Demonstranten dragen de slogan 'Vandaag zijn we allen Nisman' op de Plaza de Mayo, rechtover het presidentieel paleis in Buenos Aires (Fabiana Frayssinet/IPS)

Verdachte dood aanklager Argentinië

De dood van een Argentijnse speciale aanklager die onderzoek deed naar een onopgeloste aanslag op een Joods centrum twintig jaar geleden, is een testcase voor de democratie. Er doen immers geruchten de ronde over betrokkenheid van de geheime diensten en de regering bij een doofpotoperatie.

maandag 26 januari 2015 16:16
Spread the love

Natalio
Alberto Nisman werd op 18 januari dood gevonden, een dag voordat hij
voor het Congres zijn bevindingen zou presenteren over een
controversiële rechtzaak. Bij een aanslag in 1994 op de
Joods-Argentijnse organisatie Asociación Mutual Israelita Argentina
(AIMA) vielen 85 doden en 300 gewonden. Vijf Iraniërs werden
verdacht. Nisman zou recent bewijzen hebben gevonden dat het
onderzoek over de zaak in de doofpot is beland in ruil voor Iraanse
olie en dat president Cristina Fernández daar haar goedkeuring aan
zou hebben verleend.

Nisman
kwam om onder mysterieuze omstandigheden. De politie stelt een
onderzoek in omdat hij waarschijnlijk onder bedreiging zichzelf van
het leven beroofd heeft in zijn appartement in Puerto Madero, een
buurt in de Argentijnse hoofdstad. “Dit
mysterie lijkt op ‘De moorden in de Rue Morgue’, een verhaal van
Edgar Allen Poe uit 1841: de deuren van binnen op slot, geen balkon,
een appartement op de dertiende verdieping van een
appartementencomplex dat niet op andere manieren toegankelijk is. Het
lichaam blokkeert de deur van de badkamer en het slachtoffer heeft
één schotwond bij de slaap, zonder verdere interventie van iemand”,
schreef journalist Horacio Verbitsky in de pro-regeringskrant Página
12
.

De
verdachte dood van de openbare aanklager, niet zo lang na de
militaire dictatuur die van 1976 tot 1983 duurde en waarbij
dertigduizend mensen “verdwenen”, doet het gevoel van
kwetsbaarheid en ‘déjà vu’ herleven met ingrediënten van een
hedendaagse politieroman. “We
zijn allemaal kwetsbaar. Vandaag is hij het, morgen zijn wij aan de
beurt”, zegt Rita Vega, een onderwijzeres die op 19 januari
meedeed aan een protest op Plaza de Mayo, het plein voor het
presidentiële paleis. De demonstratie gebruikte de hashtag
#YoSoyNisman op de sociale media, naar analogie met de
campagne #JesuisCharlie, na de aanslag op het weekblad Charlie Hebdo
in Parijs.

“De
Argentijnse democratie gaat haar 32ste jaar in en is stevig en
vreedzaam genoeg om een klap als de dood van Alberto Nisman te
doorstaan”, zegt analist Martín Granovsky. De dood van de
jurist heeft de Argentijnse samenleving echter verdeeld tussen
aanhangers van de oppositie, die de centrumlinkse regering van
Fernández de schuld geven van de dood van Nisman, en aanhangers van
de regering, die zeggen dat hij zelfmoord heeft gepleegd omdat hij
onvoldoende bewijs had voor zijn beschuldigingen, of is aangezet tot
zelfmoord.

Iran

Ronald
Noble, hoofd van Interpol tot eind 2014, bestreed de beschuldigingen
van Nisman (die gebaseerd waren op telefoontaps) dat de president en
hoge ambtenaren gevraagd hebben internationale arrestatiebevelen
tegen de vijf verdachte Iraniërs in te trekken. Op 14 januari
beschuldigde Nisman president Fernández van een doofpotaffaire, met
als doel “nauwere banden met het Iraanse regime en het volledige
herstellen van handelsbanden om de Argentijnse energiecrisis te
verzachten door graan voor olie te ruilen”.

Volgens
Granovsky kampt de AIMA-zaak met het probleem dat onder toenmalig
president Carlos Menem (1989-1999) nooit een grondig onderzoek is
uitgevoerd naar de aanslag. Julián Domínguez, parlementslid van de
regerende alliantie Frente para la Victoria en hoofd van de Kamer van
Volksvertegenwoordigers, zei in een reactie te willen weten “welke
gebeurtenis of welke maffiose beweging” Nisman dit besluit heeft
doen nemen. “We zijn er zeker van dat er onderdelen zijn binnen
de inlichtingendiensten, het laatste bolwerk waar de democratie nog
niet is doorgedrongen, die tekenen van instabiliteit willen creëren
en rechters onder druk zetten”, zei Domínguez.

In
december 2015 ontsloeg de regering Antonio “Jaime” Stiuso als
operationeel directeur van de Inlichtingendiensten. De banden tussen
Stiuso en Nisman waren alom bekend en volgens gelekte informatie zou
Stiuso er bij Nisman op hebben aangedrongen vroeger terug te komen
van zijn vakantie in Europa, om een presentatie van zijn bevindingen
voor te bereiden voor maandag 19 januari.

Néstor
Pitrola, een parlementariër van de Arbeiderspartij die onderdeel is
van Frente de Izquierda (Links Front), wijst erop dat Nisman nog door
voormalig president Néstor Kirchner (2003-2007), Fernández’
voorganger en echtgenoot, benoemd was tot speciale aanklager in de
AIMA-zaak. “Een politieke omslag heeft een interne strijd
veroorzaakt binnen het justitiesysteem en de inlichtingendiensten”,
zegt hij.
Volgens
Pitrola laat de dood van Nisman zien dat er “een
inlichtingenstaat bestaat binnen de staat”. Drie weken voordat
Nisman zijn beschuldigingen uitsprak, zegt hij, rolden koppen bij de
inlichtingendiensten ten gunste van een “een nieuwe kliek,
geleid door César Milani”, die een dubieuze reputatie heeft
vanwege zijn rol tijdens de militaire dictatuur (1974-1983).

Vuile
zaak

Atilio
Borón, voormalig secretaris van de Latijns-Amerikaanse Raad voor
Sociale Wetenschappen (Clacso), zegt dat de zaak vooral pijnlijk is
voor de regering, die graag in 2015 het veronderstelde bewijs van de
openbare aanklager wilde ontkrachten, in het jaar waarin zowel
presidents- als parlementsverkiezingen op het programma staan. Nisman
had volgens hem contacten met verschillende veiligheidsdiensten,
waaronder de Amerikaanse inlichtingendienst CIA en de Israëlische
geheime dienst Mossad. “Met die mensen moet je geen spelletjes
spelen.” Borón zegt dat Nisman instructies kreeg van die
diensten, wat zou blijken uit Wikileaks-berichten die nooit weerlegd
zijn.

Hij
wijst er ook op dat de internationale context, “door sommigen de
oorlog van het Westen tegen de islam genoemd”, niet genegeerd
moet worden. Gustavo Sierra, een journalist bij oppositiekrant
Clarin, verwees naar “speculaties bij internationale
inlichtingendiensten dat Iraanse agenten of hun bondgenoten een rol
gespeeld kunnen hebben bij de dood van de aanklager.” Nisman had
mogelijk hun belangen kunnen schaden.

“Kan
de Iraanse inlichtingendienst Nisman onder druk gezet hebben om
zelfmoord te plegen, door een van zijn dochters die in Europa woont,
te bedreigen? Hadden ze compromitterende informatie over hem? Is het
hun gelukt de beveiliging in het appartementencomplex te omzeilen
door een agent in te zetten die de dood op zelfmoord heeft laten
lijken, zonder ontdekt te worden?”, vraag Sierra zich af.

De
zaak is ingewikkeld, en zelfs het oorspronkelijke mysterie dat deze
zaak heeft uitgelokt is nooit opgelost: wie was verantwoordelijk voor
de aanslag? 

Bron: Prosecutor’s
Death a Test for Argentine Democracy

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!