De gevolgen van sojateelt zijn duidelijk zichtbaar in het Amazonegebied (foto: Flickr)

 

Reportage, Nieuws, Economie, Maïs, Biodiversiteit, CPT, Rondônia, Soja, Agroforestry -

Vleesetende planeet legt boeren in Rondônia dictaat van de soja op

"Het moment is gekomen om me nog eens te confronteren met de trieste sojarealiteit en de exportstrategie", schrijft Luc Vankrunkelsven eind april in zijn dagboek vanuit het Braziliaanse Vilhena in de westelijke deelstaat Rondônia.

dinsdag 18 mei 2010 18:40
Spread the love

“Ik trek een dag rond met João Damásio van CPT (*) in de ‘Cone Sul’ van Rondônia, daar waar recent de soja begint op te rukken. We rijden door wijken waar tot voor kort nog leven in overvloed was. Door de opkomst van de soja staan heel wat boerderijtjes leeg, omgeven door de wonderboon.”

Het gemeenschapsleven sterft uit in Rondônia, terwijl het gif wordt rond gespoten. Terwijl in grote silo’s de ‘grãos’ drogen en 20-tonners staan te wachten om hun vracht op te slaan, vertrekken andere gevaartes om de wegen in de richting van Porto Velho kapot te rijden.

Verkrachting van Moeder Aarde. Verkrachting van het kind in ons midden

Helemaal aan de grens met Bolivia ligt Pimental. De estrada is een geliefkoosde route voor trafikanten van drugs en andere louche zaken. In het gat dat de federale overheid hier laat, is zelfs de overheid van Rondônia gesprongen. Ze zit mee verstrengeld in de maffia.

In de gemeente Pimental is de werkloosheid dan ook bijzonder hoog en tiert de prostitutie welig. Terwijl de katholieke kerk wereldwijd in crisis is vanwege pedofilieschandalen van priesters, is het hier nog ander bier: bijna alle meisjes vanaf een leeftijd van 12 à 13 jaar lopen zwanger rond. Ik verneem dat de bisschop van Brugge juist is afgetreden wegens seksueel misbruik.

Enerzijds is het goed dat de verborgen, perverse kanten van de kerk worden geopenbaard en bestraft. Anderzijds vind ik het wat hypocriet wat nu in de media gebeurt. Vanuit mijn 22-jarige contacten met mensen-met-incestervaring weet ik dat het meeste misbruik binnen de ‘veilige omwalling van het gezin’ plaatsvindt. Incest dus, of we nu in Brazilië zitten of in Europa. Daar heeft de minderheid van de priesters die zich aan kinderen vergrijpt, niet veel mee te maken. Wél vaders, moeders, broers, nonkels, grootvaders of andere personen waar een kind naar opkijkt.

Een strategie van de overheid?

“Wat is hier gebeurd”, vraag ik João Damásio. João: “In de jaren zestig en zeventig was voerde de toenmalige militaire dictatuur een felle propaganda om mensen in de richting van het Amazonewoud te doen trekken. De slogan luidde: ‘Mensen zonder grond, grond zonder mensen’, alsof in het woud geen inheemse volkeren en quilombos (nvdr: afstammelingen van ontsnapte zwarte slaven) zouden leven.”

“Vooral mensen van uit de zuidoostelijke deelstaten Paraná, Minas Gerais en Espirito Santo gingen op deze lokroep in. Ze werden gestimuleerd en zelfs verplicht om zoveel mogelijk gronden te ontbossen en ze deden wat ze van in hun thuisland kenden: koffie planten, gecombineerd met wat voedsellandbouw voor de lokale gemeenschap. Sinds de jaren tachtig kwam de periode van de overproductie en zakten de prijzen in elkaar.”

Ik mijmer verder: “Ja, overproductie in het koffieland Brazilië en op de internationale markt kwam er een nieuwe speler: Vietnam. Frankrijk en de Wereldbank stimuleerden dit land om vanaf de jaren tachtig massaal koffie aan te planten. Op korte tijd werd het de tweede koffieproducent ter wereld. Met de gekende gevolgen.”

João: “Het is een beetje te vergelijken met wat hier eind 19de, begin 20ste eeuw al eens gebeurde. Het Amazonegebied werd een trekpleister voor de gegeerde rubber en zijn boom, de seringueira. De Britten namen illegaal zaden van de boom mee, plantten die in Maleisië, Congo en Liberia. Na een tijd stortte de rubbermarkt in, want de plantages elders leverden goedkoper en meer rubber dan de natuurlijke rubberbomen in het Braziliaanse regenwoud.”

“Komt er nog bij dat tijdens de Eerste Wereldoorlog de Duitsers niet over rubbertoevoer beschikten. Ze vonden synthetische rubber uit, op basis van petroleum. Vooral na de Tweede Wereldoorlog zal deze rubbervariant de overhand halen ten koste van natuurlijke rubber.”

João: “Omdat Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog de Aziatische plantages bezette, ontstond er in het Amazonegebied een tweede rubberkoorts. De Amerikanen legden aan de Amazonerivier nog een hele infrastructuur aan om rubber naar de Verenigde Staten te verschepen. Na de oorlog werd alles halsoverkop in de steek gelaten.”

Zo gaat dat

João: “Tijdens de crisis van de jaren tachtig werden de mensen gestimuleerd om zich op rundvee en melkvee te storten. Dat fenomeen en de fenomenale stijging van de productie ken je. En nu rijden we hier in Zuid-Rondônia rond, waar de soja begint op te rukken.”

Een recente studie in Curitiba (in de zuidoostelijke staat Paraná) maakt duidelijk hoeveel belasting op een product betaald wordt. Het is niet toevallig, denk ik, dat er bij aankoop van rundvlees maar 17,50 procent en van melk 12,50 procent belasting wordt betaald. De belasting op rundvlees is niet veel hoger dan die op rijst (15,30 procent), wat toch écht wel een basisproduct is. Vergelijk even met licht (47,10 procent) en bier (54,8 procent). Dat even terzijde, een waarneming  met de ogen van een Belg voor wie rundvlees bij aankoop bijzonder duur is.

Zijn degenen die nu op soja overschakelen allemaal fazendeiros of hoe gaat dat in zijn werk?

João: “Zowel fazendeiros (nvdr: grootgrondbezitters die met landarbeiders werken) als kleinere boeren beginnen soja te zetten. Onze angst is dat de kleinen de mentaliteit van de groten beginnen over te nemen en dat ze niet meer gaan inzetten op de basisvoedingsproducten feijão (bonen), rijst, maniok, groenten, fruit. Als op den duur ons land wordt vol gezet met soja, maïs en suikerriet voor de export, zal er een tekort ontstaan in de voedsellandbouw en zullen de prijzen van voedingsproducten serieus stijgen.”

Hoe verloopt het hier?

João: “Niet alle fazendeiros hebben veel grond. Ze huren grond van de agricultura familiar. Deze kleine producenten verhuren hun grond gedeeltelijk of helemaal om er jaarlijks soja en maïs te laten opzetten. Ze behouden voorlopig hun lote (nvdr: stuk grond), ze verhuren het, maar velen trekken naar de stad, zoeken daar ander werk en hebben niet meer de moed of de zin om naar de roça (akker) terug te keren. Hun huisjes staan zielig leeg tussen de soja. Dit proces voltrekt zich de laatste jaren in deze streek, maar vind je ook in vele regio’s van Brazilië terug.”

Wég dat bos!

We rijden door het land. De meeste soja is juist geoogst en maïs werd al ingezaaid. Vrachtwagens staan in rijen aan de recent gebouwde droogsilo’s. Nadien rijden ze naar Porto Velho, waar de soja in grote bakken op de Rio Madeira tot aan de Amazonerivier wordt geduwd. Van daaruit gaat het goedje met oceaanreuzen richting Europa, Japan en China. De meeste soja van Mato Grosso verdwijnt op dezelfde manier richting oceaan.
 
We zien met eigen ogen de strategie om sojagrond uit te breiden. Branden en met vliegtuigen sproeistoffen verspreiden mag in deze streek niet meer, maar beide praktijken blijven illegaal doorgaan. Onmiddellijk rooien zou te zeer opvallen voor de waarnemingssatellieten. Daarom wordt eerst het beste hout uit het bos gehaald om dan met een vliegtuigje Roundup over de binnen te halen bossen en grond uit te strooien.

Op een ‘onverklaarbare wijze’ verdrogen de bossen. Nadien worden ze ‘stoemelings’ in brand gestoken. Bij voorkeur ’s nachts, omdat dan de satellieten de ontbossing niet detecteren. Gaandeweg wordt dan het land ingelijfd en vol soja en maïs gezet.
 
In de staat Mato Grosso verneem ik van een piloot dat ze agent orange (nvdr: een chemisch ontbladeringsmiddel) gebruiken, zoals in Vietnam. De commerciële naam is er nu Tordon. Verder nog Gramoxone, Gramoxil en Randap (Roundup). De piloot deed het zelf, op gevaar van in de gevangenis te vliegen, maar hij verdiende er natuurlijk bijzonder goed aan.

Onze jarenlange onderhandelingen in Europa met de veevoedersector om de sojahandel wat meer ‘verantwoord’ te maken, schieten me door het hoofd. De agroindustrie en de Boerenbond hebben zich nu op de internationale ‘Round Table on Responsable Soy’ (rondetafel over verantwoorde soja) gestort: om de eigen industriële belangen toch vooral maar niet te schaden.

Welkom is het dan om aan de internationale machinerie een sociaal-groen tintje te geven. Binnenkort komen er criteria die zullen gelden om soja ‘maatschappelijk verantwoord’ te noemen.

De soja zal niet meer mogen komen uit recent ontboste gebieden, maar wie gaat ooit deze sluipende ontbossing controleren of in rekening brengen? Niemand. Houden we dan met onze labels geen onverantwoorde, dikwijls criminele situatie in stand door ze ‘maatschappelijk verantwoord’, laat staan ‘duurzaam’ te noemen?

Complicado… Legal!

We bezoeken Aparicido Santana en Denize Monteiro. Zij hebben nog vier alceres ‘urucum’ in productie en verhuren 19 alceres voor het schema soja-maïs. Ze hebben hierdoor een goed inkomen, maar ze merken wel dat door het gif dat de huurder op de soja spuit, hun fruitbomen geen goede vruchten meer geven. Het is bijna gedaan met papaya, acerola en pocan. 

Denize: “Als we deze veranderingen waarnemen bij de planten, wat moet dat dan betekenen voor de mensen die dat gif zonder enige bescherming spuiten?” Ik merk even op: “En voor jullie die er constant tussen leven?” Ze knikken instemmend.

“Complicado”, zucht Aparicido

We bezoeken nadien het unieke bedrijf van Dionísio Martins de Oliveira. Ook hij deed eerst mee aan de ontbossing. Maar na vorming bij de CPT (nvdr: de Comissão Pastoral da Terra), eigen waarneming van de natuur en studeren, ontdekte hij dat we met agroforestry-systemen en met polycultuur veel meer kunnen bereiken dan met de afhankelijkheid van één of twee producten.

Het is een feest om in Dionísio’s ‘eetbos’ rond te lopen. Te veel om op te sommen wat een diversiteit hij om zich heen heeft weten te verzamelen. Voor het eerst zie ik in Brazilië onder meer koffiestruiken onder bomen staan. Zoals in Midden-Amerika. Hij doet heel wat waarnemingen. Zo beweert hij dat op de stukken waar nooit vuur gemaakt werd, de biodiversiteit heel wat hoger is dan op de afgebrande stukken grond.

Mooi op een rijtje liggen hier drie verschillende landbouwmodellen: de buur links heeft koffie in monocultuur en in de verzengende zon, zoals Brazilianen dat al van de 19de eeuw doen. Zijn buur rechts heeft het gezien in soja met het nodige gif. Middenin ligt het paradijsje van Dionísio waar in de lommer geteeld wordt en waar veelvormigheid van leven troef is.

Het is alleszins een bewijs dat er op amper 15 jaar tijd een herstel aan biodiversiteit kan intreden. Als we de zaak maar verstandig en vooral met wijsheid aanpakken. Ik leen hem even de DVD over de recente opmars van agroforestry-initiatieven in Europa.

Hij is in zijn nopjes, al weet hij dat de Europeanen op het vlak van agroforestry bij Brazilianen, Indonesiërs en andere volkeren in de leer moeten gaan. De hoofdstroom in die landen is natuurlijk die van het grote geld. Geld dat vlug veel moet opbrengen, wat bomen niet gegeven is. Op iets langere termijn brengt het echter een veelvoud op van wat monocultuur soja in het laadje kan brengen. Legaal.

Zijn hier dan gezinnen verdreven?

’s Namiddags moet ik even spreken voor de plaatselijke katholieke gemeenschap of voor wat er van overblijft. Deze keer ligt het niet meteen aan de concurrerende evangelische kerken, maar aan de pletwals van soja en maïs. Waar 10 jaar geleden voor zo’n bijeenkomst 500 mensen zouden opdagen, vallen er nu amper 40 zielen te tellen.

Na mijn inleiding vraagt een man: “Is hier eigenlijk wel iemand verdreven? Zijn ze niet allemaal uit vrije wil naar de stad gegaan?” Inderdaad, met de tv-god die dagelijks met zijn telenovelas het stadsleven idealiseert, is het moeilijk om enthousiast op het platteland te blijven wonen en werken. Velen trekken nadien zelfs verder naar ‘uitstalraam Amerika’ of ‘supermarkt Europa’. Dààr is iedereen rijk. Zo laten de tv-stations het althans overkomen.

Blijkt achteraf dat de man een van de aanwezige sojaboeren is. Het is dan ook een typische vraag, die de agronegócio altijd wat ‘onschuldig’ stelt: “Hoe? Verdreven?! Ze zijn toch uit vrije wil weggegaan!”

Vrije wil, ja, als je grond wordt platgespoten! Als de ‘pensée unique’ de streek begint te teisteren. Als de ‘modernisering’ en de exportbelangen van de god agronegócio het land naar zijn beeld en gelijkenis omturnen.

Kerktoren in de opgespoten haven

De kerkgemeenschap wordt hier drastisch uitgedund door de lokroep van de stad. Door het dictaat van de soja ten behoeve van de vleesetende planeet en zijn dieselmotoren.

Ik moet willekeurig terugdenken aan wat zich in de jaren zestig van de twintigste eeuw elders in de wereld voltrok. Aan de andere kant van de oceaan, met de uitbreiding van de haven van Antwerpen. Dààr waar de containers aankomen en de bulk van, euh, laat ons een voorbeeld geven: soja.

De goede poldergrond werd ondergespoten. Hele dorpen verdwenen. Alleen een beschermde kerktoren mocht tussen de containers blijven staan. Als een herinnering uit ver vervlogen tijden. Is dat het beeld van de moderniteit dat ons gegeven is? Ons toekomstvisioen?

“Als het visioen ontbreekt, verwildert het volk”, zegt het bijbelboek Deuteronomium. Zitten we nu met een modernisering opgescheept of met een verwildering?

Luc Vankrunkelsven, Vilhena, Rondônia, 24 april 2010

Luc Vankrunkelsven is medewerker bij Wervel vzw. Hij schreef al verschillende boeken over duurzame landbouw en soja in Brazilië.


(*) Comissão Pastoral da Terra – commissie voor landpastoraal, een progressieve organisatie binnen de rooms-katholieke kerk van Brazilië die het opneemt voor de rechten van de boeren en de plattelandsbevolking, vooral in het Amazonegebied, opgericht in juni 1975 door de Braziliaanse bisschoppenconferentie.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!