Tweetfoto van Global Revolution TV. Zaterdag 24 januari, 18:04

Vier jaar na Egyptische Revolutie: de angst regeert

“Als je bezwaar hebt tegen Sisi, ruikt men je bloed.” Egyptische autoriteiten hebben verschillende steden veranderd in oefenterreinen voor jonge cadetten. De angst in de samenleving heeft een meerderheid gecreëerd die apathisch naar het mensenleed kijkt.

woensdag 28 januari 2015 11:32
Spread the love

Cairo, zondag 24 januari.
Op de vierde verjaardag van de Egyptische Revolutie zijn ongeveer achttien
mensen om het leven gekomen bij gewelddadige confrontaties met politietroepen.
De veiligheidsdienst zei dat daartussen drie militanten zaten die geprobeerd
hadden om in twee steden aan de delta van de Nijl bommen te plaatsen.

The New York Times schreef dat veiligheidstroepen minstens twaalf burgers hebben doodgeschoten.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid zijn zondagnacht
nog 45 mensen in de hoofdstad gewond geraakt toen politietroepen slaags raakten met activisten en burgers, schreef Britse krant The Guardian diezelfde
dag. Vanuit een auto hebben mannen het vuur geopend op een checkpoint
vlakbij de piramiden. Daarbij werden twee politieagenten gedood.

Birdshot

Eerder die week had de
regering onder leiding van Abdelfatah Al-Sisi een officiële herdenking van de Revolutie geannuleerd, en een
zevendaagse rouwperiode aangekondigd voor de dood van de Saoedische koning
Abdullah. Na de afzetting van ex-president Mohammed Morsi in juni 2013 zijn
verschillende steden veranderd in oefenterreinen voor politietroepen die hard
tegen demonstraties optreden, vaak met dodelijk gevolgen.

Na achttien maanden zijn
er twee sterfgevallen die Egypte in het bijzonder hebben opgeschrikt. Hun dood liet zelfs bepaalde pro-Sisi media achter de oren krabben. The Associated Press stuurde op maandag 26 januari het bericht dat in Al-Ahram kritiek op Sisi te lezen valt. In de staatskrant wordt de president ook opgeroepen om de binnenlandse veiligheid te verzekeren. Activisten hebben foto’s van twee geweldloze vrouwen online gezet met als onderschrift: “Sisi, de vrouwenmoordenaar”.

Scholiere Soundos Reda
Abou Bakr (17) werd op vrijdag 23 januari in de kuststad Alexandrië tijdens een
steunbetoging voor Morsi in de nek en in het hoofd doodgeschoten met een
zogeheten “birdshot” – de kleinste kogelmaat voor jachtgeweren.
Het meisje liep mee in de betoging en eiste gerechtigheid voor haar tante die
twee maanden eerder door de politie gedood was.

Het tweede sterfgeval: Shaimaa
al-Sabbagh (32). Poëet, activiste en moeder van een vijfjarige zoon. Ze is lid
van de Socialist Popular Alliance Party (SPAP). De partij steunde in 2013 de militaire overname
van het landsbestuur onder leiding van huidige president el-Sisi. 

Gemaskerde agenten

Al-Sabbagh werd op
zaterdag 24 januari in Caïro doodgeschoten tijdens een demonstratie die in het teken
van de Egyptische Revolutie stond. Ze liep in een groepje  partijgenoten
dat bloemen op het Tahrir-plein wilde leggen ter herdenking van de overleden
demonstranten. Luidkeels riep men de bekende slogan Brood! Vrijheid! Menselijke waardigheid! Kort daarna doken gemaskerde agenten
van de oproerpolitie op. Volgens getuigenissen op sociale media werden na “enkele
minuten” traangas en kogels op het groepje afgevuurd.

Een filmpje van een
ooggetuige laat de schietende agenten zien. Een vriend van al-Sabbagh grijpt
haar bij de middel en trekt haar uit de menigte, terwijl het bloed langs haar gezicht stroomt. Nieuwsberichten melden dat uit een forensisch rapport is
gebleken dat op een korte afstand een birdshot
al-Sabbagh heeft geraakt, en door haar long en hart heen ging.

Amr Abdel Rahman,
onderzoeker bij het Egyptian Initiative for Personal Rights, zei dat al-Sabbagh
lid was van “een zeer tamme oppositiepartij.” Hij zei: “Uitgerekend zij tegenover
de brute kracht. (…) Voor activisten zijn de
straten steeds minder veilig
geworden.”

De volgende dag, zondag
25 januari, liepen de mensen in een mars van haar huis naar begraafplaats
Manarah in haar thuisstad, Alexandrië. Tijdens de mars klonken leuzen tegen de regering.

Speculaties 

Volgens de The New York Times was het voor de
Egyptische autoriteiten onmogelijk geweest al-Sabbagh af te doen
als een gewelddadige oproerkraaier of een Islamistische militante.
Speculaties ontstonden dat iemand van buiten de oproerpolitie de
activiste had doodgeschoten. Rookmachines trokken het medialandschap in, waar Lamees
Hadidi, een televisiepersoonlijkheid op een staatszender, zich hardop afvroeg:
“Wie heeft Shaimaa al-Sabbagh doodgeschoten?”

Een woordvoerder van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken, nam die vraag over en zei dat politie
al-Sabbagh niet doodgeschoten kan hebben: “Ik verzeker u dat alle
veiligheidsapparaten uitzoeken wie dit heeft gedaan”, zei hij. “Niemand staat
boven de wet.” Daarnaast sprak hij de getuigenissen van
mensenrechtengroepen tegen dat de oproerpolitie onherroepelijk naar de vuurwapens
grijpt om een menigte uiteen te trekken.

Volgens de woordvoerder
is dit “onacceptabel”. Maar ondanks het
feit dat al-Sabbagh met een kleine groep naar het Tahrirplein trok om daar
bloemen neer te leggen, stond de oproerpolitie in haar recht om dit tegen te
houden, stelde hij. De woordvoerder beriep zich op de protestwet die zelfs
kleine openbare samenkomsten zou verbieden. Verder zei hij dat het groepje
partijgenoten de openbare weg bezet hielden en rotjes naar de oproerpolitie
afschoten. “De politie heeft [vervolgens] traangas moeten gebruiken, en zes
mensen gearresteerd.”

Status quo 

Het afgesloten
Tahrirplein is voor de Egyptenaren zowel een tastbare als een symbolische
herinnering aan het veiligheidsapparaat dat zich opnieuw aan de bevolking opdringt nadat die heel kort extra vrijheid heeft gekend. Volgens activisten
bestond in het land al de pijnlijke voorspelling dat er op de verjaardag van de
Revolutie nieuwe doden gaan vallen. Op de derde verjaardag van de Egyptische
Revolutie afgelopen jaar zijn er minstens vijftig doden gevallen.

Het veelvuldig inzetten
van vuurwapens in de hoofdstad door politietroepen heeft volgens de The New
York Times
een status quo tot gevolg. Delen van het
centrum en enkele noordelijke buitenwijken van Cairo zijn vrijwel afgesloten
voor Islamistische demonstraties die wekelijks plaatsvonden.

Gamal Eid, voorzitter van
het het Arabic Network for Human Rights Information, merkte een kleine pro-Sisi-betoging op die buiten het vizier van de oproerpolitie bleef. Dit zou
kunnen betekenen dat het dodelijke politiegeweld van de afgelopen week een
heldere boodschap droeg: “Als je bezwaar hebt tegen Sisi, ruikt men je bloed,” zei Eid.

Coup d’etat

In juli 2014 won legerleider Sisi met 96.9 procent de presidentsverkiezing, nadat een klein jaar voordien Morsi door het Supreme Court of the Armed Forces (de militaire hoge raad) was afgezet. Morsi stond vlak voor zijn afzetting tegenover een collectieve opstand van uiteindelijk miljoenen mensen tegen zijn landsbestuur.

Het leger heeft zich toentertijd weten te profileren als een proxy tussen de bevolking en het beoogde einddoel van een democratisch Egypte. Aanvankelijk leek men niet stil te staan bij de manier waarop Morsi is afgezet. Inmiddels is geconstateerd dat het een coup d’etat was.

Gamal Eid stelt nu dat politietroepen een steviger klem op de samenleving hebben gezet dan toen Mubarak aan de macht was. “Met al haar wangedrochten. (…)
We komen steeds dichter te staan bij de Gestapo in Oost-Duitsland of de
politieke politie Savak in Iran onder de Shah”, zegt hij.

Apathie 

Dat burgerdemonstraties
en andere politieke evenementen in het land minder zijn geworden is volgens Mohamed
Dahshan een uiting van deze “cognitieve dissonantie”.
Dahshan schreef een analyse voor Foreign Policy. Hij is als econoom
verbonden aan het Rafik Hariri Center for the Middle East van de Atlantic
Council. De laatste momenten van al-Sabbagh zijn volgens hem een metafoor van de apathie in
de samenleving:

“Het meest hartverscheurende (…) waren
haar laatste momenten die op video
vastgelegd zijn. Terwijl haar echtgenoot
haar bloedende lichaam door de
smalle straten van het centrum
droeg en schreeuwde om hulp, een lift
naar het ziekenhuis of iemand die een taxi kon roepen, stonden de mensen maar
argeloos te kijken. Mensen in het café liepen niet naar buiten om hem een helpende
hand te bieden. Geen auto stopte voor een lift. Uiteindelijk liet zette hij
haar op een stoel, hulpeloos en moe, en streelde haar haren. (…) De apathische
meerderheid staart wezenloos naar een stervende belichaming van idealen, die de
mensen vroeger hoog hielden. Omstanders verroeren geen vin en blijven
liever kijken naar hoe het leven uit
haar lichaam vloeit, in plaats van dat ze hun thee koud laten worden.”

Dilemma 

Mohamed Dahshan heeft een
moeilijk dilemma beschreven voor Egyptenaren die op democratie hopen. Men kent
de sterke aandrang om in opstand komen tegen staatsrepressie en criminaliserende
wetgeving en de – vaak dodelijke – gevolgen ervan. Tegelijkertijd maken “deze
politiemoorden en de bijbehorende cultuur van straffeloosheid  het
overduidelijk dat een daad van verzet potentieel suïcidaal is”.

take down
the paywall
steun ons nu!