enkel laatstejaarsstudenten, die examens voor de boeg hebben, krijgen sinds vorige maand toestemming om terug te keren naar school. Naar schatting gaat het om 1,2 miljoen jongeren. Dat wil zeggen dat meer dan 13 miljoen kinderen nog thuiszitten, soms zonder leermaterialen. Tot de meest kwetsbaren onder deze kinderen behoren vluchtelingenkinderen zoals Kasanganjo.

Volgens hulporganisatie Save the Children telt Oeganda het hoogste aantal vluchtelingen op het gehele Afrikaanse continent. Na hun vlucht gaan kinderen soms jarenlang niet naar school. Bovendien is de kwaliteit van het onderwijs in vluchtelingenkampen enorm aangetast. Dat blijkt uit informatie van Save the Children Oeganda. Zo zitten er gemiddeld meer dan 150 kinderen in één klas. Soms gaat het zelfs om 250 kinderen of meer.

Onderwijsplan voor vluchtelingenkinderen

Kasanganjo mag zichzelf nog gelukkig prijzen. Dankzij het Education Response Plan for Refugees and Host Communities (ERP) kreeg zij wel een plaatsje op een basisschool in Oeganda.

Het onderwijsplan is uniek in de wereld en werd twee jaar geleden gelanceerd door de Oegandese regering. Dit gebeurde in samenwerking met lokale en internationale humanitaire en ontwikkelingspartners. Het plan richt zich op kinderen en jongeren in twaalf verschillende districten van Oeganda. In die regio’s kunnen meer dan een half miljoen vluchtelingenkinderen niet naar school, zo blijkt uit cijfers van de VN-Vluchtelingenorganisatie (Unhcr).

De drijvende kracht achter het plan is de organisatie Education Cannot Wait (ECW), het eerste wereldwijde fonds dat zich richt op onderwijs in noodsituaties. ECW heeft drieënhalf jaar gewerkt aan de ontwikkeling en de uitvoering van het plan, goed voor een voorlopig kostenplaatje van 33 miljoen dollar. Die kosten zullen verder oplopen tot 389 miljoen dollar, verwacht het fonds. Om dat te dekken, wil ECW dringend beroep doen op bestaande en nieuwe donoren om bij te springen. Tot nu toe haalde het fonds slechts 93 miljoen dollar extra op.

Afstandsleren blijft mogelijk

Via ERP-partners in het vluchtelingenkamp Kyangwali heeft Kasanganjo leermaterialen ontvangen. Zo kan ze van thuis uit verder les volgen, terwijl andere vluchtelingenkinderen dat tijdens de lockdown niet kunnen. Meteen aan het begin van de coronacrisis heeft ECW extra fondsen aangeboden om dit soort afstandsonderwijs te faciliteren. Met hun steun hoopt de organisatie ook een veilige leeromgeving te creëren en kinderen bewust te maken van de gevaren van het virus.

“In tijden van crisis is het cruciaal om te blijven lesgeven”, zegt Yasmine Sherif, directeur van ECW, daarover. “Onderwijs beschermt kwetsbare meisjes en jongens die een hoog risico lopen permanent uit te vallen als de lessen lang onderbroken worden. Als dat gebeurt, lopen meisjes een hoger risico op kindhuwelijken en ongewenste zwangerschappen op jonge leeftijd.”

“Tijdens de coronacrisis blijkt een snelle interventie essentieel om vluchtelingenkinderen en andere kwetsbare jongeren te behoeden voor een onzekere toekomst”, gaat Sherif verder. “Zo laten we de vooruitgang die ECW geboekt heeft door investeringen in meerjarig kwaliteitsonderwijs niet verloren gaan.”

Onderwijzers bellen via de radio

De noodfondsen voor onderwijspartners in Oeganda die ECW voorziet, bedragen 1 miljoen dollar. Dat bedrag bestaat uit 475.000 dollar voor Unhcr en 525.000 dollar voor Save the Children en burgerorganisaties zoals War Child Holland en ZOA Oeganda. Die laatste organisaties vormen samen met nog andere burgerbewegingen een consortium. Samen hebben de betrokken organisaties maar liefst 38.000 onderwijskits rondgedeeld.

“Ik heb al het lesmateriaal gelezen en alle vragen beantwoord”, vertelt Kasanganjo over de haar onderwijskit. “Soms weet ik de antwoorden niet, maar dan mag ik van mama naar vriendinnen om de oplossing samen te vinden. Zo leer ik bij.”

Het consortium heeft daarnaast meer dan negenhonderd radio’s op zonnepanelen verdeeld. Op die manier kunnen vluchtelingenkinderen uit de armste huishoudens lessen beluisteren via de radio.

Dat soort radiolessen zijn effectiever dan het verspreiden van leermateriaal dat studenten op eigen initiatief moeten lezen. Tenminste, dat vindt Geatano Apamaku. Hij is radiomanager bij Radio Pacis in de Oegandese regio Westnijl, dat met 750.000 de hoogste concentratie aan vluchtelingen van het land telt. “Kinderen bellen met vragen voor hun onderwijzers”, vertelt Apamaku. “Hun ouders zijn vaak analfabeet en kunnen hun kinderen niet helpen met de lessen. Op deze manier, via vragen op de radio, lukt het de leerlingen dus wel om hulp te zoeken.”

Test voor de internationale gemeenschap

Veel kinderen zouden na hun vlucht helemaal geen onderwijs gekregen hebben mochten deze onderwijsprogramma’s niet bestaan. Dat zegt Dugale Severy, een docent en vluchteling uit Zuid-Soedan. Hij geeft les in het vluchtelingenkamp Nyumanzi in het district Adjumani in Oeganda.

“Ondanks de lockdown krijgen vluchtelingenkinderen uit Zuid-Soedan nog steeds goed onderwijs,” vindt hij, “omdat je nu eenmaal niet kunt leren als je op de achtergrond geweerschoten hoort. Net zoals je niet optimaal kunt lesgeven als je bommen hoort ontploffen in de omgeving. Ik hoop dat deze manier van lesgeven alle vluchtelingenkinderen wereldwijd kan bereiken.”

Zonder financiering van ECW hadden kinderen in vluchtelingenkampen hun lessen niet kunnen voortzetten. “Dat zou een ramp geweest zijn”, geeft Cleophus Mugenyi toe. Mugenyi is nationaal commissaris voor Basis- en Primair Onderwijs in Oeganda. “Onderwijs is een basisrecht voor iedereen. Het is voor iedereen belangrijk zoveel mogelijk uit het leven te halen. De kinderen in vluchtelingenkampen verdienen het om les te krijgen.”

Het aantal vluchtelingenkinderen dat naar school kan, steeg tussen 2017 en 2019 van 53 procent naar 75 procent van alle kinderen. Dat was mogelijk dankzij de steun van ECW aan het ERP. Ondanks de vooruitgang blijft er meer nodig om kwetsbare vluchtelingen te ondersteunen. Volgens onderwijscommissaris Mugenyi zijn nog meer middelen nodig om dit afstandsonderwijs te doen slagen. Save the Children noemt het beleid in Oeganda naar vluchtelingen een voorbeeld voor andere landen en ziet de huidige situatie als een test voor de internationale gemeenschap. “Nu moeten ze hun woorden omzetten naar daden en de verantwoordelijkheid voor de vluchtelingcrisis eerlijk verdelen”, klinkt het op hun website.

Meisjes zoals Kasanganjo leren intussen vlijtig verder van thuis uit. Gladys Nayema is een van hen. “Sommige klasgenoten waren blij dat de school werd gesloten, alsof ze met vakantie mochten”, vertelt ze. “Zo zag ik het niet. Dankzij de lesmaterialen van Save the Children en de overheid kon ik verder leren. Dat vond ik heel nuttig. Ik hoop dat andere jongens en meisjes hetzelfde doen.”

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!