De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Verkiezingen maken geen democratie

dinsdag 11 juni 2019 21:08
Spread the love

In een opiniestuk op de website van VRT Nieuws schrijft professor Bram Verschuere dat “de manier waarop ons politiek systeem nu georganiseerd is niet langer geschikt is in tijden van dynamische democratie.” Het parlement is zodanig versnipperd dat er geen krachtdadig bestuur meer mogelijk is. De drie klassieke partijen (christen-democraten, liberalen en socialisten) moeten nu met nieuwe concurrenten rekening houden (nationalisten, ecologisten en radicaal rechts en links). De opkomst van zogenaamde micromachten hinderen en destabiliseren de bestaande orde.

Meer nog: in Brussel behaalt de nieuwe partij DierAnimal een zetel. Een niche- of one issue-partij speelt het handiger. Omdat ze niet het hele kiespubliek willen overtuigen, hoeven ze geen uitgewerkt programma rond alle beleidsthema’s te hebben. De macht wordt daardoor versnipperd en dat is een probleem volgens sommigen. Dat klinkt nogal angstaanjagend, maar is het dat wel?

Democratische reset

Verkiezingen om de zoveel jaren maken een samenleving nog niet tot een democratie. (Volgens die definitie is Noord-Korea immers ook een democratie.) We noemen een systeem democratisch wanneer iedereen een gelijkwaardig recht op informatie, inspraak en participatie heeft. Democratie rond publiek redeneren of ‘samen nadenken’. Dat ontbreekt hier en dat is frustrerend. Mensen haken af, stemmen blanco of dagen gewoonweg niet meer op. Iedereen kent het probleem. Er is ook veel empathie voor de foert-stemmers. Artikels, opiniestukken en tv-programma’s over blanco- en niet-stemmers worden druk besproken. “Ze hebben begot gelijk die proteststemmers”, hoor ik mijn buurman dan zeggen. “Het zijn allemaal zakkenvullers.” Herinner je ook de tenenkrullende tv-momenten van politici die met een studio vol kindjes staan te dansen en dies meer. Ik heb het zelf niet gezien. (Echt waar! Ik kijk geen tv meer. Ik zweer het.) Je kon er echter niet naast kijken omdat het daarna nog eens overal werd becommentarieerd. Of hoe nieuws gretig wordt gerecycleerd, zolang het maar clicks en views oplevert.

Mijn buurman heeft er toch voor gekozen om te gaan stemmen, niet voor de Piratenpartij helaas. Zijn stem is naar een radicale partij gegaan omdat zij “echt iets zullen veranderen”. Dat er in die partij extremisten zitten die onze democratie liever zouden vervangen door een dictatuur, doet hij af als doemdenken. “Er zitten overal rotte appels tussen.” Ook weer waar …

Mensen haken af omdat ze zien dat er niet naar hen wordt geluisterd. Niet in letterlijke zin, maar ook niet als kiezer. Als we al zouden weten wat nu precies ‘het’ signaal was van de kiezer, hoe zou er dan in dit systeem naar hen geluisterd kunnen worden? Onze democratie is verouderd. Het representatieve systeem dateert uit de 19de eeuw, op een paar extra parlementen na.

Het is bij ons de gewoonte dat er coalities en compromissen worden gemaakt. Dat kan niet zonder toegevingen te doen en de scherpe kantjes van je campagnebeloftes af te veilen. Een minderheidsregering van de grootste partij die wisselend per thema een meerderheid zoekt in het parlement, zou al een stap zijn in de goede richting.

Het grote probleem dat je dan zal krijgen is dat volksvertegenwoordigers zich niets aantrekken van hun jobomschrijving. Parlementsleden duwen op het knopje dat hen gedicteerd wordt door hun partijleiding. Zij vertegenwoordigen niet het volk, maar hun partij. De partijleiding denkt strategisch, concurrentieel en op korte termijn. Hun eerste bezorgdheid is de volgende verkiezingen te winnen. De principes worden daarom al eens gemakkelijk aan de kant geschoven als dat stemmen kan opleveren. Het is bovendien belangrijk om te scoren ten koste van de andere partijen. Men zoekt daarom graag het conflict op en het is geweten dat polarisering van de samenleving goed is voor beide partijen aan de uitersten van het conflict.

Een ‘partij’ is geen grondwettelijke entiteit en toch krijgt een partij met verkozenen een belachelijk bedrag aan dotaties. Men krijgt het geld niet eens op en dus gaat men het maar beleggen. Alsof we zo nog niet genoeg geld verspillen, is het ook door dit systeem van partijen dat we overbodige structuren hebben zoals een senaat of een provincie en een versnippering aan intercommunales, raden van bestuur en vzw’s. Wat men ook beweert in de verkiezingsprogramma’s, deze wildgroei aan postjes is handig voor partijen om trouwe partijsoldaten die naast een mandaat hebben gegrepen, toch te belonen met een stapel mooie zitpenningen.

De volksvertegenwoordigers moeten hun taak terug correct uitvoeren. Zij vertegenwoordigen de natie. Zij moeten in constructieve dialoog uitdagingen en problemen in de samenleving zien aan te pakken. Ze zouden op structurele wijze de wil van de natie (= alle burgers samen) moeten raadplegen. Hun persoonlijke mening of die van hun partij is ondergeschikt aan het volk. Ze moeten het publieke debat correct en transparant informeren, modereren en consulteren. We moeten het conflict tussen de partijen vervangen door een dialoog van ideeën.

Wie aan de macht is houdt vast aan die macht

Geen enkele bestaande partij wil het partijsysteem echt vervangen door een model met directere burgerinspraak. Hoe ouder de partij, hoe groter de weerstand. Gevraagd om een handtekening om op te kunnen komen als kleine lijst, kreeg de Piratenpartij een njet van sp.a, CD&V en Open Vld. Patrick De Wael voegde er in zijn antwoord aan toe dat “door politieke versnippering de keuze voor de kiezer erg onoverzichtelijk [dreigt] te worden indien iedere groepering zonder veel moeite op het stembiljet of stemcomputer kan verschijnen”. Gelukkig vinden voldoende burgers het wel nodig dat nieuwe ideeën aandacht krijgen en een kans om zich aan de kiezer aan te bieden.

Ook academici delen de mening van de grote partijen. In de stemtest die de VRT liet ontwikkelen door de UA en de UCL werden kleine lijsten volledig genegeerd. Nochtans gebruiken veel mensen deze informatie als hulpmiddel bij hun stemkeuze Als argument haalde men aan dat enkel lijsten werden opgenomen die al vertegenwoordigd waren in het parlement. Zo houden wetenschappers het systeem dat ze geacht worden neutraal te bestuderen in feite mee in stand. Stefaan Walgrave (UA) is verder van oordeel dat het opnemen van kleine lijsten in de stemtest zou geleid hebben tot “chaos en allerlei politieke spelletjes”. Als er nu één ding is waar klassieke partijen goed in zijn in dit land, zijn het toch wel politieke spelletjes?! Alsof dat nog niet genoeg is, insinueert de professor dat nieuwe politieke bewegingen vrij zijn om populistische praat te verkopen. “Ook zijn kleine partijen helemaal vrij om te zeggen wat ze willen (en de publieke opinie te volgen en dus goed te scoren in de stemtest) omdat ze toch nooit verantwoordelijkheid zullen dragen.” Hopelijk ontgaat de ironie u niet.

De vierde macht speelt het spelletje ten slotte ook mee. Kleine lijsten kregen zo goed als geen aandacht in de media, op een paar paragraafjes na bij het uitbollen van de campagne. Wellicht was de lezer het zinloze gedebatteer beu en zocht men naar ‘iets leuks’ om te brengen. Waar we dat van commerciële kranten en tv-kanalen nog ergens kunnen verwachten, lijkt het toch een ongeoorloofde verwaarlozing van onze publieke omroep, de VRT.

De la choc des idées jaillit la lumière

Deze hallucinante uitwassen van ons absurd systeem zijn echter niet het grootste probleem. Meer nog, op middellange termijn, schuilt er ronduit gevaar in het particratische systeem. Zoals professor Verschuere zegt, slagen partijen er niet meer in om “een slagkrachtig beleid te voeren in functie van de grote maatschappelijke uitdagingen waar de mensen van wakker liggen: diversiteit en integratie, migratie, klimaat, zorg, werkgelegenheid, sociale zekerheid, …” Dat komt echter niet door de versnippering in meer partijen. Het komt door het systeem van partijen op zich!

Als de burger maar om de vijf jaar de kans krijgt om zijn zeg te doen over een slap, inefficiënt beleid, zullen we meer en meer frustratie krijgen. En frustratie leidt tot radicalisme en extremisme. Je kan de signalen uit de samenleving niet lezen door één keer om de zoveel jaar te laten kiezen uit een handvol partijen. De burger wil inspraak. Geen window dressing, geen vrijblijvende enquêtes, geen receptiemomentjes met appelsiensap en wat chipjes, maar een echte stem. Burgers zijn hoger opgeleid dan zoveel decennia geleden. Informatieoverdracht is gemakkelijker dan ooit. (Het is natuurlijk de taak van de overheid om correcte informatie te verspreiden: structurele en volledige transparantie van alles wat het publiek aanbelangt.) Inspraak en participatie is bovendien simpel te organiseren dankzij het internet. Naar democratische middelen is het ook niet ver zoeken: gelote burgerraden (ter vervanging van de Senaat?), liquid democracy, al dan niet bindende referenda. Er zijn genoeg voorbeelden in binnen- en buitenland: de burgerbegroting in Antwerpen, gelote burgerraden in de Oostkantons en in Brussel (met dank aan Agora Brussels), de eeuwenoude gewoonte van periodieke referenda op burgerinitiatief in Zwitserland, burgerplatformen zoals in Barcelona (Decidim) of Reykyavik (Better Reykyavik), … Fun fact: 1 op de 3 Belgen hebben op een partij gestemd die het bindend referendum wil invoeren. Benieuwd of het er zal komen.

Van debat- naar gesprekscultuur

Onze cultuur en mentaliteit zijn doordrongen van het conflictmodel van de particratie. Mensen schieten in een kramp omdat ze zich snel aangevallen voelen en blijven daarna liever in hun bubbel. Beleefdheidsregels worden ook regelmatig overtreden en sommige (café)gesprekken ontaarden niet zelden in vlammende ruzies. Het ouderwetse politieke model en het gedrag van onze verkozenen legitimeren deze mentaliteit. In een samenleving zoals Zwitserland is dat model echter al sinds de 19de eeuw anders. Daar is men blijkbaar wel in staat om directer en deliberatiever samen te werken. Het ligt dus niet aan de mens, maar aan de structuren. Een mentaliteit veranderen vraagt tijd en energie, maar is niet onmogelijk. In de middenveldorganisaties, die nu fel verzwakt zijn, is er een cultuur van dialoog waarbij men gezamenlijk een opinie tot stand brengt die vervolgens aan de politici wordt doorgegeven. Ook in kleine burgerinitiatieven is men vandaag deze dialectische vaardigheden terug aan het opbouwen. Door op kleine schaal burgers en moderatoren te verenigen kunnen we op relatief korte tijd een geheel andere cultuur tot stand brengen. Als we bij wijze van spreken eerst al eens met de bewoners van een straat proberen samen te zitten, vervolgens op wijkniveau inspraak organiseren en daarna op grotere en grotere schaal. Elke (r)evolutie begint klein …

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!