De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Visionaire politiek!

Visionaire politiek!

dinsdag 26 maart 2013 10:50
Spread the love

Mijn exuberante vriend en strijdmakker Stephan Galon, die midden in het centrum hoog boven Brussel woont met een prachtig uitzicht op de stad, zegt op een bepaald moment, als we elkaar na lange tijd terugzien tijdens een ontbijt, plots, out of the blue: ‘We staan aan de vooravond van iets helemaal nieuws.’ … Ik kijk hem aan, schiet in de lach, loop naar het raam en doe alsof ik het openruk, en ik schreeuw met grote gebaren: ‘Stop, Stad! Luister! WE STAAN AAN DE VOORAVOND VAN IETS HELEMAAL NIEUWS!’ 

Nagrinnikend loop ik terug naar de tafel en schrijf de zin op in mijn werkschrift, want die wil ik bijhouden. Stephan geniet weliswaar van mijn theater, maar gaat onverstoorbaar door. ‘Voor we een paradigmawissel kunnen doorvoeren op wereldschaal, moeten we eerst zelf het roer radicaal omgooien. De sleutelwoorden voor deze paradigmawissel zijn volgens mij empathie en mimetisme.’ En hij verwijst naar Girard en naar Levinas. Ik ben onder de indruk. Hij legt het moeiteloos uit: ‘Empathie is het binnenlaten, het onbewuste meegaan en opgaan in de ander en het andere. Het openstaan voor het gelaat van de ander. We leren ons daar voor af te sluiten. We moeten de mens weer centraal stellen, niet het systeem’. 

‘We zitten in een doemtendens,’ doceert hij verder, ‘wie zich engageert, maakt zich onsterfelijk belachelijk. In de jaren ‘80 en ‘90 was het de tijd van de structurele politiek. Wij zijn de generatie van de structurele politiek, maar niemand wist wat de structuur was. De derde-wereldbeweging wilde een anti-entiteit maken – denk aan de NGO’s – maar het was geen oplossing, want ze zijn zelf deel geworden van de structuur, van het systeem.

Dus, in plaats van te reageren op de structuur, moeten we de dingen omdraaien. We moeten vertrekken vanuit onszelf en zo een nieuwe beweging denken’. Ik kan er nauwelijks iets tussenkrijgen. Meer dan noteren hoef ik niet te doen. ‘Ja, een nieuwe beweging moeten we maken, want wie niet inziet dat we op het grootste kruispunt staan sinds 1945 is stekeblind. Door in structuren te denken, denken we statisch, niet dynamisch. Al 25 jaar hoor ik de beeldspraak “dat is een druppel op een hete plaat,” waarmee elke kleinschalige actie belachelijk wordt gemaakt.” Ik antwoord daarop met een andere beeldspraak: “Het is als een lucifer in een droog bos,” maar die beeldspraak is even belachelijk’.

‘Vandaar de nieuwe techniek van de cross-over. We moeten identiteiten mimeren. Allerlei soorten stadsmuziek en stadsritmes, zoals rap, combineren. Een gemeenschappelijk denken tot stand brengen. We moeten bezig zijn met identiteiten, maar we moeten identiteiten leren zien als een combinatie van vele rollen’. En hij neemt heel didactisch mijzelf als voorbeeld: ‘Hoe meer een rol bijdraagt tot de zin van je leven – bijvoorbeeld echtgenoot zijn, professor, dichter, essayist, activist, whatever –  hoe meer zij ook bijdraagt tot je identiteit.

En hoe hoger de rol ook ingeschat wordt. Dat moeten we ook leren over te dragen op collectieve identiteit.’ Ik volg niet helemaal, maar ik wil zijn gedachtestroom niet onderbreken. Hij haalt er ook Mitterand bij: ‘“Le nationalisme, c’est la guerre”. Er zijn positieve en negatieve identiteiten. Nationalisme speelt op een negatieve identiteit. Nationalisme leidt inderdaad tot oorlog’. En hier insisteert hij: ‘De grootste uitdagingen van deze tijd zijn identitaire processen. Het onderscheid tussen de in-group en de out-group, tussen ‘wij’ en ‘zij’ is een fundamenteel antropologisch proces dat in deze tijden van globalisering terug op de voorgrond treedt en dreigt in ons eigen gezicht te ontploffen’. 

Hij heeft hard gewerkt daar in zijn hoofd tijdens de tijd dat we elkaar niet gezien hebben, denk ik bij mezelf. Maar alsof hij mij gehoord heeft, keert hij terug naar zijn oude idool. Ik had het kunnen denken, daar komt Sartre, zijn eeuwige Sartre. Streng zegt hij: ‘Sartre! De filosofie van de verantwoordelijkheid. Laat ons op de allerkleinste schaal beginnen: het fenomeen van het pesten. Tachtig procent zijn meelopers, ook dit meeloopgedrag berust op mimetisme.’ En dan weer stelt hij heel nadrukkelijk: ‘Pestgedrag is niet de uitzondering, maar de regel.’ ‘Helaas,’ beaam ik.

Mijn notities zijn hier ontoereikend om min of meer letterlijk te reconstrueren wat hij zei. Het was ook een woordenstroom. Ik zei het hem: ‘Het is precies alsof je in je geest een hele lezing hebt voorbereid.’ Maar wat hij bedoelde kwam ongeveer hier op neer: als je mensen positieve modellen geeft, kan je diezelfde meelopers voor een positieve identiteit of voor een positieve zaak winnen. Hetzelfde mechanisme dat het pestgedrag aanstuurt, kan als het ware worden omgekeerd en dus voor een paradigmawissel zorgen. Op het moment dat ik het woord zwermintelligentie in het midden gooi, een begrip dat ik gebruikt heb in mijn teksten over de Arabische lente, zegt hij het woord kuddegedrag. Hij beaamt: ‘Het gaat altijd om die grote groep in het midden. Ik denk dat mimetisme hier redding kan brengen’. 

En dan herneemt hij de draad van zijn betoog: ‘De derde term van de paradigmawissel, naast empathie en mimetisme, is machteloosheid. Mensen doen de domste dingen in hun leven uit machteloosheid.’ En hij zegt voor zich uit: ‘The broken mirror.’ De spiegel die men ons voorhoudt is niet juist. Wij zijn niet alleen maar egoïstisch. Wij zijn niet alleen maar hebzuchtig. Wij zijn niet laf. Wij zijn solidair. Dat zit in onze genen. Juist door het feit dat we kuddedieren zijn, berust ons gedrag op empathie en mimetisme. Op inleving in anderen.’ 

Ik beaam en verwijs naar de primatoloog Frans Van der Waal, die in zijn boek philosophers and primates aantoont dat de hele theorie dat alle sociaal gedrag maar een dun laagje vernis is en dat de mens wezenlijk een wolf is voor de medemens, gewoonweg fout is. Mensapen zijn sociale wezens… Zo geeft hij het voorbeeld van gorilla’s die niet kunnen zwemmen maar mensenkinderen toch proberen te redden uit instinct.

Dus is a fortiori de mens behept met empathie en sociale reflexen. Ik verwijs ook naar de natuurtoestand, de oorlog van allen tegen allen, als oerscène en oerfictie van dit egoïstische wereldbeeld. Ik moet er ook de planetaire schaal bij gehaald hebben en de ontdekking van de blauwe planeet, want in mijn notities antwoordt hij alsof we samen musiceren: ‘De blauwe planeet was het beeld van eenheid, van schoonheid van integriteit. Maar wat we sindsdien in de media te zien krijgen is aliënatie, anomie en burgeroorlog. Het is allemaal te neerdrukkend, het is allemaal top-down. We denken al vijftig jaar dat we Newton hebben overwonnen, het Newton-paradigma. Maar het is nog nooit zo erg geweest. De media staan in het teken van de zwaartekracht. Ze zijn te neerdrukkend. Daarom’, besluit hij met pathos: ‘hebben we nood aan een paradigmawissel.’ 

Ik kijk hem aan en ik zeg: ‘Stephan, dit is een boek! Het is jouw boek.’ Volgens hem is het ons boek. Want hij droomt er allang van om samen een boek te maken. Ik zeg dat ik al twee keer met de kop tegen de muur ben gelopen door samen met vrienden een boek te willen maken. Het is niet simpel, samen een boek maken. Stephan wimpelt dat weg: ‘Wij denken niet in conglomeraten. Wij denken contrapuntisch.

Wij hebben vervlechtingen.’ Hij zoekt snel op zijn android de Wikipedia-definitie van contrapunt en stuurt ze me door. En inderdaad, het is de moeite van het citeren waard: ‘Onder contrapunt wordt in de muziektheorie het verband tussen twee of meer (onafhankelijke) stemmen verstaan. …Harmonie bekijkt de muziek vanuit de verticale samenklank… Contrapunt bekijkt de muziek horizontaal, in gelijkwaardige stemmen…’ Ik ben overtuigd en gecharmeerd door die horizontaliteit en die gelijkwaardigheid van de stemmen. Stephan leest verder voor: ‘De vuistregel is dat dissonanten nooit storend mogen zijn, en dat consonantie als hoofdzaak wordt ervaren. Mochten er dissonanten optreden … dan zullen deze doorgaans snel oplossen in consonanten, zodat de consonantie het in de ervaring van de luisteraar steeds wint van de dissonantie.’ Nu is het Stephans beurt om in de wolken te zijn. Voor hem is deze definitie als het ware het bewijs van hoe ons denken accordeert. Voor hem is het zonneklaar: de blauwe planeet is het contrapunt, het beeld van de gaafheid. 

‘De dissonanten moeten opgenomen worden in de empathie en in de mimesis, anders vervallen we’ – en hier verwijst hij weer naar Girard – ‘in het geweld’. En dan trekt Stephan de conclusie, trekt hij alles samen in een slotakkoord: ‘Tussen alle polen in is er de schemerzone, dáár gebeurt het. Het komt er gewoon op aan om het omslagpunt te vinden. Pestgedrag is als de natuurtoestand. Het is als de oorlog van allen tegen allen, maar deep down is het niet wat we willen. Wat we willen is solidariteit, we moeten alleen de afstand overbruggen tussen onze waarden en ons handelen en dat kunnen we door positief mimetisme, door positieve empathie en door een positieve, gelaagde collectieve identiteit.’ 

‘Bravo’ zeg ik. ‘Ik denk dat ik hier een tekst van maak. De titel heb ik ook al, het kan niet anders met dit schitterende uitzicht: “Visionaire politiek!” ’ 

take down
the paywall
steun ons nu!