De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Vergis je niet, ook jij kunt een stukje de wereld redden

Vergis je niet, ook jij kunt een stukje de wereld redden

woensdag 23 mei 2018 16:55
Spread the love

Vergis je niet. Ook al bijten alle mensen, ieder kan de wereld een stukje beter maken. En er is niets mis mee, daar bewust naar te streven. En op fijne, goede manier met kinderen omgaan, dat is op een diep niveau in feite meewerken aan de verandering van de Kosmos. Het Kind is aan herwaardering toe.

 Zestal minuutjes leesplezier.

Bijgewerkt op 29 mei.

Na zes dagen 53 keer geconsulteerd.

Tijdens het pinksterweekeinde schreef Rik Torfs een column die als eye catcher citaat meekreeg

“Denk vooral niet dat je de wereld gaat redden”.

Deze statement is daar een tussenstap in een redenering die mensen ertoe wil brengen meer bewust te leven.

“Voor een geslaagd gezinsleven heb ik geen tips. Maar voor het beroepsleven heb ik een idee”zo lezen wij. De opiniemaker wil ieder graag tien procent minder zien werken. Niet om een andere hobby te bedrijven, maar om met meer aandacht te leven. Om creatiever te zijn.

Geen moment twijfel ik aan de goede bedoelingen van de christelijke columnist. De context van tien jaar hem te lezen, en hem geregeld te spreken en onze correspondentie laten geen twijfel. Echter. De schrijver die lange tijd de Stem bij uitstek in de media is geweest van de godsdienstige gemeenschap geeft zich hier nogal bloot. En hij verdient meteen mijn afkeuring voor dat “geruststellende bericht” over de wereld redden. 

Hij is geen religieuze mens. Anders kan je zo iets niet zeggen; niet dat van die tien procent, maar het advies dat je niet naar redden van wereld of medemensen mag streven. Of meer precies, het advies dat je niet mag bewust zijn daarmee bezig te zijn. 

 

Ik mijmer.

In feite zijn veel tijdgenoten die zich bewust afzetten tegen Godsgeloof en Christus echt wel diep religieuze mensen, die dagelijks God goed dienen.

Denk aan de brave zielen die opkomen voor meer aandacht, liefde en eerbied voor de dieren. Die een magere straathond van twee of vier jaar uit Spanje laten overvliegen en adopteren. Ik zou het niet doen. Of mensen die achter de vlag van Michel Vandenbosch van Gaia, de kleine, boerse maar lichtjes messiaanse man die van dichtbij de uitstraling van een lam heeft, marcheren, om boeren en hun zonen diets te maken dat met je zweep of staf op de aars van koe of ezel slaan om  hen snel te krijgen waar je hen wil, niet-menselijk gedrag is.

 

Aan de vele Vrijwilligers moet ik ook denken. Vele Tienduizenden, in onze tijd, binnen eigen nationale grenzen. Mannen en vrouwen, jongeren ook, die de vluchtelingen leren Vlaams spreken. Of die de oude besjes in de rustoorden gaan bezoekjes brengen en beluisteren.

Recent kwam het initiatief in de media, waarbij in Heverlee, bij de (christelijk geïnpsireerde) Annunciaten voor het eerst in ons land studenten op kamers komen te midden de oude mensen. De directeur sprak met licht olijke stemtonen, de zeer overtuigende woorden, wat mij betreft, dat

“Het is eigenlijk onnatuurljik, zoals wij de oude mensen en de jonge in gescheiden werelden laten leven”..

Tijd dat het duidelijk gezegd wordt.

Torfs is al een paar weken op zoek, zo lijkt het, naar het geheim van mijn levenslust en geestkracht. Zijn geest maalt, nadat hij mijn enthousiasme van nabij mocht meemaken  toen ik van mij liet horen in STUK, zie vorige blogs. En nadat ik de bisschoppen in vorige blogs de les heb gelezen, intenser en meer ad rem dan  hij zelf wellicht ooit heeft gedaan. Rik heeft in vorige columns sind de betreffende datum en belevenis al enkele bronnen van mijn charisma en levensenergie goed onder woorden gebracht. Meer rusten, ook als er veel werk is. (En dus naar de signalen van je lijf luisteren, maar dat kreeg de jurist niet uit zijn pen, dat is wellicht al te moderne taal, terminologie van de Sociale Bewegingen en mei 68). En verder: de dingen bewuster doen. Creatief leven, voluit voor de scheppende act gaan. Niet slecht op het spoor gekomen. – Omdat ik  de brave man niet graag wekenlang laat peinzen, geef ik een ander geheim uit eigen beweging: met kinderen omgaan.

Wie een kind (mee) opvoedt, die verlegt een steen in de rivier.

 

 

In de Tijdstroom. De stroom tussen oerknal, oerfeestknal, en het einde van de zon, en het einde van het heelal. 

 

Wie een jongen of een meisje opvoedt,

die verandert de Kosmos.

Dat is geen ijle taal. Ik kan die visie hard maken. Met gedachtegang die op feiten zijn gestoeld.

Bijvoorbeeld deze. Toen ik als achtjarige van meester Van Doren, die nog in Congo had gewerkt en dan ook chocoladebruin van  huid was, in de school aan de kardinaal Mercierlaan aanwijzingen kreeg, samen met de hele klas, de oorlog en de bommen en tanks waren nog niet heel lang achter de rug,  hoe je een mens kan het leven redden¦ door onder anderen “spannende kledingstukken los te maken” zodat het ademen makkelijker gaat (de teksten durfden niet helder suggereren dat wij een heer zijn das mochten aanraken, laat staan wegnemen!), en dat je mond op mond ademhaling moest toepassen indien nodig, maakte de man mij een beetje tot Reddende Engel.

Niet dat ik vaak slachtoffers van luchtaanvallen  heb gerevalideerd. Maar die toegeschoven ultieme verantwoordelijkheid voor mensenlevens en heil, hebben onze generatie mede met een bepaalde geest opgeladen. Helpen was nog geen vies woord. Wij ontvingen een geest van Broederlijkheid, 25 jaar na het einde van de vreselijkste, meest woekerende oorlog. Broederlijkheid, dat ondergeschoven broertje van de drie centrale waarden die ons leven sturen sinds de Franse Revolutie. De basis trits van de Verlichting.

Dat soort opvoeding, samen met deze die wij van onze moeders ontvingen, maakte dat je door het leven gaat met een fijn besef van je waarde voor de andere. En met zin voor echt contact. Een mens in nood gaat zelden show verkopen. Of je trachten af te zetten. Houdingen die vandaag bijna gewenst zijn, in dit hyper commerciële klimaat.

Tien dagen geleden ben ik nog even uit mijn weg gegaan om een studente te helpen die achter de zoevende vierwielers, op het dunne voetpad onderaan de immense muur van de Keizersberg, sukkelde met haar fiets. De snelbinder was tussen de ketting geraakt. Rustig en handig toonde ik dat je in dat soort gevallen eerst je fiets moet omkeren, met het zadel op de grond. Dan kan je met overzicht en goede grip werken. Dat heeft een van mijn verantwoordelijke vaders,  Jef Aerts, mij nog geleerd, rond 1973, een paar jaar nadat hij me leerde fietsen. Je let bij dat zwaaien wel op dat je eerst de fietsbel een kwartslag draait, zodat die niet gekrast raakt tegen de tegels.

 

Een andere favoriete gedachtegang die ik geregeld volg is, dat de leraar of de ouder die een kind in het leven inleid, haar of hem de geest vormt, en dus meer overlevingskansen biedt, dat die vaak invloed uitoefent op die wijze, die meerdere generaties, en zelfs wellicht vele eeuwen zal nawerken. 

Als je bijvoorbeeld een meisje kan zo met zelfwaardegevoel en zelfvertrouwen kan opladen, dat zij tijdens de crisis in de pubertijd niet aan de drugs gaat, geen slechte vrienden volgt, en in de limiet geen zelfdoding pleegt, maar haar plek vind in de wereld, en kindjes krijgt… dan is dat subtiel maar ook subliem gedaan van je. Dan maak je het verschil in de geschiedenis van je volk, je gemeenschap. Zeker als je in rekening brengt wat voor goede daden de zoon van dat meisje  nog kan doen. Zoals een wetenschappelijke ontdekking doen, een heldendaad die een belangrijke persoon het leven redt, of een vijand ontmaskeren en op die manier onschadelijk maken, iemand zoals de Rus Poetin die pers, politieke Waarheid en rechtvaardigheid haat en neerhaalt. Of denk aan mijn verhaal van twee maanden terug,  hoe mijn persoonlijke onverdroten inzet mede de mentaliteit naar meer eerbied en interesse voor de Grote Natuur stuurde, en ik zelfs kardinaal en paus mocht inspireren. 

Met zijn geruststellend bedoelde statement “Denk vooral niet dat je de wereld gaat redden”, gaat Rik Torfs natuurlijk ook op grappige manier voorbij aan het feit dat hij in eigen persoon drie keer per week bijdraagt aan die doelstelling, aan dat ideaal. Als een musketier in de boeken die hij als jongen las, weert hij zich, flitsend en vrolijk, om Onwetendheid en Kortzichtigheid, en verkeerde redeneringen te bestrijden. Hij laat wijsheid inwerken op de weerspannige hazenbreinen van een deel van zijn lezers. Een beetje zoals ouderen mij lang gelden leerden dat je een fietsketting kan reinigen middels een bad in Coca-Cola.

Torfs heeft iets van het duveltje in een doosje. Hij is an angel in disguise, als niet opvallend mooie kerel die mooie waarden heel trefzeker woorden geeft. Maar bij nader toezien heeft hij toch ook iets weg van een atheïst in de vermomming van een christen.

Hij is jarenlang wel de verdediger van de katholieke stem geweest, maar wie zijn denken goed leert kennen, kon al langer merken dat hij niet door een diep religieuze ingesteldheid wordt geplaagd. 

Zo betoogde hij al een paar keer, op moedige dagen, dat voor hem de christen meer genade ontvangt van God dan de anderen mensen. En die zegen ontvangen, christen zijn dus, is voor hem een kwestie van… gedoopt zijn. Toen ik dat las, ging een golfje van medelijden door me heen voor de grote debater die ik op de voet volg. 

 

Werkelijk diep religieuze mensen, zoals ikzelf en de schrijvende Jezuïet Roger Lenaers, die ik onlangs bezocht en die door dagen van veel fysieke pijn gaat, vinden die vorm van geloof in sacramenten niet meer dan de ouderwetse hocus pocus van goedgelovigheid. Zoals die in voege was rond de vleeswording van de heilige hostie…

Wij gaan ervan uit dat de kracht, de inwerking van een (inwijdings)ritueel of een sacrament recht evenredig is met iets heel anders dan de loutere toediening door een gewijde man: wat belangrijk is, is de intensiteit van de emoties die de inwijdeling in dat uur ervaart.

Het huwelijk, “het vormsel”, dat potentieel uiterst belangrijke ritueel op de breuklijn tussen jeugd en volwassen leven, seksueel leven, als man of vrouw, en ook de zalving van de stervende en de priesterwijding: de EMOTIE is het die telt. (Lakota indianen en Afrikaanse Bantoes menen vandaag vaak dat wij blanke westerlingen niet veel sterke karakters meer voortbrengen, juist omdat wij geen krachtige inwijdingsriten meer toepassen!). 

 

Net zoals in het geval van de vrouw die moeder wordt is de “sensatie” van doorslaggevend belang in de transitie rite: daar heeft Moeder Natuur zelf voorzien in een Overgangsuur dat met “intense emotie” gepaard gaat! Veel vrouwen antwoorden op de vraag wat de mooiste dag of belevenis van hun leven is geweest,

“De geboorte van mijn kind(eren)”.

Toch is dat meestal een zeer pijnlijke activiteit, een mensenkind baren. Die  pijn is heel functioneel: de jonge vrouw wordt tot in het merg van haar bewustzijn aangesproken, geraakt. “Vanaf nu heb ik een kind. NU BEN IK MOEDER”. Met andere woorden:

Nu heeft DIT WEZENTJE MIJ NODIG OM TE OVERLEVEN.

“Ik mag en kan niet meer mijn gangetje gaan zoals toen ik zelf nog meisje was”.

Pijn is niet het omgekeerde van Geluk.

Pijn heeft een Betekenis.

Een Functie. Een grote.

Zoals de grote torentaart op een huwelijk. Zoals de grote verhalen aan de feesttafel. Zoals de roes met de volgegeten buik. Zoals de liederen, samen gezongen of samen beluisterd, aan de tafel tijdens de dag van het betreffende ritueel. Zoals de speech van de pater familias. Zoals het aantal genodigden en de noblesse van  hun geest en uitstraling.

Persoonlijk voelde ik een deel van deze levensmechanismen al aan toen ik zelf mijn vormsel ontving; ik was teleurgesteld dat in de Sint-Lambertuskerk waar het ouderlijke huis bij lag, het zalfje op mijn voorhoofd kwam via de pastoor, die ook deken was, en dat er geen bisschop aan te pas kwam, zoals formeel zou moeten. Ik absorbeerde de uitstraling van grote figuren toen al.

Om te kunnen stellen wat hij stelde over de wens bewust bij te dragen aan de redding van de wereld, moet Torfs minstens eventjes het interessante verhaal vergeten zijn dat al lange tijd de ronde doet, zowel in christelijke kringen als Anglicaanse, of Lutheraanse, en ook in niet godsdienstige groepen die verdieping bewerken.

 

De vloedlijn. Er is een springtij geweest. Honderden, duizenden kristalkwalletjes zijn door de heftige golfbeweging gegrepen, en uit hun gewone element gegooid. Zij zullen onherroepelijk sterven, als zij moeten buiten het water blijven tot het weer vloed is. Een volwassen, tevreden maar licht cynische heer wandelt voorbij. Een jongen is echter ter plekke bezig dieren te redden. De man: “Doe toch die moeite niet. Je ziet toch dat je hier niets zinvols kan doen. Er zijn er veel te veel. Je werk betekent niets!”. Waarop de jongen, terwijl hij een diertje oppikt en weer in het water brengt: “Voor deze alvast wel!!”.

En ik denk dat ik de jongen begrijp, want ik leef en zie ook zo.

Onlangs sprak frère Lode Van Hecke van de abdij van Orval in Leuven. Hij riep op om het wonder van het leven te blijven zien.

Bij langdurig zieken gaat het er soms  zo aan toe. Zij gloeien van blijdschap bij het beschouwen van een bloem in de zon van  hun kamer; zij zien het wonder van de existentie in die ene bloem”.

In die zin,  als je de observatie door mag trekken, even: wij hebben het te goed.

Kris Peeters,  je had niet moeten inbinden:

Alle burgers, op eenzame moeders zonder man na, hebben een luxe leventje.

Vergelijk maar met honderden generaties voor ons.

Tot aan het begin der tijden kan je terug gaan.

Wij hollen het wonder voorbij, bijna elke dag van het jaar.

Bij dat besef krijg ik zin de uitspraak te doen die ik tot eind jaren zeventig vaak heb horen uiten door volwassenen:

Het zou misschien best terug oorlog moeten worden…

Ja, en natuurlijk niet om het lijden te wensen aan de medemens, maar omdat hardship, leven in grote soberheid en last, de ogen vaak vermag te openen voor de ESSENTIES.

Voor de diepe lagen van het Leven.

Voor het Wonder van het Leven.

En dat schept (de kans tot) aandacht voor de sukkelende medemens naast onze bumper!

In de nood is de solidariteit vaak groter.

De zin om mee de gemeenschap te redden, wordt dan persoonlijk urgenter, en zal gepropageerd worden.

Men noemt me geregeld een mysticus.

Sommigen willen uitleg.

Wel, luister.

De mysticus en de diep religieuze mens,

 zij slagen erin de Zin en het Wonder te zien,

En God,

In gewone dagen.

In “vredestijd”.

In die zin mankeert Rik Torfs een zintuig.

Ik wil hem en ieder die zijn redeneringen niet kan ontsnappen, aanmanen op de kunstberg eens op zoek te gaan naar de Statement van de Joodse Rabbis, na de Shoah en nadat Belgen Joodse mensen hadden gered uit de klauwen van de Gestapo, zoals die te lezen is op een grote steen in de Kunstberg.

——-

Vandaag zijn er mensen die zichzelf niet zien als “gelovigen”, die toch de Werken doen van de grote gelovige. Die mensen en zielen genezen; die moedelozen opbeuren, die Vrede stichten. Die “blinden” doen zien. Die ons overtuigen toch te blijven voelen, ook al is de pijn die man en maatschappij ons aandoen, soms verblindend.

Mannen en vrouwen zoals Dirk De Wachter, Emiel Verstraeten, en Margot Vanderstraeten en de heer Torfs zelf.

En de vele anonieme hulpverleners.

…Die bij mensen het hart weer tot kloppen brengen,

… Die lichamen van hun voosheid bevrijden.

…Die toelaten dat je weer vrij kan ademen. 

… Die uitzicht geven. 

Ook aan de mens die gekneld zit en moet leven, 

ver van heerlijk ruime landschappen zonder huis of mens.  

Stef C.

 Creative Commons respecteren a.u.b.

Delen is toegelaten, maar enkel met volledige bronvermelding (schrijver, datum en site)

take down
the paywall
steun ons nu!