(foto jan Lietaert)

| VERKIEZINGSINTERVIEW | “Politici moeten mensen uit de auto durven jagen, ook al levert dat geen stemmen op”

Jan Goddemaer (64) ruilde enkele jaren geleden zijn auto in voor een fiets. Een keuze waar hij nu meer dan ooit achter staat. “Auto’s zijn niet meer weg te denken, maar dat betekent niet dat elk individu er één nodig heeft. Mensen zijn van zichzelf gemakzuchtig. Het is aan de politici om van de fiets en het openbaar vervoer een volwaardig alternatief te maken.”

donderdag 15 mei 2014 14:08
Spread the love

Jan Goddemaer werkt bij een informaticabedrijf in de buurt
van Nazareth. Zelf woont hij in de rand van Gent, de stad waar hij al heel zijn leven verblijft. Sinds enkele jaren is hij een overtuigd lid van de Fietsersbond. Vorig jaar
verkocht hij zijn auto. Met driehonderd kilometer per jaar op de teller werd
die toch zelden gebruikt. “Ik heb de auto gewoonweg niet nodig.
Naar mijn werk is het ongeveer 45 kilometer heen en weer. Voor een grote
afstand, zoals naar Brussel, neem ik de trein.”

Al sinds zijn kindertijd gebruikt Jan Goddemaer de fiets om
zich te verplaatsen, een gewoonte die hij wou doorgeven aan zijn kinderen. “Zelf
heb ik mijn kinderen vanaf de derde kleuterklas met de fiets naar school laten
gaan. Op weg naar de middelbare school heeft mijn dochter twee keer een aanrijding gehad. Dat
zijn de risico’s die eraan verbonden zijn, maar een auto is zeker niet minder
gevaarlijk.”

Fietsen is ook een stiel

Als fietser heeft Goddemaer zelden grote ongevallen
gehad. Dat komt volgens hem omdat volleerde fietsers meer assertiviteit
ontwikkelen dan mensen die hun fiets sporadisch van stal halen. “Een assertieve
fietser is iemand die zelfbewust door het verkeer rijdt en zijn plaats opeist,
zijn aanwezigheid duidelijk kan maken. Dat zijn fietsers die eigenlijk overal
kunnen aarden en zich goed en veilig voelen op de fiets.”

Fietsen is iets wat je kan aanleren, maar eigenlijk besteedt
onze maatschappij daar weinig aandacht aan. “Nu worden jongeren in de
laatste graad voorbereid voor het rijexamen, ze worden dus al georiënteerd richting het autogebruik. Doorheen
het middelbaar zou je eigenlijk ook fietslessen moeten geven. Zowel puur
technisch als het vertrouwd raken met verkeersregels.”

“Daarnaast moet de focus worden gelegd op
verkeersetiquette, waar het mensen echt aan ontbreekt. Alle aspecten van mobiliteit moeten aan bod
komen: hoe moet ik mij gedragen als voetganger, als fietser of automobilist? Hoe sneller kinderen leren omgaan met verkeer,
hoe meer vertrouwen ze zullen hebben op latere leeftijd. Ongeacht welk voertuig
ze gebruiken of hoe ze zich verplaatsen.”

Verouderd denken over de fiets

Als lid van de Fietsersbond houdt Goddemaer zich bezig met de
infrastructuur en modaliteiten voor fietsers, twee dingen die hem al heel wat ergernis bezorgden. “Ik heb doorheen de jaren met veel
verschillende soorten fietsen gereden. Vroeger had ik een ligfiets, een gewone
stadsfiets, eentje met drie wielen en nu een velomobiel (omhulde ligfiets, n.v.d.r.). Als men al rekening probeert te houden met fietsers,
denkt men alleen aan de klassieke stadsfiets.”

Dat er alleen wordt gekeken naar de traditionele stadsfiets
vindt Jan typerend voor het hele denken over mobiliteit en transport. “Als je
tegen mensen zegt dat je geen auto hebt, denken ze al gauw dat je er geen kan
betalen. Naast een vervoersmiddel blijft het een statussymbool. Als mensen een
bedrijfswagen krijgen, hebben ze liever een BMW of 4×4 dan een kleine zuinige
wagen. De fiets en daarnaast het openbaar vervoer kunnen volwaardige
alternatieven zijn als ze ook zo worden bekeken. Er zijn snelwegen voor auto’s,
waarom geen voor fietsen? Waarom de auto toelaten tot in het stadscentrum als
je een tramverbinding kan inleggen met een hoge frequentie?”

Volgens Jan houdt een degelijk fietsbeleid twee
verschillende benaderingen in. “Enerzijds moet je fietsen aanmoedigen met een betere
infrastructuur. Anderzijds kun je het gebruik van de auto ontmoedigen, door
parkings buiten de stad aan te leggen, de snelheid nog meer te drukken en van het
openbaar vervoer een volwaardig alternatief te maken. Sommige zaken vragen grote
investeringen, maar er zijn ook eenvoudige aanpassingen die het leven van
fietsers aangenamer maken.”

“In veel Nederlandse steden is het aan de kruispunten zo dat, voordat de auto’s
mogen vertrekken, het langs alle kanten eerst even groen wordt voor de fietsers. Dat vraagt
alleen een mentaliteitswijziging. Een
ander voorbeeld is dat het bij openbare projecten verplicht zou moeten zijn om
naast een milieurapport en een leefbaarheidtest ook een fietstoets in te
voeren. Je ziet veel fietspaden plots
ophouden, een nieuwe brug waar er geen plaats is voorzien. Dat zijn allemaal
zaken die makkelijk kunnen worden vermeden.”

Gebrek aan politieke visie

Op politiek vlak focust mobiliteit zich vaak op één aspect
of één project dat alle aandacht opeist. Een algemene visie waarin zowel
openbaar vervoer, automobiliteit en fietsbeleid een plaats krijgen is nagenoeg
onbestaand. Hoewel je volgens Jan Goddemaer fietsbeleid niet los kan zien van
mobiliteit in haar geheel, is er niet echt een politieke partij die het
boven an zijn prioriteitenlijst plaatst.

“Hoewel Groen de partij is die het meest fietsgeoriënteerd is,
is het vooral een thema dat leeft bij individuele politici die zelf met
de fiets rijden en zien welke pijnpunten er zijn. Op nationaal niveau en bij de
deelstaten worden ze echter teruggefloten door hun partijen. Mensen uit de wagen
jagen is geen populaire beslissing. Dat is eigenlijk gewoon politieke zelfmoord.”

“Een mooi voorbeeld is Klaus Bondam, die schepen van Mobiliteit in Kopenhagen was. Tijdens zijn ambt heeft hij
grote delen van de stad autovrij gemaakt. Hoewel die beslissing
nu wordt toegejuicht door iedereen in de stad, dus ook door de horecasector, heeft dat
hem toen zijn functie gekost. Mensen hebben schrik voor verandering, maar soms moet je
als politicus niet inspelen op wat mensen nu vragen, maar durven kiezen voor wat op
langere termijn goed is voor de samenleving.”

Jan gelooft dat het automobilisme zoals we dat vandaag
kennen op lange termijn niet houdbaar is. De wegen zijn het verzadigingspunt
gepasseerd en de milieu- en gezondheidsimplicaties nemen alleen maar toe. “Je
kunt de politiek niet veranderen, politici nemen nu eenmaal niet graag
onpopulaire beslissingen, maar de problematiek gaat er ooit wel voor
zorgen dat kiezen voor een andere mobiliteit een veel gestelde eis zal
zijn.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!