Ze heten allemaal Mohammed
Nieuws, Afrika, Cultuur, Recensie, Algerije, Boekrecensie, Asiel en migratie, Ze heten allemaal Mohammed, Jérôme Ruillier, Graphic novel, Yamina Benguigui - Mik Torfs

Verheldering van migrantenproblematiek in ‘Ze heten allemaal Mohammed’

Frankrijk heeft een zwaarbeladen verhouding met Algerije. Door de bewogen en vaak bloederige onafhankelijkheidsstrijd van de ex-kolonie is de relatie van de Fransen met Algerijnse migranten veel complexer dan pakweg onze houding ten aanzien van Turkse of Marokkaanse inwijkelingen. Die complexiteit wordt tastbaar gemaakt in deze sobere graphic novel van Jérôme Ruillier.

maandag 20 augustus 2012 12:00
Spread the love

Graphic novel in de stijl van Maus

In zijn inleiding tot Ruilliers graphic novel verwijst schrijver Abdelkader Benali naar de klassieker Maus van Art Spiegelman. De vergelijking ligt voor de hand, want ook Ruillier tekent eenvoudige figuurtjes, wier oren zelfs gelijken op de muizen die Spiegelmans boeken bevolken. De eenvoudige potloodlijnen hebben uiteraard tot doel om de aandacht niet af te leiden van de inhoud die verhalend, zelfs anekdotisch is, maar die tegelijk zeer persoonlijke en emotionele thema’s aansnijdt.

We volgen een aantal Algerijnse migranten van de eerste generatie, voor wie Frankrijk een tweede vaderland zou moeten zijn en die zich vaak geroepen voelen om de tocht naar Europa te maken, maar die in een emotioneel vacuüm terechtkomen zodra ze merken dat ze door vele Fransen in het dagelijkse leven slechts als tweederangsburgers beschouwd worden. 

Bewerking boek Mémoires d’immigrés

Schrijfster Yamina Benguigui schreef deze verhalen neer in haar boek Mémoires d’immigrés, waarvan deze strip een bewerking is. Het zijn verhelderende verhalen, omdat de relatie tot migranten vandaag ofwel herleid wordt tot de omgang met hen die we nu kennen (niet zelden vanuit nieuwsberichten), ofwel tot de officiële politieke geschiedenis. De persoonlijke verhalen van de eerste generatie migranten dreigden daarbij te verdwijnen in de plooien van de geschiedenis.

Wat we hier lezen, gaat radicaal in tegen het eenzijdige en kortzichtige beeld dat we afleiden uit hetgeen we te zien en te horen krijgen in de media: in plaats van de onaangepaste, zichzelf afzonderende en soms gewelddadige inwijkelingen, zien we kwetsbare, onzekere mensen die worstelen om hun afkomst en tradities te verzoenen met hun nieuwe, vaak overrompelende leven in West-Europa. Persoonlijke problemen met gezin en familie worden overschaduwd door integratie- en aanpassingsproblemen. Kortom, de kleine verhalen dreigen verstikt te worden door de grote.

Kritische analyse

Daarom is het werk van Benguigui belangrijk en de verhalen die ze beschrijft, zijn aandoenlijk, aangrijpend en meestal gewoon sympathiek en herkenbaar. Ze bekritiseert de racistische houding van de Franse samenleving, maar tegelijk is ze niet te beroerd om erg kritisch uit de hoek te komen over sommige verstarde tradities uit haar vaderland en de ouderwetse en evengoed discriminerende opvattingen van een traditionele moslimomgeving die weigert zich aan te passen aan nieuwe situaties.

Extreem pijnlijk is bijvoorbeeld het verhaal van Djamila, die onder het goedkeurend oog van haar moeder brutaal ontmaagd wordt door de voor haar gekozen man. Wanneer deze man later steeds agressiever wordt, sterft hun dochtertje op een bepaald moment letterlijk van angst bij de aanblik van haar geslagen en bloedende moeder.

Graphic novel die weinig toevoegt

De vraag is echter of de graphic novel van Ruillier veel aan het boek toevoegt. Zoals we hierboven al aanhaalden, hanteert hij bewust een erg sobere tekenstijl, om de aandacht niet af te leiden van de kwetsbare inhoud. Dat is een lovenswaardig uitgangspunt, maar het gevolg is wel dat hij nauwelijks een meerwaarde genereert ten aanzien van het oorspronkelijke werk.

Als strip leest zijn interpretatie natuurlijk gemakkelijker dan een volbloed leesboek, maar meestal blijven de tekeningen beperkt tot ‘plaatjes bij praatjes’. Na ruim 250 bladzijden merk je de tekeningen nog nauwelijks op en lees je eigenlijk gewoon het relaas van de protagonisten, net als in een boek.

Ruilliers tekenstijl heeft, ondanks alle goede bedoelingen, simpelweg niet de persoonlijkheid om te beklijven. De vergelijking van Benali met Spiegelman is dan ook te veel eer voor de Franse auteur. Wel heeft Ruillier een goed gevoel voor montage en arrangement. 

De manier waarop hij de tekst van Benguigui samenvat, is kordaat en efficiënt. Vooral daardoor blijft deze graphic novel een gepast alternatief voor het originele boek van Benguigui.

Vond u deze bespreking interessant?
Steun DeWereldMorgen.be door dit boek in onze shop te kopen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!