Opinie -

Veertig jaar vrouwenrechten. Verjaardag zonder tromgeroffel!

De vrouwenrechten worden op internationaal niveau beschermd door een specifiek verdrag, nl. het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (kortweg CEDAW), gebaseerd op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het werd door de Algemene Vergadering van de VN aangenomen op 18 december 1979 en trad in werking op 3 september 1981, geratificeerd door twintig lidstaten. Ons land ondertekende in juli 1980 en ratificeerde in juli 1985. Deze ambitieuze tekst heeft kracht van wet maar blijft helaas grotendeels onbekend, zowel bij het grote publiek als bij de actoren in de juridische wereld en in de strijd voor gelijkheid van vrouwen en mannen.

woensdag 18 december 2019 15:00
Spread the love

Het specifieke doel van CEDAW is om de toegang van vrouwen tot al hun rechten en vrijheden te verdedigen, in domeinen zoals onderwijs, werkgelegenheid en sociale rechten, gezondheid, besluitvorming, justitie, burgerlijk en familierecht. Het is de ambitie van het verdrag om vrouwen de volledige uitoefening van al hun mensenrechten te garanderen.

Maar het gaat ook verder door bepaalde aspecten te benadrukken die verband houden met de specifieke positie van vrouwen in de samenleving: de bescherming van het moederschap van werkneemsters, de bestrijding van verschillende vormen van geweld, de toegang tot gezondheidszorgvoorzieningen en educatie op het gebied van gezinsplanning. CEDAW maakt het ook mogelijk om de ‘lezing’ van directe en indirecte discriminaties van vrouwen te verfijnen, door expliciet te verwijzen naar stereotypen en vooroordelen om deze discriminaties te verklaren.

Veertig jaar later blijven de vrouwenrechten in België aanmodderen. In feite worden vrouwen nog steeds geconfronteerd met tal van obstakels bij de handhaving van hun rechten (sociale rechten en het recht op werk, moeilijkheden bij toegang tot lokale diensten en onderwijs, enz.).

Dringende dossiers gaan te traag vooruit: de strijd tegen geweld op vrouwen, de loon- en pensioenkloof, de eigen rechten in de sociale zekerheid, de gezinslasten, discriminaties bij opleiding en op de arbeidsmarkt, de betaling van onderhoudsbijdragen, de genderaspecten binnen het asielbeleid, de abortuskwestie … Er is ook een gebrek aan aandacht voor meervoudige en intersectionele discriminaties, bepaalde maatregelen negeren de realiteit van het dagelijks leven van vrouwen, er is onvoldoende wetgeving en een gebrek aan algemene coördinatie tussen de verschillende machtsniveaus.

België op het matje geroepen

Om de vier jaar moet België bij het CEDAW Comité een landenrapport indienen over de vooruitgang van het beleid ten aanzien van vrouwen. Op 18 november jl. maakte het CEDAW Comité een List of issues and questions prior to the submission of the eighth periodic report of Belgium over aan ons land. Afgelopen maand oktober hadden de twee Vrouwenraden al een schaduwrapport ingediend bij het CEDAW Comité. De aandachtspunten van het comité maken duidelijk dat er nog een hele weg af te leggen is voor de uitvoering van het Vrouwenverdrag in België. Ik geef hieronder enkele voorbeelden.

Wat de strijd tegen seksisme betreft, neemt het CEDAW Comité nota van de seksismewet uit 2014 en vraagt aan ons land gegevens over het aantal klachten, de opvolging ervan, de bestraffing van daders en de schadevergoeding aan slachtoffers. Over geweld tegen vrouwen hebben ze een waslijst van vragen. Het comité is bezorgd over het gebrek aan een doeltreffende uitvoering van het nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld (het NAP). Het verzoekt ons land om informatie over de resultaten en moeilijkheden bij de uitvoering ervan. Ook over de vooruitgang sinds de ratificatie in 2016 van het Verdrag van de Raad van Europa (het zogenaamde Verdrag van Istanbul inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld) wil men meer weten.

Het comité vraagt ons actuele gegevens over geweld tegen vrouwen, een beschrijving van de maatregelen inzake het lage aantal vervolgingen en veroordelingen en het hoge percentage seponeringen. Ze wensen ook informatie over de toepassing van de circulaire in verband met het behoud van het verblijfsrecht (verkregen in het kader van gezinshereniging) voor slachtoffers van huiselijk geweld en over de gevolgen voor de rechten van vrouwelijke vluchtelingen.

Wat betreft de participatie van vrouwen aan het politieke en openbare leven, verzoekt het comité België om meer informatie over de genomen maatregelen om het aantal vrouwen in besluitvormingsposities te vergroten, met name in de verschillende regeringen van ons land. Men vraagt ons ook de maatregelen te verduidelijken die alle vrouwen, ook vrouwelijke nieuwkomers en vrouwen met een handicap, gelijke toegang tot werk garanderen en de loonkloof m/v wegwerken.

Het comité merkt op dat gezinsverantwoordelijkheden, met name de zorg voor kinderen, een van de belangrijkste redenen blijft voor deeltijdarbeid door vrouwen. Ook hier vraagt men naar de maatregelen voor de toegang van vrouwen tot voltijdse arbeid, voor meer betaalbare kinderopvangfaciliteiten, voor stimulering van mannen om ouderschapsverlof te nemen (onder meer door middel van incentives en bewustmakingsprogramma’s) en naar de invoering van flexibeler verlofregelingen die vrouwen en mannen in staat stellen zorgtaken op een gelijke manier uit te voeren.

Een aanzienlijk deel van de klachten over discriminatie in arbeidszaken die ingediend zijn bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen gaat over zwangerschap en moederschap. Het comité vraagt ook hier een overzicht van genomen maatregelen. Verder herhaalt het zijn verzoek om informatie over studies naar de omvang van genderdiscriminatie in het socialezekerheidsstelsel.

Het CEDAW Comité vestigt vervolgens de aandacht op de situatie van kwetsbare groepen van vrouwen en merkt op dat meer vrouwen dan mannen geen inkomen kunnen verwerven omdat zij een zorgende rol opnemen. Welke maatregelen heeft België genomen om de precaire situatie van deze vrouwen te bestrijden, vooral dan wat betreft hun lage pensioenen, als gevolg van lage lonen tijdens hun beroepsleven, het hoge percentage deeltijdbanen en loopbaanonderbrekingen?

België moet ook geactualiseerde info en gegevens verstrekken over de mensenrechtensituatie van vrouwelijke slachtoffers van meervoudige en intersectionele discriminaties, met name vrouwelijke nieuwkomers, vrouwen met een handicap, holebi’s en transgenders, moslimvrouwen, vrouwen van Afrikaanse afkomst, Roma-vrouwen, vrouwelijke vluchtelingen (ook meisjes) die asiel aanvragen en over de specifieke maatregelen die deze groepen daadwerkelijk toegang garanderen tot onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, werk en deelname aan het politieke en openbare leven.

Ten slotte vraagt het comité aan België om de bepalingen van het verdrag volledig in het nationale rechtssysteem te integreren en ervoor te zorgen dat deze rechtstreeks toegepast worden door de nationale rechtbanken.

Zittingen over vrouwenrechten

De Nederlandstalige en Franstalige vrouwenverenigingen zijn tevreden met het werk van het CEDAW Comité en zullen de antwoorden van België op de voet volgen. We willen van deze jubileumdatum een sterk moment van mobilisering voor vrouwenrechten maken en vooral ons land wijzen op zijn verplichtingen om op te treden tegen alle vormen van discriminatie tegen vrouwen. Daarom vragen wij dat er jaarlijks in alle parlementen zittingen over vrouwenrechten gehouden worden, dit met het oog op het volgend Belgisch landenrapport.

 

Magda De Meyer is voorzitter Vrouwenraad (www.vrouwenraad.be)

Geen copyrightvermelding

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!